Het treasurystatuut Oldenzaal 2018 is uitgangspunt voor alle treasuryactiviteiten. Dit statuut is door het college vastgesteld in de vergadering van 5 december 2017 en is met ingang van 1 januari 2018 in werking getreden. De raad is hiervan via een infobrief op de hoogte gebracht.
Het treasurystatuut is aangepast vanwege o.a. gewijzigde wet- en regelgeving:
• De wet Fido is gewijzigd om het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden te kunnen invoeren;
• De Regeling Ruddo is gewijzigd waarmee de richtlijn voor het inzetten van derivaten is aangescherpt.
In ons treasurystatuut is bepaald dat het gebruik van derivaten niet is toegestaan.
Ook is een artikel toegevoegd waarin is vastgelegd dat toekomstige organisatiewijzigingen zonder collegebesluit van toepassing worden geacht op het huidige treasurystatuut.
Financiering
Kasgeldlimiet
Terug naar navigatie - KasgeldlimietDe kasgeldlimiet geeft het maximale bedrag aan dat met kortlopende middelen mag worden gefinancierd. Deze limiet wordt elk kwartaal getoetst en mag in beginsel niet worden overschreden. Wanneer de limiet voor het derde achtereenvolgende kwartaal wel wordt overschreden moet de provincie Overijssel daarvan op de hoogte worden gebracht. Daarbij moet tevens een plan om binnen de limiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd. De limiet voor 2024 bedraagt 8,5% van de lasten van de begroting bij aanvang van het jaar, 8,5% van € 116 mln. is € 9,9 mln.
Renterisiconorm
Terug naar navigatie - RenterisiconormHet doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s bij herfinanciering en/of renteherziening. Elke gemeente loopt een financieel risico wanneer de rente onverwacht stijgt. Door te zorgen voor voldoende spreiding in de rentetypische looptijden van de leningenportefeuille en/of door te kiezen voor een annuïtaire- of lineaire aflossingsvorm kunnen de effecten van een renteverandering worden afgevlakt. De renterisiconorm voor 2024 bedraagt 20% van het totaal van de lasten op de begroting, 20% van afgerond € 116 mln. is € 23,2 mln. Gelet op de opbouw van onze leningenportefeuille zal de renterisiconorm in 2024 niet worden overschreden.
Financieringsbehoefte
Terug naar navigatie - FinancieringsbehoefteDe financieringsbehoefte is onder meer afhankelijk van het tijdstip waarop investeringen tot uitvoering komen. Daarnaast is herfinanciering van de leningenportefeuille bepalend voor de liquiditeitspositie als ook het moment van uitgifte van bouw- en bedrijfskavels. In beginsel worden kortlopende leningen aangetrokken om in de financieringsbehoefte te voorzien. De ervaring leert namelijk dat de rente op kortlopende leningen nagenoeg altijd lager is dan op langlopende geldleningen waardoor (tijdelijk) een rentevoordeel kan worden behaald. Wel worden de renteontwikkelingen gevolgd zodat zo nodig adequaat gereageerd kan worden.
Liquiditeitsplanning
Terug naar navigatie - LiquiditeitsplanningDe liquiditeitsplanning voor de geldstromen binnen onze organisatie wordt minimaal elk half jaar geactualiseerd. Daarnaast wordt onze liquiditeitspositie continu bewaakt. Met een degelijke planning kan intern een betere afstemming plaatsvinden over betalingsactiviteiten en de effecten daarvan op de gemeentelijke financiering. In het verlengde daarvan vormt de planning een basis voor meer onderbouwde financieringsactiviteiten.
Rentevisie
Terug naar navigatie - RentevisieDe rentevisie wordt gebaseerd op de rentevisie van enkele financiële instellingen, waaronder die van onze huisbankier. De Europese Centrale Bank beslist maandelijks over de officiële rentetarieven in het eurogebied en heeft diverse instrumenten om die te beïnvloeden. Factoren die van invloed zijn op de rente zijn o.a. economische groei, inflatie en monetair beleid. Hoofddoel van de ECB is de prijzen stabiel houden, dat biedt zekerheid en vertrouwen en bevordert economische groei. Het rente-instrument is voor de ECB een heel doeltreffend instrument om de hoogte van de rente op de geldmarkt en daarmee de groei en inflatie te sturen.
Door de oplopende inflatie was de ECB in 2023 genoodzaakt om het ruime geldbeleid verder in te perken en de (korte termijn) rente tarieven te verhogen. De herfinancieringsrente, het tarief waartegen banken geld kunnen lenen, is op 14 september 2023 verhoogd van 4,25 procent naar 4,5 procent. De depositorente, de vergoeding die banken krijgen om bij de ECB geld te stallen werd verhoogd van 3,75% tot 4%. De ECB verwacht dat de tot nu toe doorgevoerde monetaire verkrapping zal leiden tot een substantiële daling van de inflatie in de richting van de doelstelling van 2 procent. Hiermee maakt de centrale bank duidelijk dat de rente mogelijk niet meer verder zal worden verhoogd. Afhankelijk van de daadwerkelijke inflatieontwikkelingen is de verwachting dat de beleidsrentes in 2024 licht hoger danwel stabiel zullen blijven. Afstemming van het te voeren financieringsbeleid kan betekenen dat er (zo mogelijk) vervroegd langlopende geldlening worden aangetrokken wanneer een verdere rentestijging wordt verwacht. Uitgangspunt in ons beleid is om bij het aantrekken van nieuwe leningen, leningen met een looptijd van 10 jaar of langer aan te trekken waardoor de fluctuaties van de omslagrente, zoals gewenst, beperkt zullen blijven.
Leningenportefeuille
Terug naar navigatie - LeningenportefeuilleDe leningenportefeuille bestaat op het moment van het opstellen van deze paragraaf uit vijf leningen met een restant schuld per 1 januari 2024 van € 23,5 mln. De gemiddelde rente van deze leningen bedraagt 0,73% (1 januari 2023 0,78%). Vervroegde aflossing van deze leningen is niet mogelijk en de rente staat gedurende de gehele looptijd vast.
Uitzettingen
Terug naar navigatie - UitzettingenDoor een maatregel uit het Begrotingsakkoord 2013 zijn decentrale overheden met ingang van 2014 verplicht tot schatkistbankieren. Dit houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist, waardoor de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat vermindert en de staatsschuld zal dalen. Het is decentrale overheden wel toegestaan om overtollige middelen uit te zetten bij andere overheden, met dien verstande dat er geen toezichtrelatie mag bestaan tussen de betrokken overheden. Uitgangspunt is dat uitzettingen een prudent karakter moeten hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig risico. Het komende jaar zal er door de gemeente Oldenzaal geen geld voor een langere tijd worden uitgezet. Omdat het verstrekken van leningen niet tot de kerntaken van de gemeente behoort, is in het treasurystatuut de bepaling opgenomen dat de gemeente zelf geen leningen verstrekt. Het verstrekken van garanties, evenals het aangaan van financiële participaties, wordt uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het verstrekken van garanties, en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak, bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Ter beperking van het financieel risico wordt geen garantie verstrekt indien een beroep kan worden gedaan op een voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds.
Relatiebeheer
Terug naar navigatie - RelatiebeheerDe BNG Bank in Den Haag is onze huisbankier. In 2021 is de BNG Bank gevraagd een offerte uit te brengen voor een overeenkomst vanaf 1 januari 2022. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe overeenkomst Bancaire dienstverlening met de BNG Bank voor onbepaalde tijd. Bij het Ministerie van Financiën hebben we een rekening-courant ten behoeve van het schatkistbankieren. Het contante betalingsverkeer, zoals de parkeergelden en de leges Publiekszaken, wordt door Brink’s Solutions Nederland B.V afgehandeld.
Renteomslag
Terug naar navigatie - RenteomslagIn onderstaande tabel treft u de actuele berekening van de renteomslag aan. Deze wordt gebruikt voor toerekening van rente aan de diverse taakvelden.
Berekening rente-omslag 2024 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | ||||
A. Boekwaarde | 107.411.039 | 109.306.196 | 107.761.674 | 129.847.129 | |||
Af: | |||||||
Grondexploitatie | 3.909.484 | 3.909.484 | 3.909.484 | 3.909.484 | |||
Investeringen met rentebaten | 2.811.495 | 2.555.592 | 2.302.147 | 2.051.134 | |||
A1. Gecorrigeerde boekwaarde | 100.690.061 | 102.841.121 | 101.550.043 | 123.886.512 | |||
B. Staat reserves en voorzieningen | 48.033.715 | 47.741.616 | 47.405.023 | 47.203.212 | |||
C. Staat van geldleningen | 33.577.487 | 29.935.033 | 27.092.579 | 24.250.125 | |||
D. Financieringstekort (A-B-C) | 25.799.837 | 31.629.547 | 33.264.072 | 58.393.792 | |||
Begrotingsomvang 2024 (aanvaard beleid) | 101.000.000 | 101.000.000 | 101.000.000 | 101.000.000 | |||
E. Norm voor kasgeld 8,5% van begrotingsomvang | 8.585.000 | 8.585.000 | 8.585.000 | 8.585.000 | |||
F. Aan te trekken vaste geldlening (D-E) | 17.214.837 | 23.044.547 | 24.679.072 | 49.808.792 | |||
Rente vaste geldleningen | 469.106 | 469.381 | 424.812 | 380.242 | |||
Bespaarde rente | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Rente Financieringstekort via kasgeldlimiet E | 276.351 | 276.351 | 276.351 | 276.351 | |||
Rente Financieringstekort nog aan te trekken vaste geldlening F | 568.090 | 767.383 | 821.813 | 1.344.837 | |||
F. Totale rente | 1.313.546 | 1.513.116 | 1.522.976 | 2.001.431 | |||
Af rente voor: | |||||||
Grondexploitatie | 31.276 | 31.276 | 31.276 | 31.276 | |||
Investeringen met rentebaten (m.n.ambtenarenhypotheken) | 30.117 | 26.354 | 22.633 | 18.951 | |||
G. Rente voor berekenen rente-omslag | 1.252.154 | 1.455.486 | 1.469.067 | 1.951.204 | |||
Netto percentage renteomslag (G gedeeld door 1% van A1) | 1,24 | 1,42 | 1,45 | 1,57 | |||
Afronden, met maximaal 0,5 verschil | 1,25% | 1,25% | 1,25% | 1,50% | |||
Door te berekenen rente volgens berekening rente omslag | 1.313.546 | 1.513.116 | 1.522.976 | 2.001.431 | |||
Doorberekende rente volgens exploitatiebegroting 2022 | 1.337.383 | 1.338.439 | 1.356.881 | 1.692.143 | |||
Renteresultaat op taakveld treasury | 23.837 | -174.677 | -166.095 | -309.287 | |||
Afschrijvingen volgens staat activa | 4.766.843 | 4.808.522 | 5.158.545 | 5.158.545 | |||
Totaal kapitaallasten (afschrijving + rente) | 6.104.226 | 6.146.962 | 6.515.426 | 6.850.688 | |||
Het gehanteerde renteomslagpercentage bedraagt voor de komende planperiode afgerond 1,25%. Deze afronding betekent voor 2024 een verwacht positief renteresultaat, en voor de overige jaren een negatief resultaat op het taakveld treasury, zoals u ook kunt zien in bovenstaande tabel.