Ontwikkelingen en risico's

De voorjaarsnota van het Rijk heeft voor de jaren 2026 en 2027 voor verlichting gezorgd. Op basis hiervan is het mogelijk op positieve jaarschijven te presenteren. Wel zijn er zorgen over de jaren 2028 en 2029. Voor beide jaren is de bezuiniging die het Rijk heeft ingeboekt op jeugdzorg als taakstelling opgenomen. Dit betekent dat we ervan uitgaan dat het Rijk met passende maatregelen komt waardoor wij voor de betreffende bedragen de kosten met jeugdzorg kunnen verlagen cq. een eigen bijdrage kunnen innen. Wanneer dit niet het geval blijkt te zijn gaan wij ervan uit dat het Rijk de algemene uitkering hierop aanpast. 

Daarnaast zijn er zorgen over de specifieke uitkeringen (SPUK's) die we ontvangen vanuit het Rijk. De bedoeling is dat de uitvoeringslasten lager worden waardoor deze SPUK's met 10% neerwaarts kunnen worden bijgesteld. Volgens onze laatste informatie lukt het niet of nauwelijks om de uitvoeringslasten te verlagen maar wil het Rijk wel de 10% korting gaan doorvoeren. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat het Rijk zijn afspraken hieromtrent nakomt, wanneer er zonder lagere lasten alsnog een korting wordt doorgevoerd betekent dit dat wij genoodzaakt zijn de inzet op deze SPUK's ook met 10% te verlagen.

Er is bewust voor gekozen om incidentele uitgaven te dekken uit de algemene reserve. De afgelopen jaren is er fors gedoteerd aan de algemene reserve, de reserve is inmiddels ruim toereikend. Hierdoor is het mogelijk een deel hiervan ten gunste te laten komen aan de gemeente. Dit zorgt er wel voor dat we ondanks een positief resultaat in 2026 per saldo de algemene reserve zien afnemen. 

 

Risico's en aandachtspunten

Terug naar navigatie - - Risico's en aandachtspunten

Budgetten Jeugdhulp

Vrijwel alle gemeenten in Nederland hebben te maken met structurele tekorten op de budgetten jeugdhulp. Ook voor Oldenzaal blijft dit een voortdurend risico. Daarvoor zijn verschillende oorzaken, zoals de ontoereikende middelen van het Rijk op de Jeugdzorg, de toename van de hulpvraag en de toegenomen zorgzwaarte van cliënten. Met de recente verhoging van het jeugdhulpbudget komt het Rijk gemeenten slechts gedeeltelijk tegemoet.  Voor 2028 en 2029 staan bezuinigingen gepland op jeugdzorg in de algemene uitkering. We hebben hier een stelpost voor opgenomen maar het is zeer de vraag of deze te realiseren is. Wij verwachten dat het rijk hier met passende maatregelen komt.

Indexatie kredieten

Kredieten voor onderwijshuisvesting en van het stadhuis worden geïndexeerd zodat volgens gelijkblijvende eisen de realisatie kan plaatsvinden. Voor de overige kredieten gebeurt dit niet. Dit betreft veelal grovere ramingen, wanneer deze geconcretiseerd worden en beter in te schatten zijn vindt bijstelling plaats.

Gemeentefonds

De berekening van het gemeentefonds vindt plaats op een grote hoeveelheid maatstaven. Verschuivingen in deze maatstaven zorgen voor een wijziging in de algemene uitkering. Per circulaire vindt bijstelling plaats. Het is mogelijk dat een volgende circulaire leidt tot een negatieve bijstelling van de algemene uitkering.

Gemeentefonds

Terug naar navigatie - - Gemeentefonds

De bijdragen uit het gemeentefonds voor de gemeente Oldenzaal na decembercirculaire 2024 zien er als volgt uit:

Onderdelen (x €1.000) 2026 2027 2028 2029
Algemene uitkering 80.350 80.650 78.800 78.800

Bedragen x €1.000

Over de ontwikkelingen van het gemeentefonds en de aanstaande nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026 is al veel geschreven in deze Kadernota 2026. Voor 2026 en 2027 zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld vanuit het Rijk voor tegemoetkoming kosten jeugd. Vanaf 2028 heeft het Rijk hier bezuinigingen op ingeboekt die nog nader geconcretiseerd worden. Hierdoor is de algemene uitkering vanaf 2028 lager.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - - Weerstandsvermogen

Bij het weerstandsvermogen gaat het om de relatie tussen weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Het gaat dus om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat direct het beleid gewijzigd moet worden. Van de reserves, die invulling geven aan de incidentele component van het weerstandsvermogen, kan op basis van de huidige informatie het volgende overzicht worden gemaakt.

Verloop reserves
(bedragen x € 1.000)
1-1-2024 1-1-2025 1-1-2026 1-1-2027
Algemene reserve 17.767 18.318 18.443 18.568
Algemene reserve Grondexploitatie 3.186 4.971 4.971 4.971
Bestemmingsreserves Alg.dienst 20.990 24.263 24.259 24.256
Bestemmingsreserves Grondexploitatie 11.418 11.646 11.699 11.752
Totaal reserves 53.361 59.197 59.372 59.547


De algemene reserve wordt gevormd door vermogensbestanddelen die nog geen bestemming hebben gekregen en in bedrijfseconomisch opzicht vrij aanwendbaar zijn. Daarom vormt de algemene reserve ook de buffer van de gemeente en is in die zin ook een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke weerstandscapaciteit. De norm wordt gekoppeld aan de risico’s en wordt dit inzichtelijk gemaakt met behulp van de weerstandsratio. De weerstandsratio wordt berekend door de som van de algemene reserves (31-12-2024) algemene dienst (€18 mln.) en grondexploitatie (€4,9 mln.) te delen door de som van de geïnventariseerde risico’s in deze paragraaf (€4,3 mln.) en de ondergrens van de algemene reserve grondexploitatie (€3,3 mln.). Concreet betekent dit ultimo 2024 een verwachte weerstandsratio van 3,01. Het  weerstandsratio in Oldenzaal is vastgesteld op 2. Dus ultimo 2024 komen we uit boven de door ons zelf bepaalde norm. Voor de komende jaren blijft dit het geval.

 

Overige risico's

Terug naar navigatie - - Overige risico's

De in de jaarrekening  geïnventariseerde risico's en eventueel aanvullende geïnventariseerde risico’s zullen zoals gebruikelijk, een plek krijgen in de paragraaf Weerstandsvermogen van de komende programmabegroting 2026.