Algemeen

Terug naar navigatie - 3. Paragrafen - Algemeen

Als gevolg van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dienen in de begroting, naast de diverse programma’s, in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen vastgelegd te worden met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor uw raad voldoende inzicht ten aanzien van het betreffende onderwerp kan krijgen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting. Met de paragrafen is een groot financieel belang gediend. Ze geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn.

In titel 2.3 van het BBV wordt per verplichte paragraaf aangegeven welke informatie de betreffende paragraaf minimaal dient te bevatten. In de financiële verordening (ex art. 212 gemeentewet) is dit nog weer nader uitgewerkt. Naast de verplichte paragrafen kennen we, gelet op het inhoudelijke en financiële belang van deze beleidsterreinen, al jaren een tweetal facultatieve paragrafen, te weten handhaving en sociaal domein. Met ingang van de Programmabegroting 2023 is er voor gekozen om de paragraaf Sociaal Domein te laten vervallen. Dit is mede ingegeven doordat het, met ingang van het nieuwe verdeelstelsel van het Gemeentefonds per 1 januari 2023, niet meer mogelijk is de baten voor het Sociaal Domein in het gemeentefonds separaat te volgen. Met ingang van de Programmabegroting 2023 is een paragraaf Taakstellingen toegevoegd, waarin wordt gerapporteerd over de te realiseren gemeentelijke ombuigingen.
 
De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de paragrafen kan verschillen. Indien er voor een onderwerp een actuele notitie bestaat kan in de betreffende paragraaf worden volstaan met een korte berichtgeving van de stand van zaken. Indien deze actuele notitie ontbreekt wordt een uitvoerigere paragraaf gemaakt; de paragraaf vervult dan nadrukkelijker een rol in de kaderstelling. Het streven is erop gericht voor elke paragraaf over een beleidsnotitie te beschikken, welke vervolgens met een bepaalde frequentie geactualiseerd gaat worden. In de jaarlijkse paragrafen van de programmabegroting kan dan volstaan worden met een verwijzing naar de laatst vastgestelde beleidsnotitie en behoeft slechts ingegaan te worden op de actuele stand van zaken, en de verwachtingen voor de korte termijn, gebaseerd op de vastgestelde beleidslijn.

Voor de goede orde merken wij op dat op basis van de financiële verordening (ex artikel 212 van de Gemeentewet) financiële kengetallen zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement.

De Oldenzaalse paragrafenstructuur bestaat uit:

  • Weerstandsvermogen en risicomanagement
  • Onderhoud kapitaalgoederen
  • Financiering
  • Bedrijfsvoering
  • Verbonden Partijen
  • Grondbeleid
  • Lokale heffingen
  • Handhaving
  • Taakstellingen
  • Wet Open Overheid

3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - - 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inleiding

Bij het weerstandsvermogen gaat het om de relatie tussen weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Het gaat dus om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat direct het beleid gewijzigd moet worden. In de programmabegroting 2024 wordt gewerkt met een beschrijving van de risico’s en een koppeling met de beschikbare reserves (weerstandscapaciteit). Daarin zijn niet betrokken de verzekerde risico’s en de risico’s waarvoor een voorziening in het leven is geroepen. Bij het gemeentelijk grondbedrijf vindt de risicoberekening in verband met het complexe vakgebied separaat plaats in paragraaf 3.6.

Deze paragraaf heeft vooral als doel om ingeschatte risico’s zo goed mogelijk te kwantificeren en een relatie te leggen tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Op basis hiervan kan een uitspraak worden gedaan in hoeverre de gemeente Oldenzaal in staat is substantiële financiële tegenvallers op te vangen. Dat betekent niet dat er verder geen risico’s zijn. We staan daarnaast stil bij niet financieel kwantificeerbare risico’s en waar mogelijk nemen we maatregelen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken.

Incidentele componenten weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Incidentele componenten weerstandscapaciteit

Van de reserves, waarmee invulling wordt gegeven aan de incidentele component van het weerstandsvermogen, kan op basis van de huidige informatie (t/m voorstellen aanvullend beleid uit de begroting 2024. In onderstaande paragraaf 3.1.3 is deze info voor wat betreft de algemene reserve geactualiseerd) het volgende overzicht worden gemaakt: 

Verloop reserves (bedragen x € 1.000)
1-1-2024
1-1-2025
1-1-2026
1-1-2027
Algemene reserve Alg.dienst
17.767
18.318
18.443
18.568
Algemene reserve Grondexploitatie
3.186
4.971
4.971
4.971
Bestemmingsreserves Alg.dienst
20.990
24.263
24.259
24.256
Bestemmingsreserves Grondexploitatie
11.418
11.646
11.699
11.752
Totaal reserves
53.361
59.197
59.372
59.547

Omvang algemene reserve

Terug naar navigatie - 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Omvang algemene reserve

De algemene reserve wordt gevormd door vermogensbestanddelen die nog geen bestemming hebben gekregen en in bedrijfseconomisch opzicht vrij aanwendbaar zijn. Daarom vormt de algemene reserve ook de buffer van de gemeente en is in die zin ook een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke weerstandscapaciteit. De norm wordt gekoppeld aan de risico’s en wordt dit inzichtelijk gemaakt met behulp van de weerstandsratio. De weerstandsratio wordt berekend door de som van de algemene reserves (31-12-2024) algemene dienst (18 mln.) en grondexploitatie (4,9 mln.) te delen door de som van de geïnventariseerde risico’s in deze paragraaf (4,3 mln.) en de ondergrens van de algemene reserve grondexploitatie (3,3 mln.). Concreet betekent dit ultimo 2024 een verwachte weerstandsratio van 3,01. Het  weerstandsratio in Oldenzaal is vastgesteld  2. Dus ultimo 2024 komen we uit boven de door ons zelf bepaalde norm .

Resultaten

Terug naar navigatie - 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Resultaten

Om een uitspraak te kunnen doen over de hoogte van de aan te houden reserves (de benodigde weerstandscapaciteit) zijn de risico’s geselecteerd, die opgenomen worden in deze paragraaf. De inventarisatie en bepaling van risico’s heeft plaatsgevonden met behulp van diverse ambtelijke collega’s en bespreking in het managementteam.
De geselecteerde risico’s zijn het uitgangspunt geweest voor de bespreking in het managementteam van de gemeente Oldenzaal. Van alle risico’s is de volgende informatie verzameld en vastgesteld:
•    vaststellen van het risicoprofiel;
•    een inschatting van de kans van optreden;
•    een inschatting van de financiële gevolgen.

Terugkijkend op de Programmabegroting 2024

Hieronder wordt op een aantal punten een nadere toelichting gegeven.

Effecten nieuw Twents inkoopmodel WMO en Jeugdzorg vallen tegen

Het risico heeft zich niet voorgedaan. De effecten van de nieuwe aanbestedingen, met ingangsdatum van de contracten op 1 januari 2025, zijn verwerkt in de Programmabegroting 2025.

Risico Informatiebeveiliging waaronder ‘gehackt worden’ (ransom)

De afgelopen jaren zien we een steeds sterker toenemende cybercriminaliteit. 

Daarom hebben we een onderzoek laten doen naar de status van Informatieveiligheid en privacy binnen de gemeente Oldenzaal. Het onderzoeksrapport heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd, welke in 2023 zijn opgepakt en in 2024 zijn afgerond. In 2024 hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan.

Afrekening bodemsanering Ootmarsumsestraat met Provincie

De aanvankelijke verwachting was dat de bodemsanering aan de Ootmarsumsestraat al in 2021/2022 zou worden afgerekend. Tot daadwerkelijke afrekening is het tot dusver nog niet gekomen. De berekening is complex. We lopen risico bij het opstellen van de afrekening en de kostenopstelling. De sanering en de uitvoering wordt ter beperking van dit risico al zoveel mogelijk kortgesloten met de Provincie. In 2024 heeft zich dit risico niet voorgedaan.

 Aanzuigende werking verlaging Eigen Bijdrage WMO

Het aanzuigende effect van het abonnementstarief is net als voorgaande jaren ook in 2024 aanwezig. We zien dit met name terug in het gebruik van de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning. De aanzuigende werking en de verdere vergrijzing van de bevolking leidt tot een toename. In 2024 maakten 1450 inwoners gebruik van deze voorziening. Ten opzichte van 2023 is dat een stijging van 4,0%. Ten opzichte van voorgaande jaren vlakt de stijging wel af.

Onvoorspelbaarheid aantallen cliënten en typen zorg WMO & Jeugd

Ten opzichte van 2023 is het aantal unieke cliënten binnen Jeugd gestegen met 3,5%. In totaal maken eind 2024 635 jongeren gebruik van geïndiceerde jeugdhulp.  We zien een lichte daling bij verblijf, de stijging deed zich in 2024 met name voor bij de individuele ondersteuningsbehoeften 3 en 4 (therapie en behandeling).

Binnen de Wmo is de stijging in het aantal unieke cliënten 5,7% t.o.v. 2023. Dit betreft zowel incidentele ondersteuning als structurele ondersteuning. We zien nog steeds een toename wat betreft huishoudelijke ondersteuning. De ondersteuningsbehoefte wat betreft dagbesteding is ten opzichte van 2022 stabiel. De vraag naar individuele begeleiding is toegenomen.

Doelstellingen uitvoering WSW blijken niet haalbaar

De 3 doelstellingen van de Wsw zijn behaald. De inwoners die aangewezen zijn op de Wsw zijn in dienst bij Stichting Werkprojecten Oldenzaal (SWO). Een deel heeft een beschutte werkplek bij Lar-com en ander deel is gedetacheerd bij reguliere werkgevers.

In 2024 is de governance in relatie tot SWO onderzocht. Dit heeft geleid tot een dienstverleningsover-eenkomst tussen de gemeente en SWO..

Renteontwikkeling

De kapitaalmarktrente is in 2024 gestegen. Begin 2025 is deze vervolgens weer gedaald en het lijkt er op dat deze nu vrij stabiel blijft.  Mocht de rente toch verder gaan stijgen, zal de gemiddelde rente die we betalen ook stijgen. Dit zal minder snel gaan dan de stijging van de marktrente, omdat we een aantal grote leningen in de portefeuille langjarig hebben vastgelegd. Per kwartaal bepaalt de Europese Centrale Bank of er een aanpassing van de rente nodig is. Ervan uitgaande dat dit in enig jaar gebeurt, houden wij er rekening mee dat onze gemiddelde rente in voorkomend geval met 0,25 procentpunt stijgt.

Inflatieontwikkelingen

De ECB-projecties wijzen op een inflatie van gemiddeld 2,5% in 2024, dalend naar 2,2% in 2025 en 1,9% in 2026, terwijl de economische groei naar verwachting zal toenemen van 0,8% in 2024 tot 1,5% in 2026. De ontwikkeling van de inflatie is moeilijk te voorspellen.Wij monitoren de inflatie aan de hand van de gepubliceerde maatstaven door het CBS. We schatten een mogelijke impact van € 500.000 voor meer dan trendmatige inflatieontwikkelingen. We houden er rekening mee dat dit eens per 2 jaar gebeurt. Dit leidt dan tot extra lasten/benodigde algemene reserve van € 250.000.

Prijsstijgingen IHP Onderwijs

De inflatie heeft effecten op de stichtingskosten voor diverse investeringen in het kader van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs. In 2024 bleef dit effect weliswaar nog beperkt, maar de calculaties voor diverse onderwijsprojecten (o.a. Franciscusschool) vallen fors hoger uit.

Voor de bepaling van het weerstandsvermogen schatten we een mogelijke impact van € 2.000.000

voor meer dan trendmatige inflatieontwikkelingen. We houden er rekening mee dat dit eens per 2 jaar gebeurt. Dit leidt dan tot extra lasten van € 1.000.000.

Extreme weersomstandigheden

In 2024 hebben zich twee soorten van extreme weersomstandigheden voorgedaan, beide van het type wateroverlast.

In de winter van ’23-’24 is extreem veel langdurige neerslag gevallen, het heeft weken/maanden geregend. Hierdoor is heeft het grondwaterpeil zeer hoge standen bereikt. Dit heeft veel grondwateroverlast veroorzaakt. In veel gevallen was de schade aan kelders/woningen de verantwoordelijkheid voor de eigenaar. Tegelijkertijd kijkt de gemeente naar de impact op buurtniveau, hiervoor zijn onderzoeken uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten (beschikbaar in 2025) zullen eventueel extra maatregelen getroffen worden.

Op zowel 12 als 21 juli 2024 is er sprake geweest van extreme neerslag (70 en 100+ mm regen). Wat deze twee momenten bijzonder maakt is dat het grootste deel van deze regenbuien niet op de stad maar op de stuwwal viel. En door de ligging van Oldenzaal probeerde dit water zich een weg door de stad te banen. Hierdoor kwam tijdelijk de ligging van historische beken van Oldenzaal weer ‘boven water’. De resultaten van de onderzoeken van deze effecten worden meegenomen in toekomstige risico evaluaties en te programmeren maatregelen.

 Meer cliënten vanuit het gedwongen kader c.q. rechtstreeks doorverwezen dan verwacht

Het risico heeft zich in 2024 niet voorgedaan. Het aantal jeugdigen met een verwijzing uit het ge-dwongen kader is ten opzichte van 2023 stabiel. De kosten zijn ten opzichte van 2023 als gevolg van tariefstijgingen gestegen met 24,2%.

 Prijsstijgingen ten gevolge van AMvB Reële prijs Wmo 2015

De prijsstijgingen zijn in 2024 verwerkt in de aanpassing van de tarieven voor Wmo-ondersteuning en Jeugdhulp de effecten zijn verwerkt in de begroting 2024. Bij het vaststellen van tarieven voor het inkoopmodel 2025 zijn de uitgangspunten van de AMvB betrokken. De effecten daarvan zijn verwerkt in de begroting 2025.

 Regeling Specifieke Uitkering Sport en bewegen (SPUK)

De regeling is bedoeld om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren als deze btw-plichtig zijn, bijvoorbeeld: Verbouwingskosten van sportfaciliteiten, bijvoorbeeld de aanleg van een kunstgrasveld of de bouw van een sporthal. Indien er wordt overvraagd zullen gemeenten naar rato worden gekort op de subsidie. Dit risico heeft zich naar verwachting niet voorgedaan in 2024. De SPUK is op verschillende projecten volledig ontvangen en wordt na de jaarlijkse SISA-verantwoording definitief.

Incidenten bij evenementen

Er hebben zich in 2024 geen noemenswaardige incidenten voorgedaan met financiële gevolgen of risico’s.

Legesinkomsten

In 2023 zijn er licht minder legesinkomsten geweest uit bijvoorbeeld uitgegeven rijbewijzen en ID-kaarten. Dit kan worden verklaard als reactie op de aankomende paspoortpiek en de hierbij verwachtte aantallen nieuw aan te vragen reisdocumenten.

Vastgoedportefeuille leegstand en huurderving

De omvang van de huurderving is niet zodanig geweest dat er in 2024 beroep op het weerstandsvermogen hoefde te worden gedaan.

Risico AVG-incident waaronder boete bij meldplicht datalekken.

In 2024 hebben zich geen meldingswaardige incidenten voorgedaan.

Gladheidbestrijding

In 2024 heeft de winter niet geleid tot extreme kosten in verband met het bestrijden van gladheid.

Verbonden partijen

In 2024 zijn de aandelen Twence verkocht, waardoor het risico op afnemende dividendinkomsten lager is geworden. Daarnaast is in het kader van de energietransitie het risico op afnemende dividendinkomsten bij enexis toegenomen. In 2024 is er van Enexis € 15.000 minder aan dividend ontvangen t.o.v. voorgaande jaren.

Nieuwe financieringssystematiek gemeentefonds

Ingeschat wordt dat de kans op een nieuwe financieringssystematiek voor het gemeentefonds iedere 10 jaar 3 keer voorkomt. In dat kader had het (demissionaire) kabinet het voornemen om voor de periode vanaf 2026 een nieuwe financieringssystematiek voor het gemeentefonds uit te werken.

In de praktijk is de nieuwe financieringssystematiek al in 2024 ingezet. Deze wijziging leidt voor 2024 tot een fors nadeel, dit is echter via een incidentele compensatie binnen het gemeentefonds geneutraliseerd.

Stroomuitval (nieuw voor 2025)

Risico dat reëel lijkt is dat de stroom één keer de komende 10 jaar voor 2 dagen uit zou kunnen vallen.

Netcongestie zou dit kunnen veroorzaken, maar ook bijvoorbeeld een DDOS-aanval op het stroomnetwerk, of een iets anders waardoor we langdurige stroomuitval hebben. Het betreft 2 dagen loonkosten en eenmalige opstartkosten.

Kosten 300 (werknemers) x 8 (uur) x 2 (dagen) x €75,- = €360.000,-

Plus opstartkosten na uitval en eventuele kosten tijdens uitval (generator, nood-communicatie, beveiliging etc): €40.000,-

Op basis van de informatie uit de inventarisatie zijn de risico’s gekwantificeerd. Hierdoor is een uitspraak gedaan over de gewenste omvang van de algemene reserve die benodigd is ter dekking van de financiële gevolgen van de risico’s. 

In de onderstaande tabel is de omvang van de ingeschatte risico’s weergegeven. Bij kans wordt een inschatting gemaakt van hoe vaak zich dit risico zou kunnen voordoen. Een score van 1 betekent jaarlijks, een score van 0,5 betekent eens per twee jaar. Een score van 0,3 betekent dan 3 keer per 10 jaar en bij een score van 0,8 is de kans groter dan eens per 2 jaar, maar niet jaarlijks. Bij impact wordt een inschatting gemaakt van de financiële impact die het risico met zich mee brengt als het zich voordoet.

Beschrijving van het risico
Kans
Impact
Risico
aantal / jaar
Schatting €
Effecten nieuw Twents inkoopmodel WMO en Jeugdzorg vallen tegen
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Risico Informatiebeveiliging waaronder ‘gehackt worden’ (ransom).
0,1
€ 5.000.000
€ 500.000
Afrekening bodemsanering Ootmarsumsestraat met Provincie
0,5
€ 360.000
€ 180.000
Aanzuigende werking verlaging Eigen Bijdrage WMO
0,5
€ 300.000
€ 150.000
Onvoorspelbaarheid aantallen cliënten en typen zorg WMO & Jeugd
0,3
€ 500.000
€ 150.000
Doelstellingen uitvoering WSW blijken niet haalbaar
0,5
€ 300.000
€ 150.000
Renteontwikkeling
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Inflatieontwikkeling
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Prijsstijgingen realisatie IHP Onderwijs
0,5
€ 2.000.000
€ 1.000.000
Extreme weersomstandigheden
0,5
€ 250.000
€ 125.000
Meer cliënten vanuit het gedwongen kader c.q. rechtstreeks doorverwezen dan verwacht
0,3
€ 300.000
€ 90.000
Prijsstijgingen ten gevolge van AMvB Reële prijs Wmo 2015
0,5
€ 150.000
€ 75.000
Regeling Specifieke Uitkering Sport (SPUK)
0,5
€ 100.000
€ 50.000
Incidenten bij evenementen
0,1
€ 500.000
€ 50.000
Legesinkomsten
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Vastgoedportefeuille leegstand en huurderving
0,2
€ 200.000
€ 40.000
Risico AVG incident waaronder boete bij meldplicht datalekken
0,1
€ 500.000
€ 50.000
Gladheidbestrijding
0,3
€ 60.000
€ 18.000
Verbonden partijen
0,1
€ 100.000
€ 10.000
Nieuwe financieringssystematiek gemeentefonds
0,3
€ 2.000.000
€ 600.000
Stroomuitval
0,1
€ 400.000
€ 40.000
TOTAAL
€ 4.278.000

Op basis van de output in deze fase kan een gefundeerde keuze gemaakt worden betreffende de aan te houden reserves in relatie tot de geïdentificeerde risico’s uit het risicoprofiel. Hierbij dient een koppeling te worden gelegd met de beschikbare, vrij aanwendbare reserves.  

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Grondexploitaties

De omvang van de algemene risico’s voor het grondbedrijf is afhankelijk van de omvang van het onderhanden werk (hiervan wordt minimaal 1 en maximaal 2% opgenomen in de algemene reserve grondexploitatie) en de algemene risico’s die in de plannen worden gelopen. Het onderhanden werk is hierbij als volgt gedefinieerd: 
•    Positieve boekwaarden van grondexploitaties (negatieve boekwaarden vormen geen risico);
•    De nog te maken kosten op grond van de vastgestelde grondexploitaties;
•    De beschikbaar gestelde voorbereidingskredieten onder de MVA’s.

Om risico’s bij de grondexploitatie in beeld te brengen worden alle plannen nagelopen en worden de risico’s zoveel mogelijk gekwantificeerd. Daarnaast wordt gekeken naar de kans dat het risico zich voordoet. Project specifieke risico’s worden afgedekt in de grondexploitaties en algemene risico’s die voor het hele grondbedrijf gelden worden afgedekt in de algemene reserve grondexploitatie

Beschrijving van het risico
Kans (%)
Impact in €
Risico
1
Bodemonderzoeken en aanscherpingen bodemeisen
30
€ 2.080.000
€ 624.000
2
Retrospectieve beoordeling belastingdienst (BTW en Bcf)
10
€ 957.000
€ 96.000
3
Retrospectieve beoordeling belastingdienst (Vpb)
20
€ 4.890.000
€ 978.000
4
Inbrengwaarde complexen na 2018 (Vpb)
30
€ 21.262.000
€ 6.379.000
5
Marktrisico’s
10
€ 39.193.000
€ 3.919.000
6
Conjunctuurrisico/ prijsrisico
10
€ 40.082.000
€ 4.008.000
7
Wijzigingen in wet- en regelgeving
5
€ 9.926.000
€ 496.000
8
Onvermijdelijk onderhoud bij huurcontracten
50
€ 130.000
€ 65.000
TOTAAL
€ 16.565.000

Van deze omvang wordt 15% (vermeerderd met een algemene risicobuffer voor de ondergrens van € 500.000) tot 30% meegenomen bij de bepaling van de omvang van de algemene reserve grondbedrijf omdat de risico’s zich niet allemaal (gelijktijdig) voor zullen doen

Ondergrens
Omvang
Percentage
Saldo t.b.v. reserve
Onderhanden werk
€ 30.431.000
1%
€ 304.000
Risicoparagraaf
€ 16.565.000
15%
€ 2.485.000
Risicobuffer
€ 500.000
Totaal
€ 3.289.000
Bovengrens
Omvang
Percentage
Saldo t.b.v. reserve
Onderhanden werk
€ 30.431.000
2%
€ 608.000
Risicoparagraaf
€ 16.565.000
30%
€ 4.969.000
Totaal
€ 5.577.000

Uitgaande van risico’s van in totaal € 4,3 mln. voor het concern en de minimale omvang van het weerstandsvermogen van het grondbedrijf van € 3,3 miljoen moet de gemeente minimaal € 7,6 miljoen beschikbaar hebben in de algemene reserve en de algemene reserve grondexploitatie om te voldoen aan de vastgestelde weerstandsratio. 

De stand van de algemene reserve grondbedrijf bedroeg ultimo 2024 € 4,9 mln., de algemene reserve voor het concern bedroeg afgerond € 18 mln.; samen € 22,9 mln. De algemene reserve van het concern bevindt zich boven de bovengrens. De omvang van deze reserves is dus voldoende voor afdekking van de mogelijke risico’s

Verplichte kengetallen BBV

Terug naar navigatie - 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Verplichte kengetallen BBV

Conform de voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) worden in deze paragraaf een aantal verplichte kengetallen opgenomen. Deze kengetallen maken het gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van een gemeente en omdat de definities zijn vastgelegd in het BBV, zijn deze ook tussen gemeenten vergelijkbaar.

Kengetallen
Jaarrekening 2023
Begroting 2024
Jaarrekening 2024
Netto schuldquote
25%
52%
15%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
21%
47%
21%
Solvabiliteitsratio
48%
34%
52%
Structurele exploitatieruimte
0%
-1%
0%
Grondexploitatie
-2%
28%
1%
Belastingcapaciteit
96%
95%
99%

Toelichting per kengetal uit de BBV:
•    De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzich-te van de totale baten (excl. reserves). Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rente-lasten en aflossingen op de exploitatie drukken (voorgestelde norm Oldenzaal < 100%);
•    Bij de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen wordt de netto schuld gesaldeerd met de verstrekte leningen. Schulden aangegaan om vervolgens leningen te kunnen verstrekken veroorzaken namelijk per saldo geen lasten. In combinatie met de niet gecorrigeerde netto schuldquote wordt duidelijk wat het aandeel is van de verstrekte leningen in de exploitatie. Deze quote is per definitie lager dan de netto schuldquote. Omdat er bij leningen onzekerheid kan be-staan of ze worden terugbetaald, wordt er veelal uitgegaan van de ongecorrigeerde netto schuld-quote. Ook de eerdergenoemde uitleg van de gewenste hoogte van de quote heeft betrekking op de niet gecorrigeerde netto schuldquote;
•    De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het is het verhoudingsgetal tussen het eigen vermogen en het balans-totaal (voorgestelde norm Oldenzaal > 30);
•    De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. In dit verband wordt het saldo van de structurele baten en lasten, inclusief structurele mutaties in de reserves, gedeeld door de totale baten (excl. reserves);
•    De grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale baten (excl. reserves). Voor de berekening van dit kengetal wordt de niet in exploitatie genomen grond en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten (excl. reser-ves). De boekwaarde van de voorraad grond is van belang omdat deze moet worden terugver-diend bij verkoop;
•    De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk van een meerpersoonshuishouden in de gemeente, in enig jaar, zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde woonlasten in het voorafgaande jaar. Onder de woonlasten worden verstaan: de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Omdat er vooralsnog geen sprake is van tariefsaanpassingen na de eerste jaar-schijf van deze begroting blijft dit kengetal vanaf t+1 ongewijzigd.

3.2 Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen (onderhoud kapitaalgoederen)

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Algemeen (onderhoud kapitaalgoederen)

Wij zijn de beheerder van de openbare ruimte en hebben een belangrijke rol in de realisering en instandhouding daarvan. Conform de BBV bevat deze paragraaf de kapitaalgoederen wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Het overzicht wordt uitgebreid met civiele kunstwerken, verkeersregelinstallaties, speelvoorzieningen en sportvoorzieningen. Per kapitaalgoed wordt het beleidskader inclusief ambitieniveau aangegeven, hoe het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd en wat het onderhouds-niveau is. Per kapitaalgoed wordt het beleidskader en ambitieniveau beschreven, evenals de wijze van beheer en onderhoud en het bijbehorende onderhoudsniveau. Daarnaast worden de beschikbare financiële middelen inzichtelijk gemaakt.

De keuzes, die de komende jaren gemaakt worden om de gemeentelijke begroting evenwichtig te houden, hebben ook gevolgen voor het onderhoud van de openbare ruimte. Er wordt van uitgegaan dat de inzet van middelen in de openbare ruimte zodanig gekozen wordt dat er geen sprake is van kapitaalvernietiging. Wel kan dit inhouden dat, als een onderdeel in de openbare ruimte op termijn in zijn geheel vervangen moet worden, de keuze gemaakt kan worden deze vervanging enige jaren uit te stellen. Het betreffende onderdeel wordt dan gedurende die periode op een lager niveau beheerd en onderhouden, maar zodanig dat in ieder geval de veiligheid gewaarborgd is. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan geoormerkte wegvakken die op termijn in zijn geheel met fundatie en onderliggende riolering vervangen moeten worden, gebouwen die op termijn op de nominatie staan om gesloopt te worden, stukken openbaar groen die op termijn geheel heringericht worden. 

In 2019 is hiervoor een integrale beleidsvisie voor de openbare ruimte “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” opgesteld en door de raad in haar vergadering van november 2019 vastgesteld. Deze visie voldoet nog aan de huidige kijk tegen de openbare ruimte en is gebaseerd op de volgende bouwstenen:
•    Wij zorgen dat de openbare ruimte overal in Oldenzaal goed en veilig gebruikt kan worden;
•    We beheren de openbare ruimte duurzaam, met oog voor mens en milieu;
•    Ons beheer zorgt voor een aantrekkelijke en verzorgde openbare ruimte;
•    Waar mogelijk beheren we samen met bewoners en bedrijven;
•    We beheren slagvaardig en kosteneffectief.
De budgetten die beschikbaar zijn gesteld door de raad voor het opwaarderen van de openbare ruimte zijn vanaf 2019 geïndexeerd.

Integraal beheer en onderhoud
In vervolg op de vastgestelde visie is in 2020 het eerste meerjaren uitvoeringsplan (MJUP) opgesteld. In de raadsvergadering van november 2023 is de laatste versie van dit uitvoeringsplan vastgesteld. In 2024 is, overeenkomstig de programmering van dit plan  gewerkt aan de uitvoering. Op deze manier willen we het beheer van de wegen, rioleringen, openbare verlichting, groen, civieltechnische kunstwerken en speelvoorzieningen in Oldenzaal inzichtelijker maken. Het onderhoud kan hierdoor meer integraal, efficiënter en doelmatiger worden uitgevoerd. Hierbij wordt gezorgd voor zoveel mogelijk synergie door onderhoudsmaatregelen te combineren en af te stemmen op ruimtelijke, autonome en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit gebeurt met de beschikbare financiële middelen. Daarnaast wordt goed gekeken naar de mogelijkheden van subsidies.

We beschikken over veel kennis en ervaring op het gebied van integraal onderhoud van de openbare ruimte. De kwaliteit wordt jaarlijks gemonitord en regelmatig onafhankelijk getoetst. De resultaten worden ingevoerd in de beheerapplicaties zodat alle gegevens centraal en up to date beschikbaar zijn. De beheerdata zijn gekoppeld aan het kaartmateriaal zodat de gegevens ook goed op tekening gepresenteerd kunnen worden. 

Wegen

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Wegen
Product Onder het product wegen vallen alle wegen binnen en buiten de bebouwde kom. Het betreft de wegen eigendom van de gemeente. 
Totaal asfalt: 781.767 m²
Totaal elementen: 1.221.404 m², waaronder elementen rijbanen: 405.964 m², 
elementen fiets en voetpaden: 530.420 m², elementen overig: 285.020 m²
Totaal half verhard: 19.837 m², totaal onverhard:14.758 m²
Totale lengte van de wegen in Oldenzaal bedraagt: ca. 68 km.
Doel Goed ingerichte en veilige wegen.
Beleid De gemeenteraad heeft in 2009 het beleidsplan wegbeheer “Beheren is vooruitzien” vastgesteld. De oorspronkelijke looptijd van dit plan liep formeel tot en met 2013. In de afgelopen jaren waren de beleidsvoornemens uit het plan nog niet verouderd. In 2023 is er een weginspectie uitgevoerd dat basis is voor een geactualiseerd beleidsplan.
Uitvoering Alle onderhoudswerkzaamheden voor het asfalt is uitgevoerd door derden. De onderhoudswerkzaamheden aan de elementverharding gebeurt door derden, aangevuld met de inzet van de eigen dienst. De werkzaamheden die uitgevoerd door derden worden conform de regels aanbesteed.
Kwaliteit De gegevens van de wegen zijn opgenomen in het wegbeheerprogramma ‘Obsurve’. In het voorjaar van 2023 zijn alle wegen geïnspecteerd (2-jarige cyclus). De onderhoudswerkzaamheden zijn, waar nodig, afgestemd op deze inspecties.
Planning/toekomst In het MJUP, dat eind 2023 aan de raad is aangeboden, is de planning voor de komende twee jaar gepresenteerd. In het nieuwe beleidsplan 2025 wordt een aangepaste budgettering opgenomen. 
Budget

Het huidige budget van uitbestede werkzaamheden was voor 2024:  
€ 536.000 elementenverharding 
€ 418.000 onderhoud asfalt 

Het totale budget voor wegen bedraagt:
€ 1.307.000 dagelijks onderhoud wegen 
€    809.000 structureel onderhoud verhardingen
€ 2.116.000

In het nieuwe beleidsplan 2025 komt een nieuwe budgettering. 

 Confrontatie

Het onderhoudsbudget voor elementenverhardingen was in 2024 toereikend om de wegen op een basisniveau te handhaven volgens de huidige systematiek. Echter, het jaarlijkse budget voor asfaltonderhoud is niet langer voldoende om al het benodigde onderhoud uit te voeren. Bovendien wordt er regelmatig asfaltonderhoudsbudget ingezet voor civiele projecten.

Daarnaast beïnvloeden werkzaamheden van netwerkbeheerders aan kabels en leidingen de kwaliteit van onze wegen. Het meerjarenuitvoeringsplan, opgesteld in 2022, biedt de mogelijkheid om het onderhoud op een integrale en efficiënte manier aan te pakken. Hierdoor worden de beschikbare budgetten optimaal benut om het gewenste kwaliteitsniveau te handhaven en kapitaalverlies te beperken.

 

Conclusie

De wegen voldoen aan het onderhoudsniveau basis. 

 

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Openbare verlichting
Product Onder het product openbare verlichting valt alles met betrekking tot straatverlichting, aanlichten van gebouwen, monumenten en bomen
Doel
Goed ingerichte en veilige verlichting. Het verhogen van persoonlijke- en verkeersveiligheid.
Beleid

In december 2013 heeft de gemeenteraad het beleidsplan openbare verlichting (2013-2017) vastgesteld. Het beheerplan is vastgesteld door het college. De belangrijkste beleidsuitgangspunten zijn:
Gewenste onderhoudsniveau
Onderhoudsniveau basis geldt voor de hele stad met uitzondering van winkelcentra/ busstation en groene loper, daar geldt niveau A (conform CROW) i.v.m. representatieve uitstraling. 
Verlichtingsniveaus
Huidige verlichtingsniveaus geven geen problemen. Bij nieuw aanleg, en indien nodig bij reconstructies, wordt aangesloten bij de aanbevelingen van de Nederlandse Stichting voor verlichtingskunde.
Vervanging
In het beleidsplan wordt aangegeven op basis van welke prioriteit masten en/of armaturen worden vervangen:
1.    Extreem verouderde lichtmasten (>50 jaar): armaturen waarvan de lampen niet meer leverbaar zijn; (Inmiddels zijn deze uitgefaseerd.)
2.    Lichtmasten en armaturen die niet duurzaam zijn en of ouder zijn dan 40, respectievelijk 20 jaar;
3.    Niet- energiezuinige armaturen.
Indien lampen/armaturen/masten worden vervangen wordt gekozen voor de ledlamp. In “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” zijn deze beleidsuitgangspunten overgenomen.

In 2022 is een uitvoeringsplan voor de openbare verlichting opgesteld dat aansluit op de “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024”.

Uitvoering

Wij laten alle onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door derden en deze worden conform de regels aanbesteed.

Kwaliteit

We bezitten een actueel overzicht van alle beheerobjecten. Een externe partij verzorgt via een prestatieafspraak dat altijd minimaal 98% van de openbare verlichting brandt, en dat storingsmeldingen, binnen vastgestelde tijdsnormen, worden opgelost. De in 2019 gehouden inventarisatie geeft een volledig overzicht van de aanwezige lichtmasten en armaturen, de technische en economische levensduur. Oldenzaal beschikt over 8079 lichtmasten en 8305 armaturen. 43 masten, 0,53% zijn ouder dan 40 jaar (= einde technische levensduur). 46 masten,0,57% zijn ouder dan 50 jaar. Voor de armaturen is dit percentage iets hoger. Bijna 20% (19,6%) van alle armaturen nadert het einde van de technische levensduur (20 jaar). Door actualisatie en renovatie van de  arealen is het aantal lichtmasten iets gedaald.

Planning/toekomst

In het meerjaren uitvoeringprogramma dat eind 2020 aan de raad is aangeboden is er een planning voor vervanging opgesteld.  in 2025 komt er een nieuw uitvoering/beleidsplan.

Budget

Het huidige budget in de begroting is toereikend om het hierboven genoemde beheer uit te voeren.

Budget is € 688.000. Dit bedrag is inclusief aardgas en elektriciteit verbruik (kostenplaats 621021). 

Confrontatie

Het onderhoudsbudget is in 2024 voldoende geweest om de openbare verlichting op het  niveau te houden, zoals in het geldende beleidsplan omschreven.

Conclusie

Wij voldoen aan de prestatieafspraken dat 98% van de verlichting brandt. 

Verkeersregelinstallaties (VRI’s)

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Verkeersregelinstallaties (VRI’s)
Product Onder het product verkeersregelinstallaties (VRI’s) vallen de 10  VRI’s in Oldenzaal
Doel Goed ingerichte, voldoende werkende installaties en daarmee het borgen van de verkeersveiligheid.
Beleid In december 2013 heeft de gemeenteraad het beleidsplan openbare verlichting (2013-2017) vastgesteld. Hierin is het onderdeel verkeersregelinstallaties opgenomen. De VRI’s zijn aangesloten op het lichtmastennetwerk. We hanteren bij het ontwerp, beheer en onderhoud van de verkeersregelinstallaties de richtlijnen van CROW (CROW-Publicatie 213 'Handboek verkeerslichtenregelingen’). In de “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” zijn tevens de VRI’s opgenomen. 
Uitvoering Correctief onderhoud aan de VRI’s wordt uitgevoerd door een extern onderhoudsbedrijf. Wij vervullen de regierol en zorgen voor inzicht in storingen en onderhoud. Een informatiesysteem helpt ons bijsturen waar nodig. Storingen kunnen gemeld worden via het Meldpunt Openbare Ruimte of het digitaal loket. De beheerapplicatie leest storingen uit, en voor urgente problemen in de automaatschakelkast wordt een externe dienst ingeschakeld. 
Kwaliteit De gemeente Oldenzaal heeft 10 VRI’s in beheer. Deze installaties zijn aangesloten op het laagspanningsnet van Coteq netbeheer en hebben daardoor een relatie met de openbare verlichting. Er wordt uitsluitend correctief onderhoud uitgevoerd. 
Planning/toekomst Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd binnen de uitgangspunten van het geldende beleidsplan.
Budget Het onderhoudsbudget in 2024 bedraagt € 29.000 (kostenplaats 621032104).
Confrontatie Het huidige budget dekt het onderhoud. Bij uitval van oudere VRI’s waarbij reparatie niet volstaat, is een voorstel nodig voor extra financiering voor vervanging. 
Conclusie Waar nodig wordt aan de  VRI’s  onderhoud gepleegd. Het budget in 2024 is voldoende geweest om het noodzakelijke onderhoud uit te voeren en de kwaliteit te behouden.

Civiel technische kunstwerken

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Civiel technische kunstwerken
Product De in Oldenzaal te beheren civieltechnische kunstwerken zijn te verdelen over de groepen: houten bruggen, betonnen bruggen, stalen bruggen, duikers, tunnels, keerwanden & muren en overige.
 Doel De civieltechnische kunstwerken moeten heel en veilig zijn.
 Beleid Op 4 februari 2010 heeft de gemeenteraad het beleid voor het beheer van de kunstwerken vastgesteld (Planperiode 2010-2020). In het plan is beschreven hoe de kunstwerken planmatig in stand moeten worden gehouden. Daarbij heeft de raad ervoor gekozen kunstwerken te beheren volgens het scenario heel en veilig. Deze scenario’s van beheer gelden nog steeds. In de “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” zijn ook de Civiel technische kunstwerken opgenomen. 
Uitvoering Wij laten alle onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door derden, aangevuld met eigen dienst. De werkzaamheden worden conform de regels aanbesteed.
Kwaliteit De inspectie van kunstwerken is uitbesteed aan een extern deskundig bureau. Zij beheren ook de inspectie gegevens via het programma iASSET. In november en december 2024 is er een nieuwe inspectieronde uitgevoerd. Ook wordt incidenteel gebruik gemaakt van een betontechnisch adviesbureau. Aan de hand hiervan is het uitvoeringsprogramma voor de komende 2 jaar opgesteld. In 2025 zal het onderhoud op basis van dit programma worden uitgevoerd.  De staat van de civieltechnische kunstwerken is over het algemeen goed te noemen.
Planning/toekomst Het aantal geïnspecteerde kunstwerken bedraagt op dit moment 99 objecten. De areaaluitbreidingen van de afgelopen jaren zijn op dit moment relatief nieuw en  vragen nu nog relatief weinig onderhoud. De uitkomsten van de inspectieronde van eind 2024 en de daaruit volgende meerjaren planning die voor de komende periode is  opgesteld laat zien dat het budget toereikend is. Volgende inspectierondes zullen  meer inzicht moeten geven in de benodigde (extra) middelen om het noodzakelijke onderhoud voor de komende jaren uit te kunnen voeren.
Budget Het budget voor het noodzakelijke onderhoud bedroeg in 2024 een kleine  € 150.000 (kostenplaats 621004090).  Dit budget is voldoende gebleken.
Confrontatie Het bedrag in de begroting is in 2025 toereikend om het hierboven genoemde beheer uit te voeren. Echter, door het gestaag toenemen van het aantal kunstwerken is het mogelijk dat het huidige budget op termijn niet meer toereikend is. Hier zullen te zijner tijd passende financiële maatregelen voor worden genomen. De viaducten vormen de grootste investering en hebben een lange levensduur van 60 jaar. Ze zijn bijna allemaal van recente datum; vervangingen van deze kunstwerken worden niet op korte termijn verwacht.
Conclusie
De staat van de civieltechnische kunstwerken is goed en we hebben de werkzaamheden kunnen uitvoeren met het budget dat ons in 2024 ter beschikking stond.

Openbaar groen

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Openbaar groen
Product Onder het product openbaar groen vallen bomen, heesters, grassen, water en paden/(half)verhardingen
Doel
De aanwezigheid van goed onderhouden openbaar groen, draagt bij aan de leefbaarheid, de vitaliteit en een gevoel van veiligheid voor onze inwoners. De kwaliteit van de openbare ruimte draagt bij aan de aantrekkelijkheid van onze stad. 
Beleid Begin 2016 heeft de gemeenteraad het visiedocument op het openbaar groen “Anders kijken anders doen in het openbaar groen”, voor de planperiode 2015-2025 vastgesteld. In het visiedocument is beschreven hoe het openbaar groen de komende jaren onderhouden wordt.  Het onderhoudsniveau van het openbaar groen in Oldenzaal is B ( beeld/kwaliteit conform CROW systematiek). Voor enkele delen, zoals de binnenstad, wordt op een A-niveau onderhouden. Biodiversiteit en duurzaamheid blijven uitgangspunten voor het toekomstig beheer en ontwerp van de groene ruimte. In 2017 is door de gemeenteraad de groenstructuurvisie vastgesteld waarin ook het beleid voor de bomen in Oldenzaal is opgenomen. In de “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” is ook het openbaar groen opgenomen.
Uitvoering Wij laten beheer- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door de eigen dienst, waarbinnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkzaam zijn. Daarnaast worden werkzaamheden uitgevoerd door derden. Dit gebeurt via aanbestedingen. Daarnaast blijven wij meer inwonerinitiatieven voor (openbaar) groen stimuleren. Hierbij krijgen de inwoners steeds meer een rol in aanleg, beheer en onderhoud.
Kwaliteit Het openbaar groen wordt standaard onderhouden op een CROW-beeldkwaliteit niveau B (Basis), uitgezonderd het stadscentrum en de begraafplaatsen (niveau A). Hiermee wordt de leefbaarheid, de vitaliteit, de veiligheid en de aantrekkelijkheid van de stad op het gewenste niveau gehouden. Ook is het de bedoeling om, vanuit de visie, uitgangspunten zoals biodiversiteit, duurzaamheid en participatie steeds meer vorm te geven. Waar mogelijk worden groenstructuren aan elkaar gekoppeld. Om het kwaliteitsniveau van het openbaar groen te controleren wordt maandelijks een schouw uitgevoerd. Dat is inclusief onkruid op elementverharding. Deze schouw wordt digitaal verwerkt met ons eigen beheersysteem van Obsurv. Waar nodig wordt direct gestuurd op de uitvoering. Binnen Obsurv is ook een module voor het bomenbestand opgenomen. Hierin worden de controles en de vervolgacties bewaakt. De boominspecties worden uitgevoerd via het programma GRIB 2.0. 
Planning/toekomst Zowel in het dagelijks beheer en onderhoud van het openbaar groen, maar ook bij grootschalige renovatie, wordt er zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de overige aanpassingen in de openbare ruimte, waardoor een zo integraal mogelijke aanpak wordt nagestreefd. De planning hierin wordt in het Meerjaren uitvoeringsprogramma (MJUP) gepresenteerd. De daadwerkelijke realisatie gebeurt middels een uitvoeringsplan. Jaarlijks zal het proces van inspectie, inventarisatie vervolgacties en uitvoering plaatsvinden.
Budget

Het budget voor Openbaar Groen, bedraagt in 2024 € 2.754.365. Dat is inclusief een bedrag van € 200.681 dat bedoeld is voor het vergroenen van Oldenzaal (“Groen er maar op los!). Voor Openbaar Groen; bomen is totaal een budget beschikbaar van € 352.980. Het budget is afgestemd op het overeengekomen onderhoudsniveau en areaal. Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd.

Confrontatie

Het budget voor het Openbaar groen is voor dit moment toereikend om het openbaar groen te onderhouden.

Voor Bomen is het budget onvoldoende toereikend op dit moment.  Dit heeft in 2024 geleid tot een overschrijding van € 42.000 op zowel onderhoudskosten als inzet van medewerkers. De uitgaven voor de bestrijding van de eikenprocessierups zijn lager uitgevallen. De overlast is in 2024 beperkt gebleven, waardoor bestrijding beperkt noodzakelijk was. De terugloop van de overlast blijkt ook uit het aantal meldingen dat ten opzichte van 2020 met 95% gedaald is. Dit heeft tot een voordeel van € 72.000 geleid, waarmee het knelpunt voor het bomenonderhoud minder zichtbaar is.

Conclusie

Het openbaar groen voldoet aan het afgesproken onderhoudsniveau en wordt geborgd door periodieke schouw. De verwachting is dat het budget in 2025 toereikend is.  Het budget voor Bomen is in 2025 niet toereikend. Hier zal een advies naar extra financiële middelen voor worden opgesteld.

 

Speelvoorzieningen

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Speelvoorzieningen

 

Product Onder het product speelvoorzieningen vallen speelplekken in de openbare ruimte en speelplekken bij de scholen.
Doel Goed ingerichte en veilige speelplekken die een stimulans zijn voor ontmoeten en spelen.
 Beleid In 2016 is door de gemeenteraad het speelbeleid Oldenzaal 2016 – 2025 vastgesteld. Uitgangspunten in dit plan zijn onder andere meer aandacht voor natuurlijk spelen en ruimte voor buurtparticipatie. Het speelbeleid is in 2020 verder uitgewerkt in het ‘Beheersplan Spelen’.
Op de 121 speelplekken zijn in totaal 735 speeltoestellen aanwezig. 
Uitvoering De beheers- en onderhoudswerkzaamheden en de aanschaf van nieuwe speeltoestellen worden door het Team Buitenbeheer uitgevoerd.
Kwaliteit De speeltoestellen (ook bij natuurlijk spelen) moeten voldoen aan het warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Hierin is aangegeven hoe om te gaan met onderhoud en vervanging. Minimaal 1x per jaar (scholen 2 x per jaar) worden de speeltoestellen geïnspecteerd en de bevindingen worden vastgelegd in inspectierapporten in het systeem ABS-spelen. Eens per 5 jaar worden er nulmetingen door externen verricht. De data en de logboeken zijn actueel en betrouwbaar. 
Planning/toekomst In 2020 is het beheersplan opgesteld en dit vormt de basis voor langdurige afspraken over de werkprocessen voor het beheer en het onderhoud van de speeltoestellen in de openbare ruimte en bij de scholen. Uitgangspunt is dat er een kwalitatief goed en veilig speelaanbod is dat duurzaam in stand kan worden gehouden. Daarnaast geeft het beheersplan inzicht in de kosten en de daarvoor benodigde budgetten, kredieten en reserves.
Budget

Openbare ruimte
Het opgestelde beheersplan spelen geeft inzicht in de kosten en de daarvoor benodigde budgetten, kredieten en reserves voor de langere termijn.
Voor 2024 is een budget opgenomen van € 85.000  voor het uitvoeren van inspecties en herstelwerkzaamheden aan de toestellen in de openbare ruimte. Voor het vervangen van speeltoestellen was in de openbare ruimte voor 2024 een krediet beschikbaar van € 125.000. 

Scholen
Voor de basisscholen is een bedrag opgenomen van € 58.000 voor beheer/onderhoud en vervanging van toestellen 

Confrontatie

Het beschikbare budget is de afgelopen jaren aangewend voor reparatie en onderhoud van de speeltoestellen. Daarnaast zijn er investeringen gedaan voor de aanschaf van nieuwe toestellen. Het in 2020 vastgestelde beheersplan is onder andere opgesteld om de benodigde investeringen in de toekomst te borgen. 

Conclusie

De speeltoestellen voldoen aan het Warenwet besluit Attractie en speeltoestellen. Het speelbeleid 2016-2025 wordt uitgevoerd. In 2020 is het beheersplan opgesteld en vormt de basis voor langdurige afspraken over de werkprocessen voor het beheer en het onderhoud van de speeltoestellen in de openbare ruimte en bij de scholen. Bij het niet beschikbaar stellen van het in het beheersplan gevraagde krediet kan een kwalitatief goed en veilig speelaanbod niet duurzaam in stand worden gehouden conform het vastgestelde beheersplan.  Afgelopen jaar was het budget voldoende om het speelaanbod kwalitatief goed en veilig in stand te houden. 

 

Riolering

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Riolering
Product Riolering
Doel Oldenzaal wil de beschikking hebben over een goed functionerend rioolstelsel, waardoor we gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk beperken. Daarnaast heeft riolering een belangrijke rol in het klimaatadaptief maken van Oldenzaal.
Beleid

Op 14 december 2020 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 (GRP) vastgesteld voor de periode van 5 jaren. 
Hierin zijn de zorgplichten voor hemel-, grond- en afvalwater opgenomen. Via jaarlijkse voortgangsnotities wordt het bestuur op de hoogte gehouden van actualiteiten binnen de rioleringszorg.
In het huidige GRP wordt het bestaande beleid voortgezet. Wel komt er steeds meer aandacht voor de effecten van de klimaatverandering en de manier hoe we daar in Oldenzaal (overheid, inwoner en ondernemer, enz.) mee om willen gaan. In de “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” is ook de riolering opgenomen en zal deel uit maken van een integrale aanpak. 

In 2025 wordt een nieuw beleidsplan (Water Klimaat Programma; opvolger van het GRP) opgesteld. Hierin komt naar verwachting nog meer aandacht voor de effecten van de klimaatverandering en de manier hoe we daar in Oldenzaal (overheid, inwoner, ondernemer, etc.) mee om willen gaan. En ook hoe we dat willen betalen als we ook de bestaande riolering moeten onderhouden. 

Uitvoering Door projecten uit te voeren, het bewustzijn te vergroten door goede communicatie, de kwaliteit in stand te houden door goed risico gestuurd beheer en onderhoud wordt invulling gegeven aan de visie, doelen en ambities uit het GRP en visie beheer openbare ruimte. De werkzaamheden worden door onze eigen teams Projecten en Buitenbeheer uitgevoerd, maar ook door aannemers.
Kwaliteit Kwaliteitsniveau B Basis is uitgangspunt. Hoewel voor de gemeente Oldenzaal het beeld is dat de riolering in redelijke staat verkeert zien we dat de vervangingspiek in Glinde Hooiland en elders nu echt van start is gegaan. Hier wordt op geanticipeerd; in 2024 is begonnen met de rioolvervanging en aanleg van blauwe aders in de Primulastraat en Hyacinthstraat.  Ook is gestart met de voorbereiding van het project Zeeheldenbuurt. In dit kader moet ook de toestand van de riolering in Zuid Berghuizen vermeld worden. Inspecties laten zien dat ook hier de toestand van de riolering minder wordt; vooralsnog zetten we hier in op relining en zullen we de toestand de komende jaren goed monitoren. Voor een betere monitoring hebben we sinds 2023 de beschikking over het programma Rasmariant. Dit systeem helpt ons beter te analyseren welke riolering welk onderhoud nodig heeft en op welke termijn.
Planning/toekomst In de jaarlijkse voortgangsnotitie wordt per situatie omschreven welke doelen we stellen en door middel van welke strategie en maatregelen de gestelde doelen worden verwezenlijkt. Speerpunten daarbij zijn samenwerken in de waterketen, inzet op duurzaamheid en klimaatverandering. Komende jaren ligt de focus op de wijk Glinde-Hooiland. Over een jaar of 5 zal een wijkgerichte aanpak voor Zuid Berghuizen ontwikkeld gaan worden.
Budget

Structurele lasten voor de uitvoering van het GRP zijn opgenomen in de meerjarenbegroting en worden gedekt uit het rioolrecht. De voor beheer en onderhoud van het huidige stelsel benodigde middelen zijn beschikbaar. 
Het budget voor 2024 bedroeg:
Ruim € 1.7 miljoen voor Dagelijks onderhoud riolering (672201). Dit budget hebben we zonder overschrijdingen kunnen gebruiken.

Ruim € 3 miljoen voor nieuwe investeringen. Hier zien we dat het lastig is dit bedrag geheel te benutten, met name doordat projecten een steeds langere doorlooptijd krijgen. Dit komt vooral door lange termijnen voor Nutsaanleg en langere participatietrajecten.   

Confrontatie

In het GRP is een balans gezocht tussen de ambitie voor goed rioolbeheer en aanpassing aan de klimaatverandering (vernieuwen riolering/blauwe aders) versus het beheersbaar houden van de rioolheffing (toepassen relining).
In de jaren ’50 en ’60 is bijna 50 km nieuwe riolering aangelegd. We voorzien hier een onderhouds-/vervangingspiek voor de komende 10-20 jaar. Binnen het huidige budget wordt het steeds lastiger om naast "beheer op orde" de ambitie voor waterberging goed te houden.

Conclusie

De riolering voldoet over het algemeen aan het onderhoudsniveau, maar het niveau gaat achteruit. Door de noodzaak eerder te vervangen in delen van de wijk Glinde Hooiland en de toestand van de riolen in Zuid Berghuizen is de voorspelde vervangingspiek aan het beginnen. Dat gaat de komende 10-20 jaar extra druk op de rioolheffing leggen.

 

Schoolgebouwen

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Schoolgebouwen
Product Onder het product schoolgebouwen vallen de aanvragen voor nieuwbouw of grootschalige revitalisatie. Het onderhoud (zowel binnen als buiten) en beheer komt voor rekening van de schoolbesturen. Uitgezonderd scholencomplex De Essen, waarin de basisscholen De Linde en De Esch zijn gehuisvest. Bij dit gebouw komt het  beheer en onderhoud voor rekening van de gemeente.
Doel Aanwezigheid van een efficiënte en goede verdeling binnen de wijken van de schoolgebouwen
Beleid We hebben een zorgplicht voor: (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding, medegebruik, gebruik, terrein, eerste inrichting en schade / constructiefouten, tenzij een gevolg van nalatigheid. Al het onderhoud is voor rekening van de schoolbesturen, waarvoor zij een rechtstreekse vergoeding ontvangen van het Rijk. In 2021 is het IHP vastgesteld en vanaf 2022 werken we met dit plan.
Doelstelling van dit plan is om te zorgen voor duurzame en gezonde schoolgebouwen en te komen tot een efficiënte en goede verdeling binnen de wijken van deze onderwijsgebouwen.
Uitvoering Aangezien de onderhoudsverplichting is komen te vervallen laten we de schoolgebouwen niet meer jaarlijks inspecteren. 
Het schoolgebouw De Essen wordt periodiek door medewerkers van onze eigen dienst geïnspecteerd en waar nodig onderhoud ingepland en uitgevoerd.
Kwaliteit Deze is binnen het IHP vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van Frisse Scholen klasse B (goed)
Planning/toekomst Overeenkomstig het IHP worden de schoolvervangingen ingepland. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt de actuele stand van zaken weergegeven.
 Budget Voor de nieuwbouw of grootschalige revitalisatie dient een afzonderlijk krediet te worden aangevraagd. Voor de ver- en nieuwbouw van verscheidene scholen in het primair en voortgezet onderwijs is in het IHP een budget opgenomen. De opgenomen bedragen zijn ramingen. Na het uitvoeren van de haalbaarheidsonderzoeken vindt een verfijning van het krediet plaats inclusief zaken zoals eventueel vrijvallende restantboekwaarde, sloop- en verhuiskosten en tijdelijke huisvestingskoten. Ook wordt hierbij rekening gehouden met het huidige rentepercentage.
 Confrontatie Zie budget
Conclusie Via het IHP zijn de middelen voor de komende planningsperiode veiliggesteld binnen de begroting. Het gaat hierbij om geraamde bedragen. In de kredietaanvraag worden deze bedragen geactualiseerd en aangevuld met overige kosten.

Overige gebouwen

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Overige gebouwen
Product Onder het product overige gebouwen vallen alle gebouwen in eigendom van de gemeente, uitgezonderd schoolgebouwen.
 Doel Als eigenaar hebben we de verplichting voor een veilig te gebruiken gebouw en voldoen aan de wettelijke vereisten.
Beleid Het beheer en onderhoud van het maatschappelijk vastgoed (uitgezonderd schoolgebouwen) worden afgestemd op de situatie van het gebouw. Het huidige beleid voor beheer en onderhoud is gericht op een voortdurende instandhouding van ons vastgoedbezit. Wij hebben verplichtingen als eigenaar, verhuurder of exploitant. Gebouwen moeten veilig te gebruiken zijn en voldoen aan de wettelijke vereisten. Wij willen efficiënt met ons vastgoedbezit omgaan en zien vastgoedeigendom niet als een doel op zich. Door te zoeken naar optimalisatie in het gebruik verwachten we dat er de komende jaren gebouwen worden afgestoten of ingevuld worden met een andere functie om maatschappelijke doelstellingen te bereiken. 
 Uitvoering Al deze gebouwen worden jaarlijks geïnspecteerd. Indien nodig wordt daarbij externe expertise ingehuurd. De onderhoudsgegevens worden ingevoerd in een meerjarenprogramma. Uitgangspunt bij het onderhoud van onze gebouwen is ‘sober en doelmatig’. Tijdens de jaarlijkse inspectie wordt de noodzaak van het geplande onderhoud beoordeeld. Daar waar mogelijk worden werkzaamheden doorgeschoven naar volgende jaarschijven. Bewaakt wordt wel dat er geen kapitaalvernietiging optreedt door te laat preventief onderhoud. Vervanging van (installatie-)onderdelen vindt pas plaats als deze niet meer functioneren of als wordt verwacht dat ze op korte termijn gaan uitvallen. In de uitgangspunten van het gemeentelijk vastgoedbeleid is verwoord dat er bij vervanging wordt gekozen voor de meest duurzame en energiezuinige oplossing, mits er sprake is van een reële terugverdientijd. In 2024 is het gebouwenbeheerplan  geactualiseerd. In oktober 2024 is deze vastgesteld.
Kwaliteit De gebouwen worden onderhouden op de afgesproken kwaliteit vallend binnen de termen sober en doelmatigheid.
Planning/toekomst Na vaststelling van het MJOP zal er jaarlijks worden geïnspecteerd en gemuteerd. Het MJOP is leidend voor de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, passend binnen de uitgangspunten van het gemeentelijk vastgoedbeleid.
 Budget Met bovengenoemde uitgangspunten voor beheer wordt de Voorziening Gebouwenbeheerplan Overige Gebouwen, met de in de programmabegroting geraamde dotaties voor de komende 10 jaar, voldoende gevoed. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening bedraagt € 555.001. Het saldo van de voorziening bedraagt per 31  december 2024 € 1.9860.000.
 Confrontatie Zie: budget
Conclusie De overige gebouwen voldoen aan de uitgangspunten zoals opgenomen in het gemeentelijk vastgoedbeleid en het budget is in 2024 voldoende om deze kwaliteit te behouden.

 

Sportaccommodaties

Terug naar navigatie - 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen - Sportaccommodaties
Product Onder het product sportaccommodaties vallen buiten- en binnensport accommodaties.
Doel Ons doel is om álle inwoners te laten genieten van sport en beweging. Daarom investeren wij in sportaccommodaties en sportverenigingen.
Beleid Wij willen er voor zorgen dat er voldoende en kwalitatief hoogwaardige binnen- en buitensportaccommodaties beschikbaar zijn en blijven voor vitale sportverenigingen. Dit omvat naast beheer ook de verdere ontwikkeling en verbetering van accommodaties. De visie op sport en bewegen is in 2016 vastgesteld. Er is een nieuwe tarievenstructuur vastgesteld. De buitensportverenigingen zijn zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de servicewerkzaamheden. Verdere privatisering van de buitensportaccommodaties is nog niet in ontwikkeling. Naast de gedeeltelijke privatisering van werkzaamheden zijn ook ontwikkelingen in de sport van belang voor het toekomstige beheer van de sportaccommodaties. Zo neemt het meisjesvoetbal en het zaterdagvoetbal een vlucht waar de accommodaties niet op ingericht zijn. Doelstelling is om de gevolgen per vereniging in kaart te brengen en voor te leggen. Synarchis heeft dit vooronderzoek uitgevoerd en in 2025 worden de uitkomsten hiervan verwerkt in een harmonisatieonderzoek.
 Uitvoering Voor het uit te voeren beheer en onderhoud is het “Sportbeheerplan 2013” maatgevend. Dit plan is in 2020 geactualiseerd. De sportvelden (buitensport) worden eenmaal per drie jaar door een externe organisatie uitgebreid kwalitatief beoordeeld. In 2023 is dit beheerplan opnieuw geactualiseerd. In het opgestelde rapport wordt, naast de advisering voor het reguliere beheer en onderhoud, speciale aandacht besteed aan geplande (vervangings-) investeringen in de nabije toekomst. Wel wordt de afweging gemaakt dat bij voldoende technische kwaliteit de investeringen naar een later tijdstip kunnen worden verschoven.
Kwaliteit Voor het onderhoudsniveau van de buitensport accommodaties wordt aansluiting gezocht bij de onderhoudscriteria zoals deze door NOC*NSF, in samenwerking met de sportbonden, zijn geformuleerd.
Planning/toekomst In het jaar voorafgaande aan de investering zal worden beoordeeld of de technische levensduur langer is dan de economische levensduur en afhankelijk daarvan kan de vervangingsinvestering eventueel worden uitgesteld. De integrale afweging van (vervangings-)investeringen in de sport vindt jaarlijks plaats in de programmabegroting.
 Budget In de begroting is voor elke sportaccommodatie afzonderlijk budget opgenomen voor het dagelijks en reguliere beheer en onderhoud alsmede kleine vervangingsinvesteringen.  De budgetten voor de schil (=vastgoed) van de binnemmodaties zijn ondergebracht in de Voorziening Gebouwenbeheerplan (zie Overige gebouwen).n- en buitensportacco
Confrontatie

In 2023 is het sportbeheerplan geactualiseerd. Dit nieuwe beheerplan is richtinggevend voor het beheer en onderhoud van onze sportaccommodaties. Aansluitend zal de confrontatie met de beschikbare budgetten inzicht moeten geven of deze voldoende zijn om het beheer en onderhoud op het afgesproken niveau uit te voeren. Daarnaast liep in december 2024 het contract met de onderhoudspartij van de sportterreinen af. Middels een aanbesteding is deze opdracht nu weer voor 4 jaar weggezet.

Conclusie Afhankelijk van de verdere uitwerking van het sportbeheerplan is aan te geven of de beschikbare budgetten voor 2024 en verder, voldoende zekerheid bieden. Mocht op dat moment geconstateerd worden dat beschikbaar budget en voorgenomen maatregelen niet met elkaar in overeenstemming zijn, zullen er maatregelen worden getroffen opdat deze overeenstemming alsnog ontstaat.

3.3 Financiering

Terug naar navigatie - - 3.3 Financiering

Algemeen (financiering)

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Algemeen (financiering)

Het treasurystatuut Oldenzaal 2018 is uitgangspunt voor alle treasuryactiviteiten. Dit statuut is door het college vastgesteld in de vergadering van 5 december 2017 en is met ingang van 1 januari 2018 in werking getreden. De raad is hiervan via een infobrief op de hoogte gebracht. 
Het treasurystatuut is aangepast vanwege o.a. gewijzigde wet- en regelgeving:
•    De wet Fido is gewijzigd om het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden te kunnen invoeren;
•    De Regeling Ruddo is gewijzigd waarmee de richtlijn voor het inzetten van derivaten is aangescherpt. 
In ons treasurystatuut is bepaald dat het gebruik van derivaten niet is toegestaan. 
Ook is een artikel toegevoegd waarin is vastgelegd dat toekomstige organisatiewijzigingen zonder collegebesluit van toepassing worden geacht op het huidige treasurystatuut.  

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft het maximale bedrag aan dat met kortlopende middelen mag worden gefinancierd. Deze limiet wordt elk kwartaal getoetst en mag in beginsel niet worden overschreden. Wanneer de limiet voor het derde achtereenvolgende kwartaal wel wordt overschreden moet de provincie Overijssel daarvan op de hoogte worden gebracht. Daarbij moet tevens een plan om binnen de limiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd. De limiet voor 2024 bedraagt 8,5% van de lasten van de begroting bij aanvang van het jaar en bedraagt afgerond € 9,8 mln. De limiet is niet overschreden. Hiermee is voldaan aan de gestelde voorwaarden.   

Bedragen x €1.000
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Kasgeldlimiet
9801
9801
9801
9801
Saldo gemeente
1319
6749
551
730
onderschrijding
8482
3052
9250
9071

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Renterisiconorm

Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s bij herfinanciering en/of renteherziening. Elke gemeente loopt een financieel risico wanneer de rente onverwacht stijgt. Door te zorgen voor voldoende spreiding in de rentetypische looptijden van de leningenportefeuille en/of door te kiezen voor een annuïtaire- of lineaire aflossingsvorm kunnen de effecten van een renteverandering worden afgevlakt. De renterisiconorm voor 2024 bedraagt 20% van het totaal van de lasten op de begroting, 20% van afgerond € 115 mln. is € 23 mln. In 2024 is geen langlopende lening aangetrokken, er was geen sprake van herfinanciering of renteherziening en de renterisiconorm is dan ook niet overschreden.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is onder meer afhankelijk van het tijdstip waarop investeringen tot uitvoering komen. Daarnaast is ook aflossing van de leningenportefeuille bepalend voor de liquiditeitspositie. In 2024 is ruim € 2,6 miljoen afgelost. Dit kan er toe leiden dat er langlopende financiering moet worden aangetrokken. Ons streven is er op gericht om binnen de kasgeldlimiet in de financieringsbehoefte te voorzien door het aantrekken van kortlopende leningen. De ervaring leert namelijk dat de rente op kortlopende leningen nagenoeg altijd lager is dan op langlopende geldleningen waardoor (tijdelijk) een rentevoordeel kan worden behaald. In 2024 is geen vaste geldlening aangetrokken. 

Liquiditeitsplanning

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Liquiditeitsplanning

De liquiditeitenplanning voor de geldstromen binnen onze gemeente is een instrument waarmee intern een betere afstemming kan plaatsvinden over betalingsactiviteiten en de effecten daarvan op de gemeentelijke financiering. In het verlengde daarvan vormt de planning een basis voor meer onderbouwde financieringsactiviteiten.

Rentevisie

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Rentevisie

De rentevisie wordt gebaseerd op de rentevisie van enkele financiële instellingen, waaronder die van onze huisbankier. De Europese Centrale Bank (ECB) beslist maandelijks over de officiële rentetarieven in het eurogebied en heeft diverse instrumenten om die te beïnvloeden. Factoren die van invloed zijn op de rente zijn o.a. economische groei, inflatie en monetair beleid. Hoofddoel van de ECB is de prijzen stabiel houden, dat biedt zekerheid en vertrouwen en bevordert economische groei. Het rente-instrument is voor de ECB een heel doeltreffend instrument om de hoogte van de rente op de geldmarkt en daarmee de groei en inflatie te sturen. 

Door de oplopende inflatie was de ECB in 2023 genoodzaakt om het ruime geldbeleid verder in te perken en de (korte termijn) rente tarieven te verhogen, met het doel de sterk opgelopen inflatie af te remmen en terug te brengen naar de gewenste 2%. Dit heeft in 2024 effect getoond waardoor de ECB de rente kon verlagen. De herfinancieringsrente, het tarief waartegen banken geld kunnen lenen, is op 18 december 2024 verlaagd van 3.40 % naar 3.15 %. De depositorente, de vergoeding die banken krijgen om bij de ECB geld te stallen werd verlaagde van 3,25 % tot 3,00 %. Mede  door de ECB doorgevoerde monetaire verkrapping heeft geleid tot een substantiële daling van de inflatie in de richting van de doelstelling van 2 %. De ECB- projecties wijzen op een inflatie van gemiddeld 2.5% in 2024, dalend naar 2.2% in 2025 en 1,9% in 2026.

Afhankelijk van de daadwerkelijke inflatieontwikkelingen is de verwachting dat de beleidsrentes in 2025 redelijk stabiel zullen blijven of zeer beperkt nog iets zullen dalen.  Uitgangspunt in ons beleid is om bij het aantrekken van nieuwe leningen, leningen met een looptijd van 10 jaar of langer aan te trekken waardoor de fluctuaties van de omslagrente, zoals gewenst, beperkt zullen blijven.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Leningenportefeuille

De leningenportefeuille bestaat op het moment van het opstellen van deze paragraaf uit vier leningen met een restant schuld per 1 januari 2025 van € 20,9 mln. De gemiddelde rente van deze leningen bedraagt 0,70% (1 januari 2024 0,73%). Vervroegde aflossing van deze leningen is niet mogelijk en de rente staat gedurende de gehele looptijd vast. 

Uitzettingen

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Uitzettingen

Door de invoering van het schatkistbankieren zijn wij verplicht om overtollige middelen boven een “drempelbedrag” aan te houden in de schatkist. Het drempelbedrag is 2,0% van de begrotingsomvang. De gemeente Oldenzaal mocht in 2024 per kalenderdag afgerond € 2.3 miljoen buiten de schatkist houden. Dit wordt per kwartaal getoetst en het gemiddelde positieve saldo in R/C mag dit bedrag niet overschrijden. Vanuit praktische overwegingen is er voor gekozen om overtollige middelen per dag automatisch door de BNG Bank te laten overboeken naar de schatkist. Hiermee wordt voorkomen dat het drempelbedrag wordt overschreden. Omdat het verstrekken van leningen niet tot de kerntaken van de gemeente behoort is in het treasurystatuut bepaald dat de gemeente zelf geen leningen verstrekt. Het verstrekken van garanties, evenals het aangaan van financiële participaties, wordt uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Ter beperking van het financiële risico wordt geen garantie verstrekt indien een beroep kan worden gedaan op een voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds. De gemeente Oldenzaal heeft nog een leningenportefeuille van hypothecaire geldleningen die in het verleden aan medewerkers zijn verstrekt. Sinds 2009 is het bij wet niet meer toegestaan leningen te verstrekken, bestaande leningen mogen uitlopen. De portefeuille bestaat per 31 december 2024 uit een totale restantschuld van afgerond € 1,5 miljoen.

Relatiebeheer

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Relatiebeheer

De BNG Bank in Den Haag is onze huisbankier. In 2022 is er een onderhandse overeenkomst met de BNG Bank afgesloten voor onbepaalde tijd. Ten behoeve van het schatkistbankieren hebben we ook bij het Ministerie van Financiën een rekeningcourant. En voor de verwerking van het contante betalingsverkeer zoals de parkeergelden en de leges Publiekszaken is een overeenkomst afgesloten met Brink’s Solutions Nederland B.V.

Renteomslag

Terug naar navigatie - 3.3 Financiering - Renteomslag

Het gehanteerde renteomslagpercentage bedroeg voor 2024 1,25%. Berekening op basis van de gegevens zoals in deze jaarstukken opgenomen laat een percentage zien van  0,3%. Deze afwijking zorgt voor een negatief resultaat op treasury,   Dit negatieve resultaat is ontstaan omdat bij de Najaarsnota de begroting Treasury niet is  aangepast.

In onderstaande tabel treft u de actuele berekening van de renteomslag aan. Deze wordt gebruikt voor toerekening van rente aan de diverse taakvelden.

Berekening rente-omslag 2024
A
De externe rentelasten over de korte en lange financiering
€ 320.737,15
B
De externe rentebaten over de korte en lange uitzettingen
€ 121.316,78
Saldo rentelasten en rentebaten (A-/-B)
€ 199.420,37
C1
De rente die aan de facilitaire grondexploitaties (kostenverhaal) moet worden doorberekend
€ -5.886,11
C2
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend
€ -
C3
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend
€ -
regel 10
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente (C1+C2-/-C3)
€ 193.534,26
D1
Rente over eigen vermogen
€ 49.204,32
D2
Rente over voorzieningen
€ -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente (regel 10 + D1 + D2)
€ 242.738,58
E
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)
€ 281.520,24
F
Renteresultaat op het taakveld treasury (regel 14 -/- E)
€ -38.781,66
Boekwaarde IMVA 1-1
€ 1.164.125,47
Boekwaarde MVA 1-1 (staat C + warme gronden)
€ 88.122.346,31
Boekwaarde FVA (excl. aan derden verstrekte leningen) 1-1
€ 262.437,86
Boekwaarde grondexploitatie 1-1
€ -2.325.936,91
Totaal
€ 87.222.972,73
Berekende omslagrente
0,28%
Gehanteerde omslagrente (na correctie)
0,32%
Verschil
-0,04%

3.4 Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - - 3.4 Bedrijfsvoering

Algemeen (bedrijfsvoering)

Terug naar navigatie - 3.4 Bedrijfsvoering - Algemeen (bedrijfsvoering)

De paragraaf bedrijfsvoering geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens rond de gemeentelijke bedrijfsvoering. Met bedrijfsvoering worden de bedrijfsprocessen bedoeld die nodig zijn om de beleidsdoelstellingen uit de programma's te realiseren. De bedrijfsvoering is daarbij randvoorwaardelijk.

Maatschappelijke ontwikkelingen en (ingrijpende) veranderingen in wet- en regelgeving zijn van grote invloed op ons werk; op wat we doen, hoe we dit doen en met wie we dit doen. Complexe vraagstukken en samenwerkingsvormen (zowel lokaal als regionaal) vergen andere sturing en flexibele inzet van mensen en middelen. Daarnaast vragen onze eigen ambities en het streven naar optimale dienstverlening aan de stad om een duidelijke focus op onze doelen en taakuitvoering. Wij zetten in op samenwerking, vernieuwing en transparantie. Samen met de samenleving werken wij aan een leefbare stad.

We zijn continu bezig onze werkwijzen te verbeteren en efficiënter in te richten. Dit kunnen kleine aanpassingen zijn in processen, maar ook complete herinrichtingen van processen . We streven ernaar om onze organisatie voortdurend zo optimaal mogelijk te laten functioneren. 

Het jaar 2024 stond vanuit de bedrijfsvoering in het teken van het verbeteren van de (digitale) dienstverlening, het doorvoeren en digitaliseren) van de nieuwe P&C-cyclus en het oppakken van belangrijke (wettelijke) ontwikkelingen. Digitale dienstverlening wordt aan de ene kant verbeterd richting onze inwoners, maar dit betekent ook dat onze medewerkers voortdurend mee moeten gaan in deze ontwikkelingen. Daarnaast  is aandacht besteed aan het openbaar maken van onze informatie conform de Wet open overheid. 

In 2024 richtten we ons op de volgende hoofdthema’s:
•    verbeteren en doorontwikkelen van onze dienstverlening;
•    (wettelijke) ontwikkelingen en rechtmatigheid;
•    openbaarheid van informatie.

Dienstverlening

Terug naar navigatie - 3.4 Bedrijfsvoering - Dienstverlening

Uitbreiding en verbetering van onze digitale dienstverlening heeft onze doorlopende aandacht. De inwoner kan zelf de afweging maken of ze kiest voor digitale dienstverlening of een afspraak op het stadhuis en waar nodig is er dienstverlening op locatie. 

Mens en organisatie

Op dit moment is een aantal factoren van invloed op ons HR beleid, namelijk:
•    de veranderende maatschappij en eisen die worden gesteld aan gemeenten en ambtenaren;
•    de toenemende complexiteit en hoeveelheid opgaven;
•    de veranderende arbeidsmarkt (krapte, vergrijzing, visie op arbeid door de jongere generatie en digitalisering).

We willen slagvaardig diensten verlenen aan de samenleving. Dat vraagt een gezonde, wendbare en toekomstbestendige organisatie.  Om de wettelijke taken uit te kunnen voeren en onze (politieke) ambities te realiseren hebben we een kwalitatief en kwantitatief goed personeelsbestand nodig.  Om dit te behouden en te versterken waar nodig , richten we ons HR beleid  specifiek op de thema's vinden, binden, ontwikkelen en duurzame inzetbaarheid.  We hebben in 2024 diverse HR-instrumenten  en activiteiten ingezet om te werken aan deze thema's, waaronder: 

  • Wendbare en toekomstbestendige organisatie: In het kader van de organisatie-ontwikkeling hebben we een ontwikkelagenda opgesteld waarop de belangrijkste thema's staan om toekomstbestendig te blijven.  
  • Kwalitatief en kwantitatief goed personeelsbestand: We hebben onze wervingsstrategieën versterkt om het toegenomen aantal vacatures te kunnen blijven vervullen. Het aantal vervulde vacatures van de afgelopen 3 jaren was als volgt:
  • 2022: 45 vacatures
  • 2023: 50 vacatures
  • 2024: 60 vacatures
  • Het aantal reacties op de vacatures verschilt nogal. Zo zien we op vacatures als medewerker backoffice burgerzaken, Wmo consulent medewerker KCC een groot aantal reacties. Vacatures die meer specialistisch van aard zijn,  kosten aanzienlijk meer tijd en moeite om in te vullen. Te denken aan functies in het ruimtelijk domein, op financieel gebied en ICT gebied.
  • Omdat een goede introductie bijdraagt aan een goede binding hebben we ons onboarding-programma uitgebreid met een onboarding-app.  
  • Actueel en wendbaar beloningsbeleid: we zijn in 2024 gestart met de implementatie van een nieuw functiewaarderingssysteem HR21. Met deze basis kunnen we een start maken een passend beloningsbeleid;
  • Weerbaarheid: we hebben ons integriteitsbeleid en onze gedragscode geactualiseerd.  Immers integere ambtenaren en bestuurders zijn een basisvoorwaarde voor het vertrouwen van de inwoner in het gemeentelijk handelen.  
  • Arbo: in 2024 heeft de focus gelegen op de thema's veiligheid en agressie. De protocollen zijn geactualiseerd, er zijn extra veiligheidsmaatregelen getroffen  en er is een Agressie Interventie Team opgericht. 
  • Vermindering kwetsbaarheid/regionale samenwerking: we hebben in 2024 de salarisadministratie ondergebracht in het regionale samenwerkingsverband salarisadministratie Wierden.

 

 

Inspelen op digitale ontwikkelingen 
Inwoners en ondernemers zien veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van informatie(technologie) en verwachten van ons dat wij hierop inspelen. Wij volgen de ontwikkelingen en passen ze toe als dit in het belang is van de ambitie van onze gemeente. De strategie die wij hierin hanteren is die van “slimme volger”. Als basis hiervoor is flexibele automatisering nodig. Hiervoor zetten we samen met andere gemeenten in de regio (IT Platform Twente), onze ICT partner gemeente Hengelo, in de coöperatieve vereniging Dimpact en landelijk (VNG realisatie) stappen. Op het gebied van technologie worden de ontwikkelingen rondom blockchain, datamining, algoritmen en internet of things gevolgd en passen we dit toe in onze gemeente indien dit van belang is. 

Met de samenwerkende partijen zijn de volgende projecten gerealiseerd:

  • Samen met IT-platform hebben we een applicatie in het kader van de Wet tijdelijke huisverboden vervangen. 
  • Samen met Dimpact is er verder ontwikkeld aan PodiumD en Openformulieren. Elders onder programma Dienstverlening is hier meer over geschreven.
  • In de samenwerking met IT Hengelo zijn we gestart met de implementatie van Optimaal Digitaal Samenwerken. In 2024 zijn hiervoor Intune (beheren gebruikerstoegang), MFA (Microsoft authenticator) en Office 365 (Word, Excel, PowerPoint en OneNote) gerealiseerd.
  • In 2024 zijn diverse samenwerkingsovereenkomsten geactualiseerd. 
  • VNG realisatie heeft samen met ons gezorgd voor het implementeren van Haal Centraal, een Common Ground toepassing waarmee je de basisregistratie personen kunt bevragen vanuit een  gekoppelde op een Common Ground gebouwde applicatie. Dit was voor ons de Vergunningen, Toezicht en Handhavingsappplicatie .  

De volgende projecten heeft de gemeente Oldenzaal uitgevoerd:

  • Implementatie van een nieuw meldingen systeem, waardoor de melding van een inwoner veel sneller kan worden afgehandeld.
  • Er is een visie op de digitale overheid vastgesteld en hiermee is een start gemaakt.
  • Het financieel systeem en de factuurafhandelingssoftware is vervangen. Daarnaast is een applicatie voor het digitaal kunnen maken van de Planning en Control-cyclus ingevoerd.
  • Er is een pilot geweest voor het testen van een wachtwoordkluis die nu verder wordt uitgerold binnen de organisatie.
  • In o.a. de trouwzaal en de raadzaal zijn audiovisuele middelen vervangen en geïnstalleerd.  Hierdoor kan er digitaal gestemd worden, en zijn de mogelijkheden voor digitaal bijwonen van raadsvergaderingen sterk verbeterd.
  • Vanuit het datagedreven werken zijn er in elk domein pilots gestart om te onderzoeken of AI-tools waaronder ChatGPT binnen de gemeentelijke processen toe te passen is.

 

 

Adoptie en implementatie Microsoft 365
De planning was om in 2024 over te stappen naar Microsoft 365. Hiermee werken we volledig in de cloud. Het gehele traject is opgesplitst in 4 projecten:

  • Implementatie Office online; vervanging van de huidige Office-pakketten; dit project is afgerond
  • Implementatie Telefonie; vervanging van de huidige telefooncentrale; dit project heeft vertraging opgelopen bij de aanbesteding en wordt in 2025 verder opgepakt
  • Implementatie Samenwerkomgeving; inrichtingen van de nieuwe samenwerkomgeving; een informatiebeheerplan en high level design is in 2024 opgesteld. Ook dit project heeft vertraging opgelopen en wordt in 2025 verder opgepakt
  • Implementatie Intranet; vervanging van het huidige intranet; dit project is conform de planning nog niet gestart maar wordt pas opgestart nadat de andere 3 projecten voor een groot deel zijn afgerond.

Op het gebied van ICT werken we samen met gemeente Hengelo. In dit project hebben we wel medezeggenschap maar gemeente Hengelo is leidend. Zij bepalen daarmee grotendeels de planning en voortgang van de implementatie van M365.  

Nieuwe informatiewetten 
Verschillende informatiewetten die van invloed zijn op gemeenten treden binnenkort in werking of zijn reeds van kracht, zoals de Wet Digitale Overheid, de Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer (Wmebv) en het Besluit digitale Toegankelijkheid. Gemeenten moeten zich voorbereiden op de verplichtingen die voortvloeien uit deze wetgeving. In 2024 heeft een inventarisatie plaatsgevonden om de impact te beoordelen en specifieke acties te bepalen. De gemeenteraad heeft de Visie Digitale Overheid vastgesteld waarin prioriteiten zijn bepaald voor het verbeteren van digitale dienstverlening en digitale toegankelijkheid van apps en websites. Om te voldoen aan de Wmebv heeft het college in 2024 een aanwijzingsbesluit vastgesteld waarin staat welk online formulier gebruikt moet worden bij het digitaal aanvragen van producten en diensten. Samenwerking tussen gemeenten en ICT leveranciers is belangrijk om onze informatiesystemen aan te passen. Uiteindelijk kan de gemeente Oldenzaal voldoen aan de nieuwe vereisten en zorgen voor een efficiënte en toegankelijke digitale dienstverlening.  

Archivering

In 2024 is een handboek kwaliteitssysteem informatiebeheer opgesteld (status: in concept gereed).  Het hebben van een kwaliteitssysteem is noodzakelijk om te kunnen beoordelen of het informatiebeheer voldoet aan de wensen en eisen die eraan gesteld worden. Vanuit de Archiefregeling (artikel 16) is een kwaliteitssysteem een wettelijke verplichting; het ontwikkelen en implementeren van een kwaliteitssysteem is dan ook aanbevolen in het rapport van de archiefinspectie en de jaarlijkse KPI rapportages.
De implementatie van een kwaliteitssysteem is onderdeel van het in december 2023 vastgestelde Verbeterplan Informatiebeheer (2023-2026). De projecten en acties in het verbeterplan hebben tot doel ons informatie- en archiefbeheer duurzaam op orde te brengen en te houden. Om de organisatie hierin te ondersteunen is het huidige team Documentaire Informatievoorziening in 2024 gestart met een ontwikkeling naar een nieuw team Informatiebeheer. Dit team zal zich vooral richten op een advies- en begeleidingstaak bij digitaal werken. Om deze nieuwe rol ook goed uit te kunnen voeren is het team eind 2024 gestart met een leergang Informatiemanagement. Ook heeft de stadsarchivaris in 2024 de archiefopleiding VVA (Voortgezette Vorming Archiefbeheer) succesvol afgerond.
In 2024 heeft de gemeente Oldenzaal de genealogie website een update gegeven. Hierdoor is het voor geïnteresseerden eenvoudiger geworden om informatie over hun voorouders te vinden.

In 2024 werd opnieuw duidelijk hoe belangrijk informatiebeveiliging is binnen gemeenten. De toenemende digitale dreigingen, mede gedreven door geopolitieke spanningen zoals de oorlog in Oekraïne en spionageactiviteiten uit diverse landen, maken cyberveiligheid een onlosmakelijk onderdeel van de hedendaagse (hybride) oorlogsvoering. Gemeenten worden dagelijks geconfronteerd met duizenden geautomatiseerde én gerichte aanvallen. Gelukkig zorgen onze beveiligingsmaatregelen, zoals firewalls en detectiesystemen, ervoor dat de meeste aanvallen direct worden afgeslagen. Toch kunnen bijvoorbeeld geavanceerde phishingmails de e-mailfilters omzeilen en nietsvermoedende medewerkers verleiden tot het delen van vertrouwelijke informatie of het klikken op een schadelijke bijlage.  Daarnaast werd in 2024 een trend gesignaleerd: steeds vaker worden niet de gemeenten zelf, maar hun leveranciers het doelwit van hackaanvallen. 

Een enkele succesvolle aanval kan grote gevolgen hebben, variërend van datalekken en verstoring van gemeentelijke dienstverlening tot financiële schade.  Veel cyberdreigingen starten met social engineering, waarbij kwaadwillenden inspelen op de onoplettendheid van gemeentepersoneel. Dit onderstreept het belang van bewustwording en training. In 2024 is daarom veel aandacht besteed aan zowel fysieke als digitale trainingen.

We blijven onze informatieveiligheid continu toetsen en verbeteren. In lijn met de Baseline Informatie-veiligheid Overheid (BIO) zijn er in 2024 weer diverse ICT-technische verbeteringen doorgevoerd en initiatieven opgezet om het bewustzijn binnen onze organisatie te vergroten. Voor het achtste achtereenvolgende jaar wordt via de ENSIA-systematiek (Eenduidige Normatiek Single Information Audit) verantwoording afgelegd over onze informatieveiligheidsstatus. Dit gebeurt richting zowel de wettelijke toezichthouders als de gemeenteraad. Dit proces wordt beoordeeld door een externe auditor, die een Assurance Verklaring verstrekt als bevestiging van onze inzet en voortgang. Daarnaast hebben wij ons beleid aangescherpt.

Bedrijfscontinuïteit
In 2023 is het bedrijfscontinuïteitsplan vastgesteld. Doel van het continuïteitsplan is om de effecten van een crisis zoveel mogelijk te reduceren, verdere schade en escalatie te voorkomen, de dienstverlening te continueren en het herstel te bespoedigen van de meest bedrijfskritische processen. 
Binnen het bedrijfscontinuïteitsplan richten we ons op 3 pijlers:
•    Uitval van het gebouw
•    Uitval van middelen (ICT, stroom, telefonie)
•    Uitval van medewerkers
Het continuïteitsplan is in 2024 getest op actualiteit en bruikbaarheid. Uit de evaluatie van deze oefening zijn een aantal punten naar voren gekomen waarmee het plan in 2025 verder geoptimaliseerd wordt. 

Financiën
In 2024 zijn we overgestapt op een nieuw financieel systeem. Daarnaast hebben we een P&C-tool ingericht waarmee onze P&C-cyclus volledig digitaal en de P&C-producten (programmabegroting, jaarrekening en voor- en najaarsnota)  meer integraal worden samengesteld. 

Inkoop: rechtmatigheid en professionalisering
De afgelopen jaren is vooruitgang geboekt in het verbeteren van de rechtmatigheid op het gebied van inkoop en aanbesteding.  Om nog beter in control te zijn wordt gestart met een onderzoek naar inzet van een  verplichtingenadministratie. Hierbij worden de grotere opdrachten gekoppeld aan een contract of opdracht inclusief bijbehorende uitgaven.

De ingezette professionaliseringslag wordt in 2025 voortgezet, zowel op gebied van inkoop en rechtmatigheid als op contractmanagement en contractbeheer. Zo wordt o.a. gestuurd op naleving van contractafspraken en op beloften die zijn gedaan tijdens aanbestedingen. 

Audit
Op basis van de resultaten van de uitgevoerde juridische audit in 2023, is in 2024 een afstudeerder geworven die in 2025 aan de slag gaat met de verbetering van de juridische kwaliteitszorg (JKZ) in de organisatie.

Evaluatie mandaat
Het mandaatbesluit is in juli 2023 vervangen door een zogeheten negatief mandaatstelsel.  Het uitgangspunt hierbij is dat alle bevoegdheden die het werkterrein van een bepaalde ambtenaar aangaan, aan deze functionaris worden gemandateerd behoudens enkele bevoegdheden die het college of burgemeester aan zichzelf houdt. Deze laatste bevoegdheden worden dan apart genoemd in een bijlage bijbehorend het mandaatbesluit. Alle bevoegdheden die niet in een van de bijlagen staan, zijn dan gemandateerd aan de medewerker. Dat geldt zowel voor publiekrechtelijke bevoegdheden als voor privaatrechtelijke bevoegdheden en voor feitelijke handelingen.

Het jaar 2024 was vooral een evaluatiejaar. Binnen het team van Juridische Zaken hebben wij aanzienlijk minder adviesvragen gekregen over mandaat en wie bevoegd is om een bepaald besluit te nemen of wie welke overeenkomst mag tekenen. Het viel ons daarbij op dat medewerkers de werking van het mandaatbesluit goed door hebben. Hierdoor kunnen zij sneller schakelen en dat komt de snelheid in de besluitvorming alleen maar ten goede.

Overgang Overijsselse Ombudsman naar Nationale Ombudsman
Op 1 januari 2024 zijn wij als gemeente automatisch overgestapt  naar de Nationale Ombudsman.  In het jaar 2024 zijn er geen procedures geweest bij de Nationale Ombudsman.

Toelichting op de rechtmatigheidsverklaring

Terug naar navigatie - 3.4 Bedrijfsvoering - Toelichting op de rechtmatigheidsverklaring

Toelichting op de rechtmatigheidsverantwoording

Invoering rechtmatigheidsverantwoording
Met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording voor het eerst sinds verslagjaar 2023 is de verantwoordelijkheid voor het rapporteren over de rechtmatigheid van de in de jaarrekening opgenomen baten, lasten en balansmutaties verschoven van de externe accountant naar het college. De accountant geeft alleen nog een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening. Dit omvat ook een oordeel over de getrouwheid van de rechtmatigheidsverantwoording.
 
Aanpak verantwoording onrechtmatigheden
Het college van burgemeester en wethouders legt door middel van een rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening verantwoording af over het rechtmatig handelen aan de gemeenteraad. Aanvullend daarop wordt in de paragraaf bedrijfsvoering een toelichting gegeven op fouten en onzekerheden boven de door de raad bepaalde rapportagegrens. Dit is een afspraak waarbij de raad aangeeft boven welke rapporteringsgrens het college geconstateerde tekortkomingen in de rechtmatigheid in de paragraaf bedrijfsvoering moet toelichten. De raad heeft de rapportagegrens in de Financiële verordening d.d. 18 december 2023 op € 100.000 vastgesteld.

Verantwoording onrechtmatigheden
Hieronder is de toelichting opgenomen op alle afwijkingen die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen voor zover deze de rapportagegrens overschrijden en welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

Begrotingscriterium – beschrijving begrotingsonrechtmatigheid
Uit de rechtmatigheidsverklaring blijkt een begrotingsonrechtmatigheid van € 7.439.000, waarvan een bedrag van € 7.386.000 betrekking heeft op de overschrijding van lasten in diverse programma's en een bedrag van € 53.000 betrekking heeft op de overschrijding van investeringskredieten. Deze begrotingsoverschrijding past binnen het bestaande beleid van de gemeente Oldenzaal. Wij verwijzen voor een nadere analyse van de verschillen naar hoofdstuk 4.3.  

Voorwaardencriterium – Niet naleven van de Europese aanbestedingsrichtlijnen
Jaarlijks verricht de gemeente een zogenaamde spendanalyse om vast te stellen of de Europese aanbestedingsrichtlijnen aantoonbaar zijn nageleefd. Over 2024 bedraagt de onrechtmatigheid circa € 531.500 . Deze onrechtmatigheden zijn onderstaand weergegeven: 

Inkoopdienst Onrechtmatig bedrag
Straatwerk € 338.000
Parkeerapparatuur € 103.500
Ingenieursdiensten €  90.000
Totaal € 531.500

Een onrechtmatigheid ten aanzien van parkeerapparatuur en ingenieursdiensten zijn geconstateerd, deze zijn voorgaand jaar tevens als onrechtmatig geconstateerd. 

In het kader van de naleving van de regelgeving omtrent Europese aanbestedingen, willen wij de volgende maatregelen toelichten:

  • Straatwerk: Het contract dat in het verleden is afgesloten was niet rechtmatig voor het gedeelte dat betrekking heeft op het jaar 2024. Echter, gedurende 2024 is deze dienst opnieuw aanbesteed, waarbij de aanbestedingsprocedure volledig volgens de geldende wet- en regelgeving is uitgevoerd. Daarmee is deze dienst voor 2024 en latere jaren rechtmatig.
  • Parkeerapparatuur: Er zal een publicatie plaatsvinden op basis van vrijwillige transparantie via Tenderned. Deze publicatie vormt de basis voor de totstandkoming van een overeenkomst. De onderbouwing voor deze publicatie is afkomstig uit de broncode die is gekoppeld aan de software van de parkeerautomaten, welke uitsluitend door Taxameter geleverd kan worden.
  • Ingenieursdiensten: De dienstverlening met betrekking tot ingenieursdiensten zal worden uitbesteed via een inhuurbroker. Het is onze verwachting dat wij per 1 juni 2026 in staat zullen zijn om een professional in te huren via deze inhuurbroker.

Deze maatregelen zijn genomen om de rechtmatigheid van de aanbestedingsprocessen te waarborgen en om onrechtmatigheden te voorkomen.

Daarnaast voeren wij diverse beheersmaatregelen uit rondom het EU-aanbestedingsproces, waaronder: 

  • De inkoopadviseurs leveren expertise in het aanbestedingsproces; 
  • Jaarlijks worden budgetten opgesteld waarbinnen de uitgaven moeten blijven;
  • De verantwoordelijkheid voor uitgaven ligt bij een beperkte groep budgethouders;
  • Jaarlijks voeren wij een Spend-analyse en detailcontroles (interne controle) uit waarbij wij onrechtmatige inkopen identificeren; 
  • Inzake de geconstateerde onrechtmatige contracten voeren wij vervolgacties uit, zoals het adviseren over aanbestedingsmogelijkheden. De beslissing van opvolging ligt bij de eerstelijnsmanagers;
  • De mogelijkheden van een verplichtingen administratie worden momenteel onderzocht. 

Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium – ontbreken overkoepelend M&O beleid
De gemeente Oldenzaal heeft in haar belangrijkste financiële processen waarborgen getroffen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. Een voorbeeld hiervan zijn de processen binnen het sociaaldomein waar in de lijn waarborgen zijn getroffen en achteraf door de interne controle wordt vastgesteld dat er geen onrechtmatigheden zijn aangetroffen. In het interne controleplan zijn de belangrijkste financiële processen benoemd en is interne controle verricht. De accountant rapporteert jaarlijks ook over de belangrijkste financiële processen. Uiteindelijk is er geen misbruik en oneigenlijk gebruik geconstateerd die gemeld moet worden in de rechtmatigheidsverantwoording dan wel in deze paragraaf bedrijfsvoering.

3.5 Verbonden partijen

Terug naar navigatie - - 3.5 Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - 3.5 Verbonden partijen - Verbonden partijen

De op dit begrotingsonderdeel van toepassing zijnde, door de raad vastgestelde, beleidsnotities;
•    Intergemeentelijk samenwerking binnen de Regio Twente, vastgesteld 1 januari 2016; 
•    Beleidskader Verbonden Partijen 2012, vastgesteld 5 maart 2012.

Artikel 1 van het BBV geeft als definitie: “een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft”. 
Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. 
Diverse gemeentelijke doelstellingen worden niet alleen door de gemeentelijke organisatie zelf, maar ook door of in samenwerking met anderen gerealiseerd. De relatie van de gemeente met deze verbonden partijen kan sterk verschillen. 

Het belang dat de raad heeft bij inzicht in de verbonden partijen is tweeledig. 
•    De verbonden partijen voeren vaak een taak uit die de gemeente ook zelf kan doen. De werkzaamheden zijn als het ware gemandateerd/gedelegeerd aan de verbonden partij. De gemeente blijft wel de verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen uit de programma?s. Dus de kaderstellende en controlerende taak van de raad blijft overeind. De doelstellingen van de verbonden partij dienen dus - blijvend - overeen te stemmen met die van de gemeente en gecontroleerd dient te worden in hoeverre dit gerealiseerd wordt. 
•    De budgettaire consequenties ten behoeve van de verbonden partijen dienen geautoriseerd te worden, waarbij tevens aandacht dient te zijn voor de financiële risico’s in dat verband. 

Naast de verbonden partijen heeft de gemeente Oldenzaal ook deelnemingen. Een deelneming is een participatie in een naamloze of besloten vennootschap, waarin de gemeente Oldenzaal aandelen heeft.

Twence

Ofschoon de gemeente Oldenzaal haar aandelen op 19 december 2024 heeft verkocht, blijft Oldenzaal nog wel een risico lopen in de procedure die AVR heeft aangespannen t.a.v. de quasi-inhouse (toezichtscriterium en merendeelcriterium). De grieven van AVR gaan over de periode waar de gemeente Oldenzaal gebruik maakte van de quasi-inhouse constructie t.b.v. de afvallevering en verwerking door Twence BV. 

In de BAVA van 19 december 2024 is besloten goedkeuring te verlenen aan de overdracht van de aandelen van Oldenzaal, Almelo en Twenterand aan de gemeenten Enschede, Hengelo en Losser en aan Twence Holding BV.  

Economisch zijn alle aandelen overgedragen. Oldenzaal behoudt het juridische eigendom van 1 % van het aandelenkapitaal tot de beëindiging van het afvalleveringscontract (1 juli 2027). 

De rechtbank heeft op 1 februari 2023 AVR in het ongelijk gesteld. AVR is in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof in Arnhem. Daarnaast is AVR een procedure gestart t.b.v. het horen van getuigen t.b.v. het hoger beroep dat zij heeft ingesteld. Dit getuigenverhoor heeft begin 2024 plaats gevonden. Tevens is de AVR eind 2023 een 843.a procedure gestart, waarbij de Rechtbank de aandeelhoudende gemeenten heeft opgedragen om een groot aantal stukken aan AVR ter beschikking te stellen betreffende de quasi-inhouse problematiek (toezichtscriterium). Het getuigengehoor en de 843a. procedure zijn inmiddels afgerond. 26 september 2024 heeft AVR een verzoekschrift bij het gerechtshof ingediend tot een voorlopig deskundigenbericht. De mondelinge behandeling inzake dit verzoek vindt plaats op 19 maart 2025. De uitspraak van de Rechtbank in het kader van het hoger beroep wordt op zijn vroegst eind 2025/begin 2026 verwacht.

Publiek Belang Electriciteitsproductie

Het bestuur van de vennootschap heeft met het Ministerie van Klimaat en Energie, ZEH Energy BV en Energy Resources Holding BV in februari 2024 overeenstemming bereikt over de terugtreding van PBE als contractpartij uit het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. In de AVA van 26 september 2024 is besloten de vennootschap op te heffen en de resterende middelen op basis van het aandelenbelang uit te keren aan de aandeelhouders.

Overzicht verbonden partijen. (voor specifieke informatie zie bijlage verbonden partijen)
Gemeenschappelijke regelingen
•    Samen 14
•    Recreatieschap Twente
•    Veiligheidsregio
•    Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
•    Openbaar Lichaam Crematorium Twente
•    Omgevings-dienst Twente
•    Stadsbank Oost-Nederland

Bestuursovereenkomst
•    Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES)

Deelnemingen 
Tot de verbonden partijen behoren ook deelnemingen in: 
•    BNG 
•    Twence 
•    Twente Milieu
•    Cogas 
•    Enexis Holding NV 
•    Sport Oldenzaal BV
•    Stichting Werkprojecten Oldenzaal
•    Publiek Belang Elektriciteitsproductie (tijdelijke BV, als gevolg van de verkoop aandelen Essent aan RWE)

 

Recreatieschap Twente

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Bedrijfsvoeringsorganisatie (Kleine Gemeenschappelijke regeling), Enschede

2. Doel

Recreatieschap Twente heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van recreatieve voorzieningen in zijn rechtsgebied.

Taken

1. Recreatieve voorzieningen:

a. bevordering van totstandkoming en instandhouding van publieke recreatieve/toeristische infrastructuur in Twente;

b. aanleg, onderhoud en beheer van publieke recreatieve/toeristische voorzieningen die hetzij op zichzelf, hetzij in routeverband, hetzij door opname in arrangementen, een bovenlokaal karakter hebben.

2. Overig:

a. het oprichten van onderscheidenlijk deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, voor zover dit betreft de taken en bevoegdheden als bedoeld onder 1.

3. Partijen

Gemeenschappelijke regeling samen met de andere 13 gemeenten in Twente.

4. Bestuurlijk belang

De gemeente Oldenzaal heeft een zetel in het algemeen bestuur (wethouder Evelien Zinkweg).

5. Financieel belang

Eigen vermogen 1 januari 2023: € 853.000

Eigen vermogen 31 december 2023: € 790.000

Vreemd vermogen 1 januari 2023: € 4.210.000

Vreemd vermogen 31 december 2023: € 4.833.000

Solvabiliteit per 31 december 2023: 16,3%

6. Prestaties – effecten

De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.

7. Voortgang

N.v.t.

8. Risico’s en kansen

Geen

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

Medio 2021 is het Recreatieschap Twente van start gegaan. De oorspronkelijke middelen t.b.v. de regio Twente zijn verdeeld over de 3 nieuw ontstane entiteiten. Naast het Recreatieschap Twente zijn dat de Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES) en de Gemeenschappelijke regeling Gezondheid. De gemeenteraad heeft in 2024 geen zienswijze ingediend op de begroting 2025 van de BVO Recreatieschap Twente. In 2025 zal worden gewerkt aan een uitwerking van de visie voor de recreatieparken en zal de “Visie Routenetwerken Twente” worden opgesteld.

Gemeentelijke bijdrage

€ 196.624

 

Samen Twente

Informatie

1.Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Gemeenschappelijke regeling, Enschede

2. Doel

1. Samen Twente heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, het in zijn  rechtsgebied bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van en zorg verlenen  aan de bevolking of specifieke groepen daarvan.

2. Ter verwezenlijking van het in het eerste lid genoemde doel behartigt Samen Twente de belangen op de volgende terreinen:

a. Publieke gezondheid, onder de naam GGD Twente;

b. Jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, onder de naam Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT);

c. Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, onder de naam Veilig Thuis Twente (VTT).

3.  Samen Twente kan voor een of meer deelnemers, alsmede voor andere overheidsorganen, diensten verlenen. Een besluit hiertoe wordt unaniem genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostentoerekening en de overige voorwaarden waaronder diensten worden verleend.

4. Het bieden van werkgeverschap en/of andere organisatorische voorzieningen ten behoeve van ambtelijke capaciteit die door twee of meer deelnemers om doelmatigheidsredenen centraal wordt gebundeld. Een besluit hiertoe wordt unaniem genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostenverrekening en de overige voorwaarden waaronder dit geschiedt.

3. Partijen

14 Twentse gemeenten

4. Bestuurlijk belang

De gemeente Oldenzaal heeft een zetel in het algemeen bestuur (wethouder Maaike Rödel)

5. Financieel belang

EV per 1 januari 2023: € 12.787.000

EV per 31 december 2023:  €  4.105.000

 

VV per 1 januari 2023: € 1.422.000

VV per 31 december 2023: € 1.649.000

 

Solvabiliteitsratio per 31 december 2022:  71%

6. Prestaties – effecten

De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten

7. Voortgang

N.v.t.

8. Risico’s en kansen

Geen

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

De gemeenteraad heeft geen zienswijze ingediend op de begroting 2025 van Samen Twente.

10. Gemeentelijke Bijdrage

€ 1.998.087

 

BOKSES / Twenteboard

Informatie

1.Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Bestuursovereenkomst

2. Doel

1. Het voeren van bestuurlijk overleg ten behoeve van het voorbereiden, het afstemmen en het terugkoppelen van de inbreng van de gemeenten in het bestuur van de Twente Board.

2. Het voeren van bestuurlijk overleg over (de afstemming van) het lobbyen van de gemeenten bij provincie, Rijk, de Europese Unie en andere (semi)overheden en haar organisaties ten behoeve van de sociaal economische structuurversterking en andere door het bestuurlijk overleg gekozen

3. Partijen

14 Twentse gemeenten

4. Bestuurlijk belang

De colleges van de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal en Losser bepalen gezamenlijk welke gemeente namens deze 4 NOT-gemeenten een bestuurder afvaardigt in de Twenteboard.

5. Financieel belang

De gemeente Oldenzaal draagt voor 2022 € 9,00 per inwoner bij aan de BOKSES / Twenteboard.

Financiële kengetallen

1-1-2023

31-12-2023

 

Eigen vermogen

14.000

14.000

Vreemd vermogen

9.972.000

9.972.000

Solvabiliteit (EV/TV)

14,00%

14,00%

 

6. Prestaties – effecten

De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten

7. Voortgang

N.v.t.

8. Risico’s en kansen

Geen

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

Medio 2021 is BOKSES van start gegaan. De oorspronkelijke middelen t.b.v. de regio Twente zijn verdeeld over de 3 nieuw ontstane entiteiten. Naast de Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES) zijn dat het OLG en  het Recreatieschap Twente..

10. Gemeentelijke Bijdrage

€ 297.221

 

Stadsbank Oost Nederland

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Gemeenschappelijke regeling, Enschede

2. Doel

Schuldhulpverlening aan burgers. Schulden belemmeren burgers te participeren. De gemeente zet schuldhulpverlening in om belemmeringen weg te nemen. Met als uiteindelijk doel het bevorderen van de arbeidsparticipatie. De Stadsbank is een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet op het consumenten krediet. Zowel vanuit een bedrijfseconomische als een maatschappelijke optiek bezien, biedt de Stadsbank een verantwoord pakket van, al dan niet, financiële dienstverlening aan de ingezetenen in haar rechtsgebied. Met als doel de financiële weerbaarheid en redzaamheid van huishoudens te bevorderen.

Hiermee ondersteunt de Stadsbank Oost Nederland de aangesloten gemeenten bij haar gemeentelijke armoede- en minimabeleid. Dit doet zij door middel van het aanbieden van:

  • kredieten tegen (met het oog op de Fido-doelgroep) verantwoorde rentepercentages;
  • budgetbeheer ter ondersteuning van de stabiliteit van de financiële huishouding, zodat (verdere) verschulding kan worden voorkomen;
  • minnelijke schuldhulpverlening ter voorkoming van maatschappelijke uitval en ter ondersteuning van de re-integratie op de arbeidsmarkt;
  • bewindvoering in het kader van de Faillissementswet als verlengstuk van de minnelijke schuldhulpregeling;
  • preventie- en voorlichtingsactiviteiten gericht op het voorkomen van financiële instabiliteit en verschulding bij risicogroepen (met name jongeren en huishoudens met een laag inkomen).

3. Partijen

Gemeenschappelijke regeling samen met andere 22 gemeenten in Twente en Oost-Gelderland.

4. Bestuurlijk belang

De gemeente Oldenzaal heeft een zetel in het algemeen bestuur (wethouder Rob Christenhusz). De wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft de vaststelling van een beleidsplan voor. De raad wordt elk jaar geïnformeerd bij de vaststelling van het jaarverslag over het afgelopen jaar en de begroting voor het komende jaar. Daarnaast stelt de raad eens per vier jaar het beleidsplan schuldhulpverlening vast.

5. Financieel belang

Eigen vermogen per 1 januari 2023 : € 2.303.800

Eigen vermogen per 31 december 2023 € 2.143.100

Vreemd vermogen per 1 januari 2023 : € 1.349.200

Vreemd vermogen per 31 december 2023 € 1.369.900.

Solvabiliteit per 31 december 2023: 61%.

6. Prestaties – effecten

De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.

7. Voortgang

Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages.

8. Risico’s en kansen

Het is een openeindregeling. De laatste jaren nemen de kosten sterk toe.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

In 2024 is lokaal verder vorm gegeven aan het klant- en resultaatgericht werken vanuit de bestuurlijk vastgestelde strategische agenda.

Per 1 juli 2023 zijn de looptijden van wettelijke schuldhulpverleningstrajecten (WSNP) gehalveerd (van 36 maanden naar 18 maanden). Dit geldt ook voor de Minnelijke schuldhulpverlening (MSNP) die door de Stadsbank wordt uitgevoerd. Daarbij blijft passende begeleiding en het verder vorm geven aan goede nazorg aan inwoners belangrijk. Het is gebaseerd op welke ondersteuning de inwoner nodig heeft. Voorop staat dat de verkorting van de aflosperiode het gewenste effect heeft: meer hulpvragen, sneller perspectief, een duurzaam financieel evenwicht en financiële gezondheid.  

10. Gemeentelijke bijdrage

€ 397.572

 

Crematoria Twente

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Gemeenschappelijke regeling, Enschede

2. Doel

Het stichten en exploiteren van één of meer crematoria. Zorg dragen voor continuïteit van een crematoriumvoorziening ten behoeve van het verzorgingsgebied door voortzetting van de deelneming in Crematoria Twente/Oost Nederland BV. Gestreefd wordt naar handhaving van de kwaliteit van deze crematoriumvoorziening op minimaal het huidige niveau.

3. Partijen

13 deelnemende gemeenten

4. Bestuurlijk belang

Het college benoemt uit zijn midden één lid (wethouder Evelien Zinkweg) in het Algemeen Bestuur.

Jaarlijks wordt de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling en de bv ter kennisname (mogelijkheid om bedenkingen of zienswijzen kenbaar te maken) aan de raad (Politiek Forum) aangeboden.

5. Financieel belang

Eigen vermogen per 1 januari 2023 : € 1.910.515 

Eigen vermogen per 31 december 2023 € 2.081.266

Vreemd vermogen per 1 januari 2023 € 3.973

Vreemd vermogen per 31 december 2023 € 5.262.

Solvabiliteitsratio per 31 december 2023: 99,7%.

6. Prestaties – effecten

De BV Crematoria Twente/Oost Nederland BV heeft in 2024 in totaal € 436.000 aan dividend uitgekeerd aan het OLCT. Oldenzaal heeft in 2024 € 33.700 aan dividend ontvangen.

7. Voortgang

N.v.t.

8. Risico’s en kansen

De deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk aansprakelijk voor het resultaat van OLCT. Het risico van de deelneming is zeer beperkt; tarieven, inkomsten en rendementen zijn stabiel. Het resultaat van de BV wordt, met inachtneming van een minimale solvabiliteit van 30% (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal), volledig uitgekeerd aan het openbaar lichaam. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de verplichte reserves.

Vanuit oogpunt van behoedzaamheid is ervoor gekozen om het dividendbeleid af te stemmen op de financiële ontwikkeling van Crematoria Twente vooralsnog is afgesproken dat jaarlijks minimaal € 375.000 aan dividend wordt uitgekeerd.

9.Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

 

 

Veiligheidsregio Twente

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Gemeenschappelijke regeling, Enschede

2. Doel

Belangen behartigen op het gebied van openbare orde en veiligheid. O.a. brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskunde

3. Partijen

Samen met 13 andere gemeenten in Twente

4. Bestuurlijk belang

1 zetel (Patrick Welman) in het algemeen bestuur

5. Financieel belang

De gemeente betalen hun verplichte bijdrage op basis van een boxen-systeem.

Eigen vermogen 1 januari 2023 € 1.962.627

Eigen vermogen 31 december 2023 € 2.503.971

Vreemd vermogen 1 januari  2023 € 64.427.403

Vreemd vermogen 31 december 2022 € 75.706.911

 

Solvabiliteit per 31 december 2023: 3,2%

6. Prestaties – effecten

De gemeente ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.

7. Voortgang

Volgen van de voortgang door kwartaalrapportages

8. Risico’s en kansen

Voor de interne risicobeheersing maakt Veiligheidsregio Twente gebruik van een beleidskader “Risicomanagement en weerstandsvermogen”. Dit beleidskader voorziet in een methodiek, waarmee permanent inzicht in de ontwikkelingen rond risico’s en het daarvoor beschikbare weerstandsvermogen wordt gegeven.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

De Evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio’s is met een advies gekomen en kan zich voorstellen dat toekomstige veranderingen zich meer richten op de maatschappij als geheel, inclusief inwoner en bedrijfsleven. Crisisbeheersing is van iedereen. Zelfredzaamheid is belangrijk en ook het maatschappelijk middenveld is een belangrijke partner. De vertaling van de evaluatie is in gang gezet en heeft 2023/2024 z’n uitwerking gekregen. Vanuit het Rijk zijn structureel middelen beschikbaar gesteld voor alle 25 veiligheidsregios, om de onderdelen crisesbeheersing en informatievoorziening te verstreken. Hiervoor is in 2023 een bestedingsplan vastgesteld, waarbij eveneens in 2025 inzet op wordt gepleegd.

Technologische ontwikkelingen vinden doorgang en worden op verschillende terreinen ingezet, bijvoorbeeld oefenen in Virtual Reality en inzet van drones voor preventie en repressie.

10. Gemeentelijke bijdrage

€ 2.613.949

 

Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Gemeenschappelijke regeling, Hengelo

2. Doel

Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken

3. Partijen

De gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Oldenzaal, Losser en Haaksbergen.

4. Bestuurlijk belang

1 zetel in het dagelijks bestuur (Evelien Zinkweg; voorzitter)

5. Financieel belang

De gemeente Oldenzaal draagt naar rato bij in de kosten van het GBT, op basis van af te nemen producten.

eigen vermogen op

1 januari 2023: € 756.000

31 december 2023 € 1.652.000

Vreemd vermogen op.

1 januari 2023 € 8.715.000

31 december 2023  € 7.783.000

Het solvabiliteitspercentage ultimo 2023 bedraagt 8%.

6. Prestaties – effecten

Uitgangspunt van de begroting van het GBT is budgetneutraal

7. Voortgang

 

8. Risico’s en kansen

In algemene zin heeft gemeentelijke samenwerking de voordelen van schaalvergroting (o.a. grotere efficiëntie en effectiviteit, kwaliteitsverbetering) en (regionale) afstemming zonder dat de gemeente zijn politiek-bestuurlijke autonomie verliest. Op deze manier kan onder andere de maatschappelijke betrokkenheid op peil blijven. Een nadeel van gemeentelijke samenwerking is de beperkte democratische legitimatie. Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling wordt niet rechtstreeks door de burger gekozen.

Ten aanzien van de bedrijfsvoeringsrisico’s zijn door het GBT maatregelen getroffen om deze zoveel mogelijk te beperken. Jaarlijks wordt een sluitende begroting vastgesteld, waarop gedurende het boekjaar wordt bijgestuurd. Het GBT heeft een weerstandsvermogen waarmee incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering kunnen worden opgevangen. Alle processen zijn beschreven conform ISO-certificering en worden jaarlijks geactualiseerd. Het GBT heeft een Intern Controleplan dat als leidraad dient voor het waarborgen van een betrouwbare gegevensverwerking door de daartoe aangewezen personen in de primaire en ondersteunende processen.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

De doelen van GBTwente voor de komende jaren zijn:

  • foutloos
  • sneller
  • goedkoper

Werken aan het proces van waarderen, heffen en innen van gemeentelijke belastingen. Om belastingen persoonlijk en begrijpelijk te kunnen maken is gestart met definiëring en voorbereiding van projecten die hieraan bij dragen. Uitgangspunt is dat inwoners zelf bepalen hoe ze contact met ons (zowel gemeenten als GBTwente) willen leggen. Het GBT wil de inwoners graag digitaal helpen waar het kan, maar persoonlijk tegemoetkomen waar dat nodig is. Daarom vindt het GBT het belangrijk te weten hoe onze (rechtstreekse) dienstverlening wordt ervaren, zodat we daar maximaal op kan worden bijgestuurd.

In april 2024 heeft het GBT de concept begroting 2025 aan de gemeenteraden gestuurd t.b.v. de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.  De gemeenteraad van Oldenzaal heeft hier geen gebruik van gemaakt.

10. Gemeentelijke bijdrage

€ 872.837

 

Stichting Werkprojecten Oldenzaal

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Stichting Oldenzaal

2. Doel

Het bieden van ondersteuning aan de Gemeente Oldenzaal op het gebied van de werkvoorziening aan mensen met een arbeidsbeperking (waaronder de WSW) en de bevordering van participatie van inwoners van Oldenzaal.

3. Partijen

Gemeente Oldenzaal is oprichter van de stichting

4. Bestuurlijk belang

De gemeente Oldenzaal vaardigt drie vertegenwoordigers (collegeleden) af in de Raad van Toezicht.

5. Financieel belang

Het resultaat van de Stichting Werkprojecten Oldenzaal wordt jaarlijks ten gunste of ten laste van de gemeente Oldenzaal gebracht. Hierdoor wordt in de jaarrekening van de Stichting Werkprojecten Oldenzaal, hetzij een vordering hetzij een schuld op de gemeente, opgenomen.

6. Prestaties – effecten

Het aangaan van (een) overeenkomst(en) van opdracht met de gemeente Oldenzaal. Het doen verrichten van alle daarmee direct of indirect verband houdende activiteiten.

7. Voortgang

N.v.t.

8. Risico’s en kansen

Financieel risico wordt gelopen op de afbouw van de rijkssubsidie WSW, de loonontwikkelingen WSW en de uitvoering van de werkkostenregeling.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

Geen

10. Gemeentelijke bijdrage

€ 7.296.000

 

Omgevingsdienst Twente (ODT)

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Gemeenschappelijke regeling Almelo

2. Doel

Missie

Een veilige, gezonde omgeving voor alle inwoners in ons werkgebied. Dat is waar de Omgevingsdienst Twente uiteindelijk voor gaat. Om dat te bereiken werken we intensief samen met tal van partijen.

Visie

De Omgevingsdienst Twente werkt aan optimale bescherming en duurzame benutting van de fysieke leefomgeving; veilig wonen, werken en leven. Voor bedrijven zijn we een deskundige gesprekspartner die zoekt naar mogelijkheden die ondernemers, binnen de regels, ruimte en kansen bieden. We zijn duidelijk over wat wel en niet kan, treden professioneel op waar dat nodig is en werken proactief aan duurzame ontwikkeling.

a. Voor de Twentse gemeenten en de provincie Overijssel streven we naar een excellente uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hierbij gaat het om voorbereiding van vergunningverlening bij meervoudige vergunningaanvragen. We vervullen de rol van zowel integraal als specialistisch adviseur en we zijn goed zichtbaar en direct benaderbaar.

b. Ketenpartners ervaren ons als een betrouwbare en rolvaste organisatie, die transparant werkt, hoge kwaliteit biedt en vanuit een open overlegcultuur samenhang brengt in tal van regels en maatregelen.

Doelstellingen:

1. De OD Twente zorgt ervoor dat haar taakuitvoering voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen, onder voorwaarde dat zij daarvoor de bijbehorende financiële middelen krijgt.

2. De OD Twente levert meer kwaliteit dan de som van de huidige organisaties samen.

3. De OD Twente zorgt voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in de gehele regio, met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties.

4. De OD Twente groeit toe naar een level playing field via een verder uit te werken Twentse norm.

5. De OD Twente moet na twee jaar na haar datum van start (dus ingaande vanaf het derde jaar) een efficiencyverbetering kunnen overleggen ten aanzien van de startsituatie. Dat wil zeggen het leveren van dezelfde productie tegen lagere kosten of het leveren van meer productie tegen gelijkblijvende kosten.

6. De OD Twente zorgt voor brede ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers in termen van specialismevorming en doorgroeimogelijkheden.

7. De OD Twente zorgt voor borging van de specifieke expertise en waar mogelijk een verdere uitbouwing.

8. De OD Twente draagt bij aan verdergaande innovatie in de aanpak en organisatie van de VTH-taken.

3. Partijen

14 Twentse gemeenten en de provincie Overijssel

4. Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur bestaat uit vijftien bestuursleden, zijnde vertegenwoordigers van het college van gedeputeerde staten en van de colleges van burgemeester en wethouders. De leden van het bestuur hebben ieder één stem.

Burgemeester Patrick Welman is lid en voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

5. Financieel belang

De kosten worden verrekend onder de partijen volgens een door het algemeen bestuur vastgestelde verdeelsleutel, zoals opgenomen in de programmabegroting ODT 2025.

 

Eigen vermogen 1 januari 2023 € 1.727.000 

Vreemd vermogen 1 januari  20233.246.000

Eigen vermogen 31 december 2023 € 2.036.000

Vreemd vermogen 31 december 2023 € 4.576.000

 

Solvabiliteit per 31 december 2023: 30,8%

6. Prestaties – effecten

Met de Omgevingsdienst Twente wordt een structuur geboden waarin de partners voldoen aan de wettelijke eisen van kwaliteit, effectiviteit en robuustheid voor de uitvoering van hun VTH-taken (vergunningen, toezicht en handhaving). Tevens het realiseren van efficiencywinst, waarbij deze in de eerste plaats wordt ingezet voor kwaliteitsverbetering (kostenneutrale kwaliteitsverbetering).

7. Voortgang

Na jarenlang het voortdurend uitstellen van de inwerkingtreding van de Omgevingswet is deze per 1 januari 2024 van kracht geworden. Ondanks het eerdere uitstel van 2021 naar 2022 e.v. heeft de OD Twente de werkzaamheden rondom implementatie van de Omgevingswet volop doorgezet.

8. Risico’s en kansen

N.v.t.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

In april 2024 heeft het ODT het ontwerp Programmabegroting 2025 t.b.v. het indienen van een zienswijze voorgelegd aan de gemeenteraden. De gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal heeft geen zienswijze ingediend.

10. Gemeentelijke bijdrage

€ 612.790

 

Sport Oldenzaal BV

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

BV, Oldenzaal

2. Doel

De exploitatie van sportcentrum Vondersweijde conform de gemeentelijke opdracht en beleidskaders uitvoeren tegen zo laag mogelijke kosten. De opdracht aan Sport Oldenzaal BV omvat zaken die de gemeente belangrijk acht om bepaalde maatschappelijke doelen te bereiken. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van zwemeducatie, ruimte voor verenigingssport en specifieke doelgroepen, een toegankelijk sportcentrum voor iedere inwoner etc.

3. Partijen

Gemeente Oldenzaal

4. Bestuurlijk belang

Gemeente Oldenzaal is 100% aandeelhouder.

De directeur van Sport Oldenzaal BV wordt benoemd door de AVA.

Wethouder Evelien Zinkweg vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA.

Doordat de gemeente enig aandeelhouder is, is de invloed van de gemeente op de BV aanzienlijk. De gemeente kan zowel inhoudelijk als financieel sturen en invloed uitoefenen.

De gemeenteraad wordt door middel van de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting geïnformeerd. Bij eventuele calamiteiten zal de raad afzonderlijk worden ingelicht.

5. Financieel belang

De BV ontvangt voor de exploitatie van het gehele sportcentrum Vondersweijde van de gemeente een jaarlijkse exploitatiebijdrage van € 790.400. De BV betaalt de gemeente voor het gebruik van het sportcentrum een jaarlijkse huurprijs van € 440.138

 

1 januari 2023

31 december 2023

Jaarrekeningresultaat

€     3.013

€    3.002

Eigen Vermogen

€   50.000

€   50.000

Vreemd Vermogen

€ 522.850

€ 1.293.213

Solvabiliteit (EV/TV)

     8,7%

     3,9%

 

6. Prestaties – effecten

 

7. Voortgang

De opdracht aan Sport Oldenzaal BV is voor 2 jaar verlengd, tot uiterlijk 31 december 2025 en is vooral gericht op het stabiliseren van de exploitatie van het sportcentrum voor de toekomstige situatie.

8. Risico’s en kansen

In 2023 is een start gemaakt met de revitalisering van het sportcentrum Vondersweijde. De revitalisering zal afgerond worden in november 2024.  Deze grootschalige revitalisering is van invloed op de exploitatie van het sportcentrum en het uiteindelijk financiële resultaat. De reden hiertoe is dat het sportcentrum voor een bepaalde periode gesloten is voor de gebruikers.

Na de heropening november 2024 zijn er kansen voor Sport Oldenzaal BV. Deze  liggen met name op het gebied van uitbreiding van doelgroepen en programmeringen. Sport Oldenzaal BV is sinds maart 2016 belast met de exploitatie. De exploitatie is daarmee van een commerciële naar een meer maatschappelijke exploitatie gegaan. Dit biedt zeker kansen.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

Er is een huur- en exploitatieovereenkomst met Sport Oldenzaal BV opgesteld met een looptijd tot uiterlijk 31 december 2025. In 2023 is gestart met de revitalisatie van het sportcentrum Vondersweijde, die in november 202s afgerond. Het komende jaar zal de focus vooral liggen op klantenbinding en verdere optimalisatie van de bedrijfsvoering.

In verband met het vertrek van de manager van de Sport BV per 1 juli 2024 zijn de taken herverdeeld binnen de organisatie. De manager functie wordt voorlopig niet ingevuld i.v.m. de op te stellen toekomstvisie. Deze visie zal in 2025 worden opgesteld.

10. Gemeentelijke bijdrage

€ 790.404

 

Bank Nederlandse Gemeenten

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

NV, Den Haag

2. Doel

De NV heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden.

3. Partijen

Het Rijk bezit 50 procent van de aandelen. De overige 50 procent zijn in bezit van 11 provincies, 1 hoogheemraadschap en 416 gemeenten.

4. Bestuurlijk belang

Aandeel van de gemeente Oldenzaal bedraagt 0,031 procent.

5. Financieel belang

De NV bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De gemeente Oldenzaal bezit 17.550 (0,031%) op een totaal van 55.690.720 aandelen. De nominale waarde van het aandelenpakket van de gemeente Oldenzaal bedraagt € 43.875 (17.550 x € 2,50). Het gehele bedrag aan nominale waarde is daadwerkelijk gestort. In de statuten is vastgelegd dat 43% van de winst als dividend wordt uitgekeerd. De BNG Bank is gehouden aan de regels die de Autoriteit Financiële Markten stelt aan het verstrekken van mogelijk koersgevoelige informatie. Het verstrekken van cijfers en verwachtingen over eigen vermogen en netto resultaat valt daar uitdrukkelijk onder.

BNG Bank gaat pas tot publicatie van de gerealiseerde resultaten over na behandeling van de door de externe accountant goedgekeurde jaarrekening en het voorstel tot winstuitkering door de Raad van Commissarissen.

De omvang van de balans, het eigen en vreemd vermogen en het resultaat is niet alleen afhankelijk van de economische prestaties die BNG Bank levert. Door de voorgeschreven wijze van verantwoording werken externe factoren, bijvoorbeeld economische ontwikkelingen en renteontwikkelingen, sterk in deze cijfers door. BNG Bank kan op deze ontwikkelingen geen invloed uitoefenen. Dit vormt een van de redenen waarom BNG Bank in het jaarverslag geen concrete uitspraken doet over de verwachte resultaten over het lopende boekjaar.

 

Eigen vermogen 1 januari 2023 € 4.600.000

Eigen vermogen 31 december 2023 €4.734.000

Vreemd vermogen 1 januari 2023 € 112.100.000

Vreemd vermogen 31 december 2023 € 112.100.000

Solvabiliteit 2023  4,1%

6. Prestaties – effecten

 

7. Voortgang

De BNG Bank noemt zich de bank voor het maatschappelijk belang en biedt gespecialiseerde dienstverlening aan tegen zo laag mogelijke kosten. Het streven van de bank is om een betrouwbare partner te zijn, de sterke marktpositie te behouden en de relatie met de klanten te bestendigen en waar mogelijk te verbeteren.

8. Risico’s en kansen

N.v.t.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

Geen

 

Twence Holding

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

NV, Hengelo

2. Doel

Het beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en verlening van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval; het produceren en leveren van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen.

3. Partijen

Regio Twente, Attero Holding NV, Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen, Almelo, Berkelland, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden.

4. Bestuurlijk belang

De gemeente Oldenzaal heeft een zeggenschap van ca. 4,92% in Twence. De directeur en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Evelien Zinkweg vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA.

De gemeenteraad wordt door middel van de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting geïnformeerd. Bij eventuele calamiteiten zal de raad afzonderlijk worden ingelicht.

5. Financieel belang

Tot 23 december 2024:

De gemeente bezit 41.408 aandelen (4,92%) à € 0,00 nominaal in Twence Holding B.V. Deze zijn eind 2011 “om niet” van de Regio Twente verkregen. De totale balanswaarde bedraagt formeel daarmee € 0,00 .De werkelijk waarde is uiteraard veel hoger, afhankelijk van de waarde en resultaten van Twence op enig moment. Er is daarmee sprake van een “stille reserve” die ook als zodanig in de paragraaf weerstandsvermogen genoemd kan worden. Deze stille reserve is niet direct zichtbaar en ook niet per direct uitkeerbaar, Solvabiliteit is 60,8% per 31 december 2023

Eigen vermogen op

1 januari 2023: € 176.054.000

31 december 2023 € 169.261.000

 

Vreemd vermogen op

1 januari 2023 € 110.693.000

31 december 2023 € 109.018.000

Dividendopbrengsten:

2020   €297.000

2021   €261.000

2022   €302.000

2023   €797.000

2024   €293.000

 

2025:

Vanaf 23 december 2024 heeft de gemeente Oldenzaal nog 1% zeggenschap in de onderneming. Dit betreft het juridisch eigendom. Het economisch eigendom is overgedragen aan de gemeenten Enschede, Hengelo en Losser en aan Twence Holding B.V. Over de boekjaren 2024, 2025, 2026 en 2027 zal Oldenzaal geen dividend van Twence ontvangen

6. Prestaties – effecten

Volgens de jaarrekening behaalde Twence in 2023 een netto resultaat van 9,5 mln t.o.v. 32.4 mln in 2022.

7. Voortgang

N.v.t.

8. Risico’s en kansen

Het overheidsbeleid is er op gericht om verspilling en uitputting c.q. belasting van het milieu tegen te gaan. Gestreefd wordt naar een afval loze samenleving waarbij de kringloop sluitend is en alle grondstoffen weer gebruikt worden (ook wel "cradle to cradle" genoemd). Het Rijk heeft sinds 2020 een importheffing ingevoerd op het buitenlands afval. Dit heeft negatieve consequenties voor de afvalverwerkingssector in Nederland en dus ook op Twence. Doordat de import van afval is afgenomen en verder zal afnemen, dreigt er overcapaciteit te ontstaan. Uit het onderzoeksrapport van Rebel van 5 maart 2021 (in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) blijkt dat er overcapaciteit zal ontstaan in de afvalverwerkingssector. Als gevolg hiervan is volgens een ambtelijke notitie de Ambtelijke notitie – “gezamenlijke afspraak verbrandingscapaciteit”, dat de verbrandingscapaciteit in Nederland met 30% zal moeten afnemen.

De afvalverwerkingssector ziet de hoeveelheid aangeboden afval vanuit het buitenland afnemen als gevolg van de Importheffingen die door het Rijk zijn opgelegd.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

Ofschoon de gemeente Oldenzaal haar aandelen op 19 december 2024 heeft verkocht, blijft Oldenzaal nog wel een risico lopen in de procedure die AVR heeft aangespannen t.a.v. de quasi-inhouse (toezichtscriterium en merendeelcriterium). De grieven van AVR gaan over de periode waar de gemeente Oldenzaal gebruik maakte van de quasi-inhouse constructie t.b.v. de afvallevering en verwerking door Twence BV.

In de BAVA van 19 december 2024 is besloten goedkeuring te verlenen aan de overdracht van de aandelen van Oldenzaal, Almelo en Twenterand aan de gemeenten Enschede, Hengelo en Losser en aan Twence Holding BV. 

Economisch zijn alle aandelen overgedragen. Oldenzaal behoudt het juridische eigendom van 1 % van het aandelenkapitaal tot de beëindiging van het afvalleveringscontract (1 juli 2027).

De rechtbank heeft op 1 februari 2023 AVR in het ongelijk gesteld. AVR is in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof in Arnhem. Daarnaast is AVR een procedure gestart t.b.v. het horen van getuigen t.b.v. het hoger beroep dat zij heeft ingesteld. Dit getuigenverhoor heeft begin 2024 plaats gevonden. Tevens is de AVR eind 2023 een 843.a procedure gestart, waarbij de Rechtbank de aandeelhoudende gemeenten heeft opgedragen om een groot aantal stukken aan AVR ter beschikking te stellen betreffende de quasi-inhouse problematiek (toezichtscriterium). Het getuigengehoor en de 843a. procedure zijn inmiddels afgerond. 26 september 2024 heeft AVR een verzoekschrift bij het gerechtshof ingediend tot een voorlopig deskundigenbericht. De mondelinge behandeling inzake dit verzoek vindt plaats op 19 maart 2025. De uitspraak van de Rechtbank in het kader van het hoger beroep wordt op zijn vroegst eind 2025/begin 2026 verwacht.

 

Twente Milieu

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

NV, Enschede

2. Doel

Namens, en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang, werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten.

3. Partijen

Gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Haaksbergen, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal en Wierden.

4. Bestuurlijk belang

De gemeente Oldenzaal heeft een zeggenschap van 6,4% in Twente Milieu NV. De directeur en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Evelien Zinkweg vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA.

Gezien de oorspronkelijk beoogde doelen van de deelneming in Twente Milieu NV kan in principe worden gesteld dat deze beoogde doelen met de oprichting van Twente Milieu NV en de deelneming daarin grotendeels zijn gerealiseerd. De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente vallen het beste als controlerend en in lichte mate als sturend te bestempelen. Van inhoudelijke en financiële beïnvloeding is nagenoeg geen sprake (meer). Inhoudelijke beïnvloeding valt gezien het zeer specifieke karakter van de materie ook niet van de gemeenten te verwachten. Van eventuele invloed op beleidsontwikkeling (invoering diftar) is echter wel sprake. Financiële invloed op bijvoorbeeld de tarieven is daarnaast als zeer marginaal te bestempelen. De markt bepaalt immers voor het overgrote deel de tarieven. De werkelijke invloed van de gemeenten moet vooral worden gezocht in de contracten die worden gesloten met Twente Milieu over het niveau van de dienstverlening (frequentie, aard, wijze waarop, enzovoort).

De gemeenteraad wordt door middel van de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting geïnformeerd. Bij eventuele calamiteiten zal de raad afzonderlijk worden ingelicht.

5. Financieel belang

De gemeente bezit 120 aandelen à € 450,00 nominaal. De totale balanswaarde bedraagt  € 54.000,00.

Eigen vermogen per 1 januari 2023 is   € 12.659.668

Eigen vermogen per 31 december 2023 is € 12.064.004

Vreemd vermogen per 1 januari 2023 is  € 15.678.621

Vreemd vermogen per 31 december 2023 is €  15.274.591

 

De solvabiliteit van Twente Milieu per 31 december 2023 bedraagt 44,1%. Indien de solvabiliteit boven de 30% uitkomt zal deze verlaagd worden d.m.v. verlaging van de tarieven.

6. Prestaties – effecten

 

7. Voortgang

In 2023 is de meerjarenstrategie 2024-2027  van Twente Milieu “vanuit de basis breder” door de AVA vastgesteld. Twente Milieu blijft inzetten op het efficiënter inrichtingen van de afvalinzamelactiviteiten en het groenbeheer. Hierbij richt Twente Milieu zich met namen op het samenwerken met partners in de openbare ruimte, serviceverhoging aan de inwoners en focus op preventie en hergebruik van afval te stimuleren.

8. Risico’s en kansen

Het opereren in de afvalmarkt is met tal van risico’s omgeven. Het valt zelfs te betwijfelen of een relatief kleine onderneming als Twente Milieu NV in staat zal blijven zelfstandig te opereren in een markt die steeds meer gedomineerd dreigt te worden door een aantal grote (markt)partijen.

De kansen zijn: 

Twente Milieu kan groeien naar de rol van ondersteuner voor de gemeente in het beheer van de openbare ruimte (BOR). Oldenzaal, die vooralsnog niet haar activiteiten op het terrein van BOR bij de onderneming zal onderbrengen, loopt hierbij een risico. Immers, indien deze activiteiten voor gemeenten verlieslatend zijn, zal Oldenzaal financieel nadeel ondervinden op een activiteit die Oldenzaal niet door Twente Milieu laat uitvoeren.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

In de AvA van juni 2024 is het besluit genomen over de toetreding van de gemeente Berkelland tot Twente Milieu. Vanaf 1 januari 2025 zal Twente Milieu het afval voor de gemeente Berkelland inzamelen. Hierdoor vindt een herschikking van de aandelen plaats. Dit betekent dat de zeggenschap van gemeente Oldenzaal vanaf 1 januari 2025 vermindert van 6,4% naar 5,8%. Door toetreding van nieuwe gemeenten als aandeelhouder van Twente Milieu is de zeggenschap van de gemeente Oldenzaal in de onderneming verwatert van 8% in 1998 naar 5,8% in 2025.

 

Cogas

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

NV, Almelo

2. Doel

Cogas Energie levert gas, elektriciteit en kabeldiensten aan consumenten en zakelijke klanten. Cogas is als netbeheerder voor elektriciteit en gas verantwoordelijk voor een ononderbroken levering. Ook is Cogas een belangrijke werkgever.

Oorspronkelijk doel was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn optimale instandhouding, netbeheer en leveringszekerheid belangrijke pijlers. In de tegenwoordige tijd zijn het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen belangrijke doelen geworden.

3. Partijen

9 gemeenten

4. Bestuurlijk belang

Het bestuursmodel van Cogas (directie + raad van commissarissen) voorziet niet in vertegenwoordigers van gemeenten in het bestuur van Cogas. Indirect is invloed mogelijk door het feit dat voordracht voor één lid van de Raad van Commissarissen verloopt via de Gemeente Almelo.

De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente lopen via het aandeelhouderschap in Cogas NV en vallen het best als controlerend en in lichte mate sturend te bestempelen. Er is sprake van een lichte vorm van inhoudelijke beïnvloeding. Met name daar waar het gaat om investeringsbeslissingen op het gebied van innovatie. Wethouder Financiën (Evelien Zinkweg) vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA. Jaarlijks wordt in de begroting in de paragraaf ‘verbonden partijen’ aandacht besteed aan deze verbonden partij. Daarnaast wordt de raad via raadsinformatiebrieven op de hoogte gebracht van bijzondere ontwikkelingen (b.v. extra dividenduitkeringen).

5. Financieel belang

De gemeente Oldenzaal bezit 537 aandelen Cogas. Dat is 10,55% van het totale aandelenpakket. De afgelopen jaren is het volgende dividend ontvangen:

2019 € 1.074.000

2020 € 1.074.000

2021 € 1.074.000

2022 € 1.074.000

2023 € 1.074.000

 

Bedragen x 1.000 euro

1 januari 2023

31 december 2023

Jaarrekeningresultaat (voorlopig)

-

8.706.000

Eigen Vermogen

141.841.000

145.458.000

Vreemd Vermogen

110.955.000

109.354.000

Solvabiliteit (EV/TV)

 

57,10%

 

6. Prestaties – effecten

 

7. Voortgang

Geen bijzonderheden

8. Risico’s en kansen

Tegenvallende bedrijfsresultaten kunnen gevolgen hebben voor dividenduitkering aan Gemeente Oldenzaal. Op dit moment is de solvabiliteit ruim 55% . De operationele winst voor belastingen van Cogas zal naar verwachting de komende jaren lager uitkomen. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de substantiële daling van de gereguleerde tarieven over de reguleringsperiode.

Als gevolg van de energietransitie zullen de jaarlijkse investeringen t.o.v. van voorgaande jaren de komende 5 jaar met gemiddeld 55% toenemen. Cogas verwacht tussen 2023 en 2027 ruim 83 mln. te moeten investeren. Dit heeft naar verwachting impact op de dividenduitkering.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

In maart 2024 heeft de AvA een besluit genomen om € 1.255.000 beschikbaar te stellen voor de eerste fase van de ontwikkelfase Regionaal Warmtenetwerk Twente in Hengelo. Hierbij zou worden onderzocht of in Hengelo 2841 woningen en 2 grootzakelijke klanten kunnen worden aangesloten op een aan te leggen warmtenet. Op 11 december 2024 heeft de directeur van Cogas de AvA op de hoogte gebracht over de intrekking van de aan Cogas/Twence toegezegde subsidie van 17 mln. door de Rijfsdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het wegvallen van deze subsidie en de uitgestelde vaststelling van landelijke wetgeving betekent dat vooralsnog er geen RWT zal worden opgericht. Wel blijft Cogas geloven in de warmtetransitie  en wordt gewerkt aan het opstellen van een integrale warmtestrategie voor Cogas, waarbij Cogas zich richt op de ontwikkeling van lokale warmtenetten.

 

Dimpact

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

Coöperatie, Enschede

2. Doel

Het ontwikkelen en leveren van oplossingen voor de gemeentelijke digitale dienstverlening van publiekrechtelijke instellingen. De coöperatie heeft geen winstoogmerk.

3. Partijen

30 gemeenten

4. Bestuurlijk belang

Alle leden hebben een gelijke stem in de algemene ledenvergadering. De leden van de raad van commissarissen worden benoemd door de ledenvergadering.

5. Financieel belang

Eigen vermogen per 1 januari 2023: € 2.747.313

Eigen vermogen per 31 december 2023: € 2.991.144

Vreemd vermogen 1 januari 2023: € 4.138.786

Vreemd vermogen per 31 december 2023: € 4.586.524

 

Solvabiliteit per 31 december 2023: 39,5%

6. Prestaties – effecten

De gemeente ontvangt jaarlijks de begroting en de jaarrekening.

7. Voortgang

N.v.t.

8. Risico’s en kansen

Geen

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar

Geen

10. Gemeentelijke bijdrage

€ 162.761

 

CSV Amsterdam BV (voorheen Claim Staat Vennootschap)

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

BV, Den Bosch

2. Doel

Op 9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V. (“CSV”). De statuten zijn gewijzigd zodat de nieuwe organisatie nu drie doelstellingen vervult:

a. namens de verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON;

b. namens de verkopende aandeelhouders  van Attero eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO BV (hierna Waterland);

c. het geven van instructies aan de escrow-agent wat betreft het beheer van het bedrag dat op de escrow-rekening n.a.v. de verkoop van Attero is gestort.

 (ad. a)

In februari 2008 is Essent, met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) onverbindend zijn. Als gevolg van de WON (en de als gevolg daarvan doorgevoerde splitsing tussen het productie- en leveringsbedrijf enerzijds en netwerkbedrijf anderzijds) hebben haar aandeelhouders schade geleden. Vanwege praktische moeilijkheden om de juridische procedure aan de verkopende aandeelhouders van Essent over te dragen, hebben de verkopende aandeelhouders en RWE afgesproken dat de onderliggende (declaratoire) procedure over de vraag of (delen van) de WON onverbindend zijn, ook na afronding van de transactie met RWE, door Essent zal worden gevoerd. De verkopende aandeelhouders en RWE zijn verder overeengekomen dat de eventuele schadevergoedingsvordering van Essent op de Staat der Nederlanden die zou kunnen ontstaan als de rechter inderdaad van oordeel is dat (delen van) de WON onverbindend is, wordt gecedeerd aan de verkopende aandeelhouders (en dus niet achterblijft bij Essent), die deze vordering gebundeld zullen gaan houden via de deelneming (de Claim Staat Vennootschap B.V.).

De WON leidde er toe dat het productie- en leveringsbedrijf enerzijds en het netwerkbedrijf anderzijds gesplitst moesten worden. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft de vordering van Essent in eerste instantie afgewezen. Essent is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. In juni 2010 heeft het Gerechtshof in Den Haag de WON onverbindend verklaard. De Staat is tegen de uitspraak in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft pre justitiële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie. Het Europese Hof van Justitie heeft een reactie gegeven aan de Hoge Raad een uitspraak doen. De Hoge Raad heeft na reactie van het Europese Hof op 26 juni 2015 jl. uitspraak gedaan.

De Hoge Raad heeft besloten dat de Splitsingswet niet in strijd is met het recht van de Europese Unie. Met deze uitspraak van de Hoge Raad zijn de vorderingen van Essent op de Staat definitief afgewezen. Voor de vennootschap is de procedure daarmee geëindigd.

 (ad. b)

Bij de verkoop van Attero Holding N.V. aan Recylceco B.V. (Waterland Private Equity Fund V C.V.) in 2014 hebben de verkopende aandeelhouders van Attero (waaronder uw organisatie) een aantal garanties en vrijwaringen gegeven aan de koper Waterland. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims had Waterland bedongen (zoals gebruikelijk is bij dergelijke transacties) dat een deel van de verkoopopbrengst, zijnde € 13,5 miljoen, door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een Escrow-rekening zou moeten worden aangehouden. Het merendeel van deze garanties en vrijwaringen is door de verkopende aandeelhouders bij de verkoop overgedragen aan CSV.

 Nadat in juni 2016 een compromis werd bereikt tussen CSV, Recycleco B.V. en Attero Holding B.V. over betwiste (fiscale) claims alsmede over een belastingteruggave, is in april 2020 een tweede en finale compromis bereikt tussen hiervoor genoemde partijen voor de beëindiging van alle resterende geschillen met betrekking tot betwiste (fiscale) claims, alsmede over een belastingteruggave. Op 21 mei 2020 heeft CSV het resterend vermogen op de Escrow-rekening van € 7.951.352,47 ontvangen, welk bedrag vervolgens onder inhouding van € 150.000 voor aanvulling van het werkkapitaal volledig is uitgekeerd aan de aandeelhouders.

Begin maart 2021 werd via de media bekend dat er misbruik had plaatsgevonden van de Escrow-rekening die onder beheer werd gehouden door advocatenkantoor Pels Rijcken, en met name Mr. F.J. Oranje als de Escrow Agent. Op dinsdag 9 maart heeft Pels Rijcken, CSV formeel schriftelijk op de hoogte gebracht van voornoemd misbruik en dat verschuivingen van gelden van de Escrow Account naar een externe rekening in het verleden hadden plaatsgevonden door Mr. Oranje. Inmiddels hebben Pels Rijcken en CSV overeenstemming bereikt over de vergoeding van de financiële schade die CSV hierdoor heeft geleden. Pels Rijcken heeft op 13 juli 2021 de totale financiële vergoeding van € 75.122,71 aan CSV betaald. Daarmee is de zaak verder afgesloten.

3. Partijen

6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders

4. Bestuurlijk belang

Het aandeel van de gemeente Oldenzaal bedraagt 0,021 procent.

5. Financieel belang

 

CSV Amsterdam BV

31-dec.-2023

31-dec.2024

31-dec 2025

Eigen Vermogen

€ 84.349

€ 484.349

€ 0

-> Waarvan reserves

-€ 15.651

-€ 280.651

€ 0

Vreemd Vermogen

€ 64.446

€ 6500

€ 0

-> Waarvan voorzieningen

€ 0

€ 0

0

 

Resultaat na belasting

-€ 125.730

-€ 265.000

-€ 20.000

Agio / Dividend (incl. 15% belasting)

€ 0

€ 0

€ 175.000

 

  • Op 25 april 2024 hebben de aandeelhouders in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ingestemd met een aanvullende kapitaalstorting van € 400.000 voor CSV Amsterdam BV. Deze kapitaalstorting zal worden verrekend met de financiële vereffening bij de opheffing van Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV. (identieke aandeelhouders). In bovengenoemde cijfers is deze verrekening meegenomen.
  • In februari 2024 heeft CSV de motivering beroepschrift tegen de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting bij de Rechtbank ingediend. De inhoudelijke zitting bij de Rechtbank staat gepland op 3 september 2024. Afhankelijk van de uitspraak van de Rechtbank (verwachting eind 2024) zal, in overleg met de Aandeelhouderscommissie van CSV, de procedure al dan niet worden voortgezet. In de begroting voor het jaar 2025 is in bovenstaand overzicht rekening gehouden dat de vennootschap zal worden beëindigd.
  • In bovenstaand overzicht is geen rekening gehouden met een eventuele éénmalige bate voortvloeiend uit een positieve uitspraak van de Rechtbank voor CSV.

6. Prestaties – effecten

 

7. Voortgang

CSV zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de Aandeelhoudersommissie, de gerechtelijke procedure voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. In februari 2024 heeft CSV de motivering beroepschrift tegen de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting bij de Rechtbank ingediend. De inhoudelijke zitting bij de Rechtbank staat gepland op 3 september 2024. Afhankelijk van de uitspraak van de Rechtbank (verwachting eind 2024) zal, in overleg met de Aandeelhouderscommissie van CSV, de procedure al dan niet worden voortgezet. In de begroting voor het jaar 2025 is in bovenstaand overzicht rekening gehouden dat de vennootschap zal worden beëindigd.

Na afwikkeling van deze gerechtelijke procedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure (bijvoorbeeld door een mogelijk compromis tussen de Belastingdienst en CSV of een besluit van de Aandeelhouderscommissie de procedure niet verder voort te zetten) zal CSV kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.

8. Risico’s en kansen

Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

Geen bijzonderheden

 

Enexis Holding

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

NV, Den Bosch

2. Doel

Enexis beheert het energienetwerk voor elektriciteit en aardgas in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,3 miljoen klanten (huishoudens, bedrijven en overheden) voor gas en € 2,9 miljoen klanten voor elektriciteit. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt.

3. Partijen

6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders

4. Bestuurlijk belang

Het aandeel van de gemeente Oldenzaal bedraagt 0,021%.

5. Financieel belang

Enexis Holding NV x € 1.000

Per 31 december 2022

Per 31 december 2023

Eigen Vermogen

€ 5.441.000.

€5.320.000

  • Waarvan reserves

€ 5.291.000

€5.170.000

Vreemd Vermogen

€ 4.907.000

€5.140.000

  • Waarvan voorzieningen

€ 25.000

    € 17.000

Resultaat na belasting

€ 1.300.000

€ 72.000

  • Bedragen x 1000

6. Prestaties – effecten

 

Dividend

2019:  € 26.000

2021:  € 23.000

2022:  € 16.000

2023:  € 21.000

2024:  €   6.645

7. Voortgang

Geen bijzonderheden

8. Risico’s en kansen

Enexis is financieel gezond. Enexis heeft de Standard & Poor's (S&P) rating A+ (Stable outlook) en bij Moody's Aa3 (stable outlook).

Het risico voor de aandeelhouders is gering omdat Enexis opereert in een gereguleerde (energie)markt, onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis Holding N.V. Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist, Enexis heeft op dit moment meer dan 50% eigen vermogen.

Een aanvullend risico is het achterblijven van de geraamde dividendinkomsten. Het risico is echter gemitigeerd middels een overeengekomen streefwaarde van € 100 miljoen voor het jaarlijkse dividend.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

In het voorjaar van 2024 heeft de AvA ingestemd met aanpassing van het strategisch plan (2022) in verband met de nieuwe wet collectieve warmtevoorziening (zie ook hiervoor onder Ontwikkelingen en onzekerheden). Enexis treft op basis daarvan voorbereidingen voor een actieve rol bij de ontwikkeling van initiatieven in haar verzorgingsgebied. In het strategisch plan is verder gekozen voor focus op kerntaken met drie hoofddoelen: 1. Wij sturen op maatschappelijk optimale energiekeuzes Mede richting geven aan maatschappelijk optimale keuzes voor een duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem van de toekomst en een haalbare weg daarnaartoe. 2. Wij bieden iedereen altijd toegang tot energie Voor iedereen een toegankelijke, veilige energie-infrastructuur met behoud van een hoge leveringszekerheid en tegen de laagst mogelijk kosten. 3. Klanten weten wat ze aan ons hebben Transparante, betrouwbare en efficiënte dienstverlening aan klanten en marktpartijen.

 

Publiek Belang Elektriciteitsproductie

Informatie

1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats

BV, Den Bosch.

2. Doel

Onderdeel van Essent in 2009 bij de verkoop aan RWE, was het 50% aandeel in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), o.a. eigenaar van de kerncentrale in Borssele.

 Het bedrijf Delta N.V. (destijds 50% aandeelhouder, nu 70% aandeelhouder) heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE in 2009 bij de rechter aangevochten. Als consequentie op deze gerechtelijke procedure is in 2009 het 50% belang van Essent in EPZ tijdelijk ondergebracht bij Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (“PBE”).

 In 2010 is op gezamenlijk initiatief van de aandeelhouders van PBE en de provincie Zeeland als belangrijkste aandeelhouder van Delta N.V. een bemiddelingstraject gestart om het geschil tussen partijen op te lossen. In 2011 is dit bemiddelingstraject succesvol afgerond. Op 30 september 2011 is, 2 jaar na de verkoop van de aandelen Essent, het 50% belang in EPZ alsnog geleverd aan RWE.

 PBE is blijven bestaan met een beperkt takenpakket. PBE wikkelt de zaken af die uit de verkoop zijn voortgekomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Hiermee is een termijn tot sluiting van de Kerncentrale Borssele (voorgenomen sluiting 2033) gemoeid.

 Na een statutenwijziging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 december 2011 is de inrichting van PBE aangepast naar de status van een SPV, vergelijkbaar met o.a. Verkoop Vennootschap B.V.

 Conform de koopovereenkomst kon RWE tot uiterlijk 30 september 2015 potentiële claims indienen ten laste van het General Escrow Fonds (zie Verkoop Vennootschap B.V.). RWE had op 30 september 2015 geen potentiële claims ingediend m.b.t. verkoop van het 50% belang in EPZ. Het General Escrow Fonds is in juli 2016 geliquideerd en uitgekeerd aan de aandeelhouders.

3. Partijen

6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders

4. Bestuurlijk belang

Het aandeel van de gemeente Oldenzaal bedraagt 0,021%.

5. Financieel belang

 

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV

31 december 2023

31 december 2024

Eigen Vermogen

€ 1.443.974

€ 0

Waarvan reserves

- € 52.848

€ 0

Vreemd Vermogen

€ 31.998

€ 0

Waarvan voorzieningen

€ 0

€ 0

Resultaat na belasting

      2023

 - € 36.040                

  

2024

- € 19.735

Agio / dividend

€ 0

€ 1.027.500

Op 25 april 2024 hebben de aandeelhouders in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ingestemd met een aanvullende kapitaalstorting van € 400.000 voor CSV Amsterdam BV (identieke aandeelhouders). Deze kapitaalstorting zal worden verrekend met de financiële vereffening bij de opheffing van Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV. In bovengenoemde cijfers is deze verrekening meegenomen.

6. Prestaties – effecten

 

 

7. Voortgang

Het bestuur van de vennootschap heeft met het Ministerie van Klimaat en Energie, ZEH Energy BV en Energy Resources Holding BV in februari 2024 overeenstemming bereikt over de terugtreding van PBE als contractpartij uit het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. In de AVA van 26 september 2024 is besloten de vennootschap op te heffen en de resterende middelen op basis van het aandelenbelang uit te keren aan de aandeelhouders.

8. Risico’s en kansen

Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders was beperkt en is door de liquidatie niet meer aan de orde.

9. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.

De vennootschap is in 2024 geliquideerd.

 

3.6 Grondbeleid

Terug naar navigatie - - 3.6 Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - 3.6 Grondbeleid - Grondbeleid

Visie op het grondbeleid

Onze visie op het grondbeleid is een voorzichtig actief grondbeleid. Dit beleid gebruikt de gemeente om beleidsdoelen te kunnen realiseren voor de beleidsvelden:
•    wonen
•    ruimtelijke ordening
•    leefbaarheid
•    economie
•    natuur en groen
•    verkeer 
•    sociale en maatschappelijke voorzieningen. 

Hiervoor nam de gemeente in de nota Grondbeleid 2020 de volgende doelstellingen op: 
1.    Interveniëren op de grondmarkt om het feitelijke ruimtegebruik te laten aansluiten op het maatschappelijk gewenste ruimtegebruik. Dit interveniëren gebeurt zowel kwantitatief als kwalitatief; 
2.    Bevordering van de kwaliteit van het ruimtegebruik, evenals de zeggenschap die de burger daarover heeft;
3.    Een eerlijke verdeling van kosten en baten die ontstaan door overheidsinterventies. Zoals bestemmingsplanwijzigingen, uitgebreide Wabo procedures en investeringen in de openbare ruimte.

Een voorzichtig actief grondbeleid biedt de vrijheid om situationeel te schakelen naar een faciliterend grondbeleid. Of een samenwerkingsvorm te zoeken die het dichtst in de buurt komt van (de voordelen van) een actieve grondpolitiek

 

De manier waarop de gemeente haar grondbeleid uitvoert en het beleid voor reserves

Bovengenoemde beleidsvelden geven met de structuurvisie en onderliggende beleidsnota’s (Woonvisie, Bedrijventerreinenvisie, e.d.) antwoord op de vragen:
•    welke ontwikkelingen plaatsvinden;
•    waar ontwikkelingen plaatsvinden;
•    wanneer ontwikkelingen plaatsvinden. 
Het grondbeleid ondersteunt het ruimtelijk beleid van de gemeente. De nota Grondbeleid maakt het mogelijk om deze ruimtelijke doelstellingen te faciliteren. In het grondbeleid staan de instrumenten die de gemeente hiervoor inzet.

Strategische voorraad: verwerving en waarderingsgrondslag
Verwerving is voor Oldenzaal hét instrument bij uitstek om de regiefunctie bij de ontwikkeling van projecten te voeren. Met een eigendomspositie kan de gemeente actief sturen op de programmatische en ruimtelijke ontwikkeling. Dit alles binnen kwalitatieve en financiële kaders. 

Het waarderen van grond die de gemeente aankocht op de balans gebeurt tegen de waarde bij huidige bestemming. Hogere aankoopkosten en jaarlijkse rentekosten dekt de gemeente uit de reserve strategische voorraad of de bestemmingsreserve Oldenzaal Centraal. 

De zo gevormde boekwaarde blijft op dit niveau. Pas 1 à 2 jaar voor de start van de werkzaamheden in het plangebied start de exploitatiefase. De gemeente maakt vanaf dat moment kosten voor de ontwikkeling (planontwikkeling, bestemmingsplanwijziging enzovoort). 

Reserve strategische voorraad
De reserve strategische voorraad dekt het risico over de voorraad grond die nog niet in exploitatie (productie) is. De omvang van de reserve strategische voorraad stelt de gemeente elk jaar vast. Daarbij houdt zij rekening met de toekomstige ontwikkeling van Oldenzaal. De reserve strategische voorraad is van belang om actieve grondpolitiek ook in de praktijk te brengen. Zij staat garant voor continuïteit en consistentie. En de reserve geeft maximale politieke beleidsvrijheid voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de stad.

Bouwgrond in exploitatie
Voor elk ruimtelijk plan stelt de gemeente een grondexploitatieberekening op. Dit is een financiële doorrekening van de kosten en opbrengsten uitgezet in de tijd. Deze berekening geeft (een financieel) inzicht in het geheel van activiteiten en werkzaamheden voor: 
•    verwerving; 
•    het bouw- en woonrijp maken; 
•    de uitgifte van gronden.

Algemene reserve grondexploitatie
De algemene reserve grondexploitaties vormt het weerstandsvermogen om algemene risico’s te kunnen opvangen. Het volume onderhanden werk en de omvang van de risico’s begrenst de omvang van deze reserve (zie paragraaf weerstandsvermogen). 

Om algemene risico’s in beeld te brengen loopt de gemeente de projectenportefeuille door. En stelt zij een risicoparagraaf op. De gemeente berekent de omvang van de risico’s. Vervolgens houdt zij rekening met de kans dat een risico zich voordoet. De risico’s kunnen zich niet allemaal gelijktijdig voordoen. Daarom neemt de gemeente over het resultaat een minimumpercentage en een maximum-percentage. 

De omvang van de algemene reserve grondbedrijf is minimaal:
•    1% van het volume aan onderhanden werk; 
•    15% van de omvang van de risicoparagraaf van het Grondbedrijf; 
•    en een risicobuffer van € 500.000. 

De omvang van de algemene reserve grondbedrijf is maximaal: 
•    2% van het volume onderhanden werk; 
•    en 30% van de omvang van de risicoparagraaf. 

Verliesneming
Soms heeft een project (bij de start of tijdens de loop van het project) geen sluitende grondexploitatie. Dan dekt de gemeente het tekort direct af uit de algemene reserve grondexploitatie.

Voor (deel)gebieden binnen het Masterplan Oldenzaal Centraal geldt dezelfde handelswijze. Alleen verrekent de gemeente de resultaten met de speciale bestemmingsreserve Oldenzaal Centraal.

Resultaatneming
Soms sluit de gemeente een grondexploitatie af met een positief resultaat. Dit resultaat brengt de gemeente dan naar de algemene reserve grondexploitatie. Ditzelfde geldt voor tussentijdse winstnemingen. 

Voor (tussentijdse) winstneming geldt de ‘percentage of completion’ methode (POC). De gemeente neemt naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst:
•    wanneer de gemeente kosten maakte;
•    en opbrengsten realiseerde;
•    en voldoende geld in de grondexploitatie resteert voor het afdekken van risico’s in het project.

Reserve Oldenzaal Centraal (OC)
De reserve Oldenzaal Centraal vormde de gemeente voor het herinrichten van de stationsomgeving. Het is een omvangrijk stadsvernieuwingsproject met een substantieel financieel tekort. Daarom vormde de gemeente een aparte reserve zodat realisatie mogelijk wordt. 

De reserve Oldenzaal Centraal voedt de gemeente met maximaal € 2 miljoen per jaar. Alleen als en voor zover het bedrijfsresultaat en de ondergrens van de algemene reserve dit toelaten. Om ongebreidelde reservevorming te voorkomen stelde de gemeente een plafond vast. Dit plafond ligt in 2024 op € 6,5 miljoen vrij besteedbaar. De stand van de Reserve Oldenzaal Centraal bevindt zich bij deze jaarrekening net onder het plafond. Toevoeging aan de Reserve Oldenzaal Centraal vindt plaats op basis van het Cascademodel vanuit de Algemene Reserve Grondexploitatie

Planontwikkeling van het gebied aan de noordzijde van het spoor resteert nog. Dit gaat over het gebied van het Landreben tot de parkeervoorzieningen bij het station. Daarnaast kunnen zich bij de realisatie van de ontwikkeling aan de zuidzijde van het spoor nog tegenvallers voordoen. Voor deze beide situaties kan de gemeente de reserve Oldenzaal Centraal inzetten. 

Reserve Jufferbeek Noord (JN)
In de kadernota 2022 besloot de gemeenteraad om geld in de bestemmingsreserve strategische voorraad te reserveren. Met dit geld kan de gemeente starten met verwerven van grond in het gebied “Ontmoeten en verbinden”. Op deze wijze kan de gemeente ook deze locatie actief ontwikkelen. Daarnaast kan de gemeente met dit geld overgaan tot gelegenheidsaankopen in overige delen van het plangebied.

De gemeente stelt een werkkapitaal van € 500.000 per jaar beschikbaar. Dit zet de gemeente in voor:
•    strategische grondaankopen;
•    optimalisatie van (verkeer en water) voorzieningen; 
•    bijdragen in gewenste/noodzakelijke verhuizingen van bewoners etc.
In 2024 zat voor Jufferbeek Noord € 2.843.000 in deze reserve. Bij deze jaarrekening wordt daar € 500.000 aan toegevoegd na bestemming van het resultaat.

Voordat de realisatie van een fase start, dekt de gemeente eventuele tekorten van die fase volledig af. 

Cascademodel

Voor de schematische voorstelling van de geldstromen binnen het grondbedrijf geldt het cascade-model.

Afsluiting complexen

De gemeente sluit grondexploitaties af in de jaarrekening, wanneer:

•    de gemeente alle grond heeft verkocht;

•    en goed overziet welke werken de gemeente nog moet uitvoeren.

Voor de nog uit te voeren werken hevelt de gemeente de middelen over naar het grondexploitatiecomplex “nog af te werken exploitaties”.

Vennootschapsbelasting (VpB)

De gemeente is vennootschapsbelastingplichtig: 
•    voor activiteiten waarin zij deelneemt aan het economisch verkeer;
•    en waarbij zij zich als fiscale onderneming opstelt.
Over de fiscale winst betaalt de gemeente belasting. Het leveren van bouwgrond is VpB-plichtig. 

Nieuwe grondexploitatiecomplexen brengt de gemeente fiscaal in met een taxatie van de marktcon-forme waarde. Landelijk bestaat er discussie of dat de meest geëigende manier is. In de algemene risicoreserve neemt de gemeente dit risico mee.

De markt voor bouwgrond
De vraag naar bouwgrond bleef het afgelopen jaar groot. Daarnaast stegen de kosten voor initiatiefnemers:
•    De hypotheekrente steeg opnieuw. 
•    De bouwkosten bleven hoog door de grote vraag naar bouwgrond en de oorlog in Oekraïne. 
•    Daarnaast zijn door allerlei ontwikkelingen meer onderzoeken nodig, denk bijvoorbeeld aan stikstof. 
In enkele gevallen was dit voor initiatiefnemers reden om de plannen aan te passen of om geopteerde kavels aan de gemeente terug te geven.

Markt voor woningbouwkavels
Het afgelopen jaar zette de gemeente ook weer in op versnelling van de ontwikkeling van woningbouwlocaties. Door in de planning 3 grotere woningbouwlocaties te versnellen wil de gemeente tegemoetkomen aan de vraag naar bouwgrond. Door de genoemde ontwikkelingen houdt de gemeente rekening met een risico van een dalende marktvraag. Daarmee wordt het noodzakelijk om plannen in fases te ontwikkelen.

Markt voor bedrijfskavels
De kwetsbaarheid van de verknoopte wereldeconomie en mondiale productieketens zijn nu regelmatig erg duidelijk. Sommige bedrijven gaan structureel grotere voorraden aanhouden om uitvalrisico in de toekomst te beperken. Dit leidt tot een groeiende vraag naar ruimte voor opslag/logistiek. 

Tegelijkertijd zagen we in de afgelopen jaren dat bedrijven meer onzekerheid hebben door de bovengenoemde stijging van (bouw)kosten. Daarnaast speelt voor bedrijven netcongestie een belangrijke rol in de afweging om al dan niet uit te breiden of ergens nieuw te vestigen. Dit werd de afgelopen jaren duidelijk door een deel van de geopteerde kavels dat op het bedrijventerrein werd teruggegeven. 

De behoefte blijft dus groot maar niet iedereen kan zich meer vestigen op de meest gewenste locatie door bovengenoemde ontwikkelingen. 

De bedrijfskavels in Jufferbeek Zuid zijn in het tweede kwartaal van 2024 opnieuw in de verkoop. Selectie van gegadigden vindt plaats op basis van selectiecriteria.

Risicomaatregelen grondbedrijf Oldenzaal
De effecten van een crisis op de woningmarkt worden pas na enige vertraging zichtbaar. Op dit mo-ment is de behoefte aan woningen in Oldenzaal nog onverminderd groot. Gefaseerde woningbouw beperkt het risico.

Daarnaast is er op dit moment veel belangstelling voor bedrijfskavels op bedrijventerrein Jufferbeek Zuid. Maar zorgen bovengenoemde ontwikkelingen ook voor meer onzekerheid over het moment van afname van de kavels. De gemeente gaf de meest courante kavels inmiddels uit. De verkaveling van het bedrijventerrein maakt dat nieuwe bedrijfsvestigingen zich soms wat meer naar de situatie moeten plooien. Bijvoorbeeld door een hogere prijs voor een zichtlocatie te betalen en aan hogere beeldkwali-teitseisen te moeten voldoen. 

De woningmarkt of de behoefte aan bedrijfskavels kan zich nadelig ontwikkelen. De gemeente merkt dat dan vooral bij de grondexploitatiecomplexen waarvoor nog veel werk uitgevoerd en bouwgrond verkocht moet worden: 
•    Bedrijventerrein Jufferbeek Zuid
•    Oldenzaal Centraal Stakenbeek 2e fase 
•    Gravenbeek
•    Saasvelderlaan/Kaltersweide. 

De gemeente houdt in alle complexen rekening met project specifieke risico’s. Maar vanwege de ho-ge boekwaarde wordt specifiek in bovengenoemde complexen rekening gehouden met vertraging in de uitgifte door netcongestie, de hoeveelheid woningbouwkavels die op de markt komt en de grote oppervlakte van de kavels in het geval van Kaltersweide. Door de vertraging stijgen ook nog te ma-ken kosten. Daarnaast bevat de algemene reserve grondbedrijf een bedrag voor markt- en conjunc-tuurrisico’s. Met deze laatste risicopost vangt de gemeente ook risico’s aan de opbrengstenkant op. 

Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de bouwgrond in exploitatie
Per grondexploitatiecomplex raamt de gemeente kosten en/of opbrengsten voor de looptijd van het project. Deze ramingen deelt de gemeente op in jaren. Soms maakt de gemeente in een jaar meer kosten dan begroot. Dan resteren minder kosten voor de volgende jaren. En andersom geldt hetzelf-de wanneer de gemeente minder kosten maakt dan begroot. En ditzelfde geldt voor de opbrengsten-kant.

Vanaf 31-12-2024 bedragen de nog te maken kosten voor de complexen bouwgrond in exploitatie  (op basis van de exploitatieopzetten 2024) € 21.000.000. De opbrengsten bedragen € 40.000.000. Naar verwachting kan in de totale complexen nog een resultaat worden behaald van € 17.000.000. Het verschil is de boekwaarde (de gerealiseerde kosten en opbrengsten).

Gerealiseerde kosten en opbrengsten van de bouwgrond in exploitatie 
Boekwaarde 1-1-2024: - €  2.326.000
Boekwaarde 31-12-2024: + €  2.163.000

 

 

De gemeente rekent grondexploitaties jaarlijks door en zet daarbij de prognose voor de werkzaamheden in een meerjarenplanning in de exploitatieopzet. Bij de jaarlijkse herziening van de exploitatieopzetten in het najaar worden alle kosten en opbrengsten geactualiseerd (voor het totaal en voor de planning op jaarbasis). Verschillen worden bij de vaststelling van de herzieningen toegelicht. 
De verdeling van de inkomsten en uitgaven per jaar is slechts indicatief en wordt in de praktijk vaak door marktomstandigheden bepaald. Daarom wordt ook niet met de zogenaamde jaarschijven gewerkt. De totale exploitatie is van belang en wordt jaarlijks aan B&W en de raad bij de herzieningen gerapporteerd en toegelicht De exploitaties worden dan door de raad vastgesteld.

De belangrijkste ontwikkelingen in 2024 en onderbouwing van gerealiseerde resultaten 

Bedrijventerrein Jufferbeek Zuid   
De kavelverkoop verliep minder goed dan verwacht. Vanwege ontwikkelingen als netwerkcongestie, stikstof en door marktomstandigheden gaven optanten hun opties terug aan de gemeente. Vervolgens moeten deze kavels opnieuw in de markt gezet worden.

De afgelopen jaren werden kavels uitgegeven aan bedrijven op volgorde van binnenkomst van de vraag en de specifieke eisen aan een kavel. Nu er steeds minder grond beschikbaar is en een aantal opties door gegadigden voor een bedrijfskavel is beëindigd, heeft de gemeente in 2023 en 2024 gewerkt aan voorrangscriteria om de resterende kavels te kunnen verkopen. Plannen voor kavels waar al opties zijn gesloten, zijn verder uitgewerkt. Er is belangstelling voor de resterende bedrijfskavels. 

Woningbouw aan de Hogenkampweg
Dit complex is in de afrondende fase. Alle kavels zijn verkocht en zijn er slechts nog enkele civiele afwerkingskosten. Het complex wordt bij de jaarrekening 2024 afgesloten. Het resterende saldo wordt overgeboekt naar de algemene reserve van het grondbedrijf.

Knarrenhof aan de Thijsniederweg
Dit complex wordt bij de jaarrekening 2024 afgesloten Het project is nagenoeg klaar. Slecht kleine civiele afwerkingskosten moeten nog plaatsvinden. Het resterende saldo zal naar de algemene reserve van het grondbedrijf worden overgeboekt.

Woningbouwkavel voor wijkers aan de Oude Oldenzaalsestraat
Aan de Oude Oldenzaalsestraat/Ootmarsumsedijk deden zich conform deze laatste begroting geen ontwikkelingen voor. Er zijn op dit moment geen belangstellenden voor de laatste kavel in dit plangebied. De kavel blijft gereserveerd voor wijkers. 

Woningbouwkavels voor wijkers op de locatie Kaltersweide
Na de tweede sanering is in het resterende plangebied in 2023 opnieuw bouwrijp gemaakt omdat het niet meer aan de eisen van de huidige tijd voldeed. 
De afwatering is gewijzigd en de bestrating is aangepast. De reguliere verkoop van de 6 kavels zijn medio 2024 in de verkoop aangeboden. De oppervlakte van die kavels varieert van 1.305 tot 2.432 m2. De belangstelling voor deze kavels is onverwacht hoog. Als de belangstelling in de periode van betaalde opties zo groot blijft, kan de planning voor de verkoop van de kavels bij de eerstvolgende herziening positief worden aangepast.
De 6 kavel voor de wijkers zijn nog geen gegadigde voor omdat onderhandelingstrajecten met wijkers veel tijd kosten. Bij de herziening in 2024 schoof de gemeente de raming voor de verkoop van de kavel door tot 2032.

Kantoorkavel aan de Gerard Hollinkstraat
Er is belangstelling voor de laatste kantoorkavel aan de Gerard Hollinkstraat. In overleg met de gegadigde voor de kavel is gekeken welke aanpassing er aan de kavels gedaan moet worden om deze bouwrijp te maken. Er vond in 2024 een aanbesteding plaats voor het saneren en bouwrijp maken van de kavel. De globale raming voor het bouwrijp maken van de kavel blijkt aan te sluiten bij het bedrag van de aanbesteding voor het bouwrijp maken. De globale raming is nu opgesplitst in onderzoekskosten, saneringskosten (hoger dan de globale inschatting) en bouw- en woonrijpmaak kosten (iets hoger dan de raming van vorig jaar). De kavel in inmiddels bouwrijp gemaakt.
De gegadigde voor de kavel heeft zijn plannen uitgewerkt en het bouwplan wordt in de werkgroep besproken en wordt nog aangepast door de architect. Na akkoord zal de grond eind 2024/begin 2025 overgedragen worden. Door enkele wijzigingen in de kosten is het resultaat van dit complex gering toegenomen.

Laatste woningbouwkavels aan de Mandenmaker in De Graven Es gebied 9
Het laatste kavel is in februari 2024 verkocht, alleen voor de laatste afwerking van het gebied wordt nog gering risico gelopen bij de afronding van de laatste werkzaamheden.

Woningbouwontwikkeling in De Gravenweide
Eind 2023 is de locatie bouwrijp gemaakt en hebben de eerste verkopen plaats gevonden eind 2022. Een projectontwikkelaar nam de grond af voor de 29 projectkoopwoningen en er werden al twee kavels voor particulier opdrachtgeverschap afgenomen. 
Medio 2024 zijn de overige 15 kavels voor particulier opdrachtgeverschap nagenoeg verkocht.. 
Als gevolg van alle verkopen is het risico over de verkopen teruggebracht naar 0.
De Gravenweide is een vervolg op het exploitatiegebied Graven Es 9. Het betreft maar een relatief klein gebied

Woningbouwontwikkeling in de Gravenbeek
Omdat de woningbehoefte op dit moment erg groot is, wordt na gebied 10A deze locatie gebied 10B
verder ontwikkeld. Omdat vertraging in de proceduretijden verwacht worden bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het belang groot om plannen voor januari 2024 in ontwerp in procedure te hebben gebracht

In 2024 zijn de gronden getaxeerd. Fiscaal worden de gronden tegen getaxeerde waarde ingebracht.
Voor de inbreng in de ontwikkeling is het bovendien transparanter om de werkelijke waarde van de locatie op te nemen, waarbij de herwaardering weer direct ten gunste van het plan wordt gebracht. Per saldo is er dan geen sprake van herwaardering waardoor voldaan wordt aan de BBV-voorschriften. Het betreffende gebied is ontwikkeld ten behoeve van woningbouw in de vrije sector en sociale huur. De bebouwing is voor zowel vrijstaande woningen en twee onder een kap woningen en rijwoningen en appartementen. In totaal is circa 48.000 m² uitgeefbaar. De uit te geven grond vrije sector is bij de opening van dit complex getaxeerd op € 300 per m² excl. btw. De grondprijs is medio 2024 op nieuw getaxeerd en verhoogd naar € 315 per m². In totaal worden er 56 woningen (incl. woonwagens) in de sociale huur gerealiseerd. Dit is 30% van het totale aantal woningen van 187
In 2024 is gestart met het bouwrijp maken, na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.

Afronding van het complex Oldenzaal Centraal De Stakenbeek 1e fase
Dit complex bevindt zich in de afrondende fase. Het bouwrijp maken startte in 2015 en voerde de gemeente uit in twee delen. Aansluitend daarop werden de bouwkavels te koop aangeboden.  De kavels van beide delen zijn nagenoeg verkocht. Op dit moment staat nog 1 kavels voor vrijstaande woningen in de verkoop.     Een gemeentelijke woning is tijdelijk ingepast. Als deze vrijkomt wordt deze gesloopt en wordt de kavel aangeboden.     De opbrengst van deze kavel en de sloopkosten van de woning zijn in de exploitatie meegenomen. Aan de zijde van de Stakenbeek zijn de werkzaamheden (nagenoeg) afgerond. De beek is uitgebaggerd, de     voet- en fietspaden aan beide zijden van de beek zijn gereed. De brug over de beek, een verbinding tussen Zuid Berghuizen en het plangebied, is ge-plaatst en in gebruik genomen en de beschoeiingen in de vorm van     schanskorven, zijn gereed. Ook het groen is zover mogelijk aangelegd.    

Het plangebied is inmiddels grotendeels woonrijp.

Woningbouwontwikkeling in Oldenzaal Centraal De Stakenbeek 2e fase
In 2023 ronden we de bestemmingsplanprocedure voor dit plangebied af. In 2024 zijn nagenoeg alle nog resterende opstallen gesloopt voor zover niet (tijdelijk) gehandhaafd en zijn de gronden gesaneerd. Deels liep dat door in 2025. Vervolgens wordt de locatie bouwrijp gemaakt inclusief de aanleg van de geluidswal. De verwachte uitgifte van de kavels is volgens de prognose  in het voorjaar 2026.

Voor dit complex is in mei 2025 een aanvullend krediet gevraagd van € 850.000.  Dit is een nadeel voor de exploitatie. De oorzaken zijn aanvullende sanering van € 650.000 en  € 200.000 voor aanvullende werkzaamheden inzake fundering geluidswal. Beide zaken zijn uiteindelijk in mei 2025 geconstateerd. Een grove schatting is dat dit leidt tot een lagere post project specifieke risico's van € 300.000 en een lagere winst van € 550.000. Een en ander wordt nader uitgewerkt in de herziening van 2025. Bovenstaande mutatie heeft geen invloed op de waardering per 31-12-2024 van dit complex.

Herontwikkeling van het Topsportpand tot een versterkende functie in het Singelpark
Bij de herziening 2022 verwachtten we dat het wedstrijdprogramma in 2022 afgerond zou worden en dat de wedstrijdontwikkeling in 2023 duidelijkheid zou geven over het programma. In werkelijkheid werkten we in 2023 nog steeds aan het wedstrijdprogramma voor de herontwikkeling voor deze locatie en is de verwachting dat we het programma na de zomer uit gaan zetten. In 2023 verhuurde de gemeente het pand nog, maar de huuropbrengsten bleven flink achter bij de beheerslasten. Eind 2023 startten we de voorbereidingen op van de beëindiging van de verhuur en de sloop van het gebouw. Uiteindelijk wordt in begin 2025 het pand door de laatste huurder opgeleverd en kan de voorbereiding van de sloop worden gestart. Bij dit complex is geconstateerd dat het sloopbudget niet toereikend was. Er is een aanvullend krediet gevraagd van € 100.000 (voorjaarsnota 2025). Een voorlopige grove inschatting leert dat de helft is voorzien binnen de projectspecifieke risico's en dat de andere helft tot extra verliesname zal leiden. Een en ander wordt nader uitgewerkt in de herziening 2025. 

Gronduitgifte  
De grafiek over de gronduitgifte laat duidelijk zien hoe grillig grondverkopen verlopen. De uitgifte van bedrijfsgrond schommelt vooral door het incidentele karakter van de verkopen. De grafiek laat in de jaren 2013 tot en met 2024 de schommelingen in de kaveluitgiftes zien. 

 

 

De planningen voor de realisatie en uitgifte van de grondexploitatiecomplexen zijn voorzichtig en passen binnen de (met de provincie gemaakte) afspraken. De woningbehoeftecijfers laten zien dat de vraag de eerste jaren niet daalt. Daarom brengt de gemeente de komende tijd ook weer delen van de strategische voorraad tot ontwikkeling.

Prognose resultaten (basis herziening 2024)  

Prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie
Per grondexploitatiecomplex maakt de gemeente een raming van verwachte resultaten op basis van de ‘percentage of completion’ methode. Voor de komende jaren verwacht de gemeente de volgende resultaten te realiseren:

 

 

In de complexen wordt ook rekening gehouden met project specifieke risico’s. Als (een deel van) deze risico’s zich niet voordoen, zal het resultaat toenemen. Omgekeerd als de risico’s groter zijn dan verwacht zal het resultaat afnemen. Deze resultaatverwachting is exclusief de tussentijds te nemen verliezen, onder andere afwaarderingen niet in exploitatie genomen gronden c.a. Tegelijkertijd is het zo dat wanneer prognoses over grondverkopen of te maken kosten afwijken van de prognose, resultaten heel anders uit kunnen vallen. 

Op het moment dat resultaten vrijvallen uit de complexen wordt het cascade model toegepast. Zie ook de vastgestelde nota grondbeleid. Pas als voorzieningen zijn getroffen, reserves op niveau zijn en de algemene reserve van het grondbedrijf haar maximum overschrijdt, valt het meerdere vrij in het concern. Bij een tekort zal vanuit de algemene reserve van het concern bijgestort moeten worden.

De gemeente houdt rekening met verliesgevende complexen die de komende jaren in exploitatie komen. Op dit moment voorzien wij dat het merendeel van de strategische voorraad tot niet winstgevende ontwikkelingen leiden. Het betreffen inbreidingslocaties met beperkte ontwikkelmogelijkheden. We sparen concreet al voor Jufferbeek Noord. Dit heeft consequenties voor het toekomstig resultaat.

Als complexen verliesgevend zijn, dekt de gemeente dit verlies af voordat zij een grondexploitatie-complex opent. Dit deed zich voor bij de projecten van Oldenzaal Centraal 1e en 2e fase en bij de herontwikkeling van de Deurningerstraat 39 (onderdeel Singelpark).

 

Voortgang bouwgrond in exploitatie 

 

Bouwgrond in exploitatie

 

Boekwaarde

31-12-2024 €)

 

 

Schatting van de looptijd

Programma

% gerealiseerde opbrengsten door verkoop

% gerealiseerde kosten

Voortgang

Totaal aantal bouwkavels en verkochte kavels

m2 bedrijfsgrond en/of overige bestemmingen en verkochte m2

Cpl. 107

Jufferbeek Zuid

6.167.470

 

2002-2030

 

Totaal: 209.797

Per 31-12-2024 verkocht: 2.432

61

90

Cpl. 161

Hogenkampweg

0

 

2000-2024

Totaal: 20

31-12: 20

Complex wordt
2024 afgesloten

100

100

Cpl. 162

Noabershof

0

 

2021-2024

Totaal: 22

31-12: 22

Complex wordt in
2024 afgesloten

100

100

Cpl. 178

Ootmarsumsedijk

4.912

 

2000-2031

Totaal: 3

31-12: 2

1 kavel

 

53

 

64

 

Cpl. 179

Saasvelderlaan

1.990.625

 

2000-2032

Totaal: 14

31-12: 2

Totaal 23.029

Verkocht 4.517

20

 

69

 

Cpl. 184

Raccordementslijn

279.603

 

2002-2026

 

Totaal: 4.752

Verkocht 1.632

 

36

83

Cpl. 209

De Graven Es geb. 9

- 425.089

 

2003-2025

Tot.: 309

31-12: 308

Alle kavels zijn verkocht

100

98

Cpl. 210

De Gravenweide

-1.693.728

 

2022-2028

Tot.: 45

31-12: 34

Totaal 13.967

Verkocht: 13.455

 

96

57

Cpl. 211
De Gravenbeek

1.483.694

 

2024-2030

Tot: 187

Totaal 48.000

Verkocht 0

0

29

Cpl. 320

Oldenzaal Centraal Stakenbeek fase 1

- 237.301

 

2013-2026

Tot.: 119

31-12: 117

Totaal 31.763

Verkocht 30.708

97

95

Cpl. 330

Oldenzaal. Centraal Stakenbeek 2e fase

- 5.109.486

 

2018-2030

Tot: 95

31-12: 0

Totaal: 6.932

Verkocht: 0

0%

36%

Cpl. 410

Singelpark, Deurningerstraat e.o.

-297.356

 

2019-2026

1 kavel

Totaal: 200

Verkocht : 0

 

0%

 

Totaal

2.163.344

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Project loopt volgens bestuurlijk vastgesteld plan i.c. (herziene) grondexploitatieopzet en stedenbouwkundig plan.

Project loopt volgens bestuurlijk vastgesteld plan i.c. (herziene) grondexploitatieopzet en stedenbouwkundig plan maar heeft aandacht nodig vanwege stagnerende planontwikkeling, verkoop of de situatie op de betreffende markt.

Project wijkt af van bestuurlijk vastgesteld plan op in ieder geval één van de volgende onderdelen:

  • Kosten/opbrengsten: afwijking > € 250.000,- en/of >10%
  • Planresultaat: afwijking > € 250.000,- en/of >10%

(Afwijking van programma behoeft bestuurlijke besluitvorming).

 

3.7 Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - - 3.7 Lokale Heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - 3.7 Lokale Heffingen - Lokale heffingen

Algemeen

In deze paragraaf lokale heffingen wordt inzicht verstrekt in de diverse kostenberekeningen die ten grondslag lagen aan de heffingen en belastingen door een vergelijking van de gerealiseerde lasten met het totaal van de ramingen.

Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vond plaats in december 2023.

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, die vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.

Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt.

De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Oldenzaal

 

Inkomsten lokale heffingen

Van elke euro die huishoudens en bedrijven in Nederland aan belastingen en sociale premies betalen ging in 2024 3,3% naar de gemeenten. De decentrale overheden nemen samen 4,7% voor hun rekening, de rijksoverheid 95,3%. Het aandeel van de gemeente Oldenzaal aan ontvangen belastingen en retributies bedraagt in dit geheel circa € 20 miljoen.

Grafiek: uit Coelo-atlas overzicht van de lokale lasten 2024

 

  2023 2024
  Raming Realisatie Raming  Realisatie 
Afvalstoffenheffing  3.934.698 3.833.727 3.889.714 3.809.961
Begraafplaatsrechten  201.649 157.935 219.595 199.474
Leges burgerzaken 448.913 388.274 509.913 714.462
Leges omgevingsvergunning 719.000 683.204 369.000 491.714
Leges overig 56.998 42.764 56.998 43.936
Marktgelden 51.014 21.296 51.014 21.587
OZB-eigenaren woning/niet-woning 7.442.527 7.554.216 8.057.184 8.195.961
OZB-gebruikers niet-woning  1.858.837 1.911.290 1.993.603 2.063.544
Rioolheffing c.a. 3.135.035 3.178.126 3.545.358 3.587.962
Parkeerbelastingen 783.391 846.240 783.391 897.902
Reclamebelasting 112.285 93.895 95.000 93.950
Toeristenbelasting 96.140 82.427 96.140 82.068
Totaal 18.840.487 18.793.394 19.666.910 20.202.521

 

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen en ontwikkeling tarieven

Beleidskaders

Het beleid betreffende de lokale heffingen is opgenomen in:

  • de diverse belastingverordeningen en -regelingen;
  • het coalitieakkoord 2022-2026;
  • landelijke wet- en regelgeving.

Hervorming Lokaal belastinggebied

In 2015 kondigde het Rijk destijds een belastingherziening aan. Grote veranderingen in lokale heffingen hebben zich sinds die tijd niet voorgedaan en de richting is niet eenduidig: tegenover het verdwijnen van de macronorm voor de OZB (minder Rijksbemoeienis) staat het afschaffen van de precario op ondergrondse leidingen (verkleinen gemeentelijk belastinggebied). In het coalitieakkoord van het vorige kabinet stond de volgende ambitie: “Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Daarbij worden ook alternatieven voor de OZB en MRB in de beschouwing betrokken.” Na de verkiezingsuitslag in het najaar 2023 is het afwachten wat de uitkomst van de formatie is en de verdere ontwikkelingen op deze hervormingsagenda.

Proceskosten uitvoering Wet WOZ

Gemeenten moeten een vergoeding betalen als via no cure – no pay bureaus (NCNP-bureaus) de WOZ -waarde van woningen en bedrijven wordt aangepast. Dat kan gebeuren wanneer  NCNP-bureaus namens burgers een bezwaarschrift indienen bij de gemeente of door een beroep bij de rechter. Dat levert die bureaus zo veel geld op dat er sprake is van een verdienmodel. Burgers profiteren daar niet van. Terwijl de regeling is bedoeld als kostenvergoeding voor burgers. De enorme toename van de bureaus heeft een aantal maatschappelijk ongewenste gevolgen:

  1. De uitvoering van de Wet WOZ loopt vast.
  2.  De rechters komen te weinig toe aan andere zaken.
  3. De relatie met de burger formaliseert.
  4. In 2021 keerden gemeenten € 18 miljoen uit aan kostenvergoedingen.

Mede op initiatief van GBTwente en een aantal andere uitvoeringsorganisaties heeft de Staatssecretaris Fiscaliteit, de heer mr. Marnix van Rij op 19 september 2023 het wetsvoorstel Herwaardering proceskostenvergoeding WOZ en Bpm ingediend bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft op 27 oktober 2023 hiermee ingestemd en de Eerste Kamer volgde op 19 december 2023.

Voor de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) bevat het wetsvoorstel in het kort het volgende:

  1. De vergoeding in de bezwaarfase van rechtsbijstand wordt vermenigvuldigd met 0,25 als de WOZ-beschikking wordt vernietigd of gewijzigd.
  2. De vergoeding van rechtsbijstand in de fase van beroep, hoger beroep of cassatie wordt vermenigvuldigd met 0,25 als de WOZ-beschikking wordt vernietigd of gewijzigd en vermenigvuldigd met 0,10 in de overige gevallen.
  3. De vergoeding voor immateriële schade wordt beperkt tot € 50 per half jaar (was € 500) waarmee de redelijke termijn voor afhandeling van een bezwaar is overschreden.
  4. Vergoedingen mogen uitsluitend worden uitbetaald op een bankrekening die staat op naam van de belanghebbende zelf.
  5. Het wetsvoorstel treedt in werking per 1 januari 2024.

De wet trad op 1 januari 2024 in werking. De proceskosten en schadevergoedingen worden vanaf die datum uitbetaald aan belanghebbende. Hiermee is het verdienmodel van de NCNP-bureaus feitelijk te niet gedaan. Hiermee moeten de proceskosten voor gemeenten aanzienlijk verminderen.

Verdere maatregelen zijn in onderzoek:

  • introductie van verplicht informeel contact vóór de bezwaarfase
  • geen recht op proceskostenvergoeding bij beperkte aanpassing van de WOZ-waarde

Met name een eventuele regeling voor verplicht informeel contact vraagt om een uitgebreide uitvoeringsscan bij gemeenten en andere uitvoeringsorganisaties van de Wet WOZ.

Digitaal procederen ook bij rechtbanken

Vanaf 4 december 2023 is het mogelijk om in alle belastingzaken bij alle rechtbanken en gerechtshoven digitaal te procederen. Het is dan dus ook mogelijk om digitaal in beroep te procederen in de lokale belasting- en WOZ-zaken. Het was al langer mogelijk om digitaal in hoger beroep in de lokale belastingzaken te procederen. Digitaal procederen biedt een snelle en meer eenvoudige toegang tot de rechtspraak en altijd een actueel overzicht van ingediende zaken en bijbehorende berichten. Vooralsnog is digitaal procederen vrijwillig, maar op enig moment wordt het verplicht voor organisaties en juridische professionals.

 

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt.

De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen). De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2024 in Oldenzaal werden geheven zijn:

Ongebonden belastingen Gebonden belastingen
Onroerendezaakbelastingen Afvalstoffenheffing
Parkeerbelastingen Leges en Rechten
Reclamebelasting Rioolheffing
Toeristenbelasting Marktgelden
  Begraafrechten

Ongebonden belastingen

Onroerendezaakbelastingen

Op basis van artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten onroerendezaakbelastingen (OZB) heffen. De OZB is een algemene belasting. Er is geen relatie tussen de heffing en bepaalde taken van de gemeente. De opbrengst is onderdeel van de algemene middelen.

De OZB is een tijdstipbelasting. Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie per 1 januari van het belastingjaar geldt. Veranderingen in de loop van het jaar, bijvoorbeeld de verkoop van een huis, worden meegenomen in het volgende belastingjaar.

Belastingplichtige

  • eigenaren van woningen;
  • eigenaren van niet-woningen;
  • gebruikers van niet-woningen.

Indien iemand zowel eigenaar als gebruiker is van een niet-woning, dan betaalt hij of zij beide belastingen.

Grondslag

De grondslag voor de berekening van de OZB is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Deze wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het tarief van de OZB wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor iedere groep belastingplichtigen wordt een afzonderlijk tarief vastgesteld. De hoogte van het tarief leidt tot de opbrengst die met de begroting is vastgesteld. De beoogde opbrengst van de OZB per belastingplicht wordt eerst vastgesteld. Vervolgens wordt op basis van de totale WOZ-waarde van de belastingplicht het OZB-tarief berekend. De ontwikkeling van het OZB-tarief is dus naast de ontwikkeling van de OZB-opbrengst afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van het OZB-tarief. Anders zou de OZB-opbrengst evenredig meestijgen. Andersom geldt hetzelfde. Een negatieve waardeontwikkeling van de vastgoedmarkt leidt tot een verhoging van het OZB-tarief, om te voorkomen dat de OZB opbrengst daalt. De tariefaanpassing op basis van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt heeft voor de gemiddelde eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de OZB-heffing. Immers, een gemiddeld vastgoedobject volgt de ontwikkeling op de vastgoedmarkt. Vanaf 2022 worden de waarderingen van panden afgeleid van een prijs per m2 in plaats van de tot dan toe gehanteerde waardering in m3.

Parkeerbelastingen

Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen. Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:

  • De parkeerbelasting voor een  plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst;
  • De parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.

Hiermee kunnen gemeenten op efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. Er is dus een link naar de financiering van het parkeerbeleid. Maar de opbrengst van het parkeren vloeit in de algemene middelen.

Reclamebelasting

Op grond van artikel 227 van de Gemeentewet kunnen gemeenten reclamebelasting heffen. Reclamebelasting kan worden geheven over openbare aankondigingen die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Het gaat om aankondigingen in letters, symbolen, voorwerpen  kleuren of een combinatie daarvan. De reclamebelasting is in overleg met ondernemers ingevoerd. Voorbeelden zijn gevelreclame, bestickering ramen, posters, vlaggen, uithangborden, luifels of spandoeken.

Toeristenbelasting

Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kunnen gemeenten Toeristenbelasting heffen voor overnachtingen van personen binnen de gemeente die niet als ingezetene in de gemeente zijn ingeschreven. Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt, is deze bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

Gebonden belastingen

Afvalstoffenheffing

De wettelijke basis voor het heffen van afvalstoffenheffing is geregeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. Op basis van de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de wettelijke taak om zorg te dragen voor de inzameling van afvalstoffen die afkomstig zijn van particuliere huishoudens. De inzameling van afval wordt uitgevoerd door Twente Milieu. De verwerking van met name restafval en GFT vindt plaats bij Twence. De kosten van de inzameling en verwerking van afvalstoffen wordt betaald uit de afvalstoffenheffing.

Belastingplichtige

Inwoners zijn verplicht afvalstoffenheffing te betalen, ook als zij geen afval voor inzameling aanbieden. De heffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel waarvoor de gemeente een wettelijke plicht tot inzameling heeft en de inzamelverplichting ook nakomt.

Grondslag

De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. Met ingang van 2017 wordt iedere belastingplichtige een vast bedrag in rekening gebracht en daarnaast een variabel bedrag op basis van het aantal keren dat huisvuil is aangeboden.

Tarieven per keer afval aanbieden  2024
Vast bedrag € 210,60
Grijze restafvalcontainer 140 ltr  € 5,88
Grijze restafvalcontainer 240 ltr  € 10,08
Ondergrondse container (milieupas)  € 1,26
Groene gft-container 140 ltr  € 0,00
Groene gft-container 240 ltr € 0,00
Oranje verpakkingencontainer 240 ltr  € 0,00
Afval Raming Realisatie
     
Kosten taakvelden incl. omslagrente 3.495.300 3.571.850
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen -659.223 -745.049
 
 
Toe te rekenen kosten    
Overhead 57.095 56.813
Openbare orde en veiligheid 66.079 66.079
Verkeer en vervoer 50.000 50.000
Inkomensregelingen  195.345 147.034
BTW  685.118 663.234
Totaal toe te rekenen  1.053.637 983.160
 
Totale kosten 3.889.714 3.809.961
Opbrengst heffingen -3.889.714 -3.809.962
 
Dekkingspercentage 100% 100%

Kwijtschelding

Sommige huishoudens kunnen een tegemoetkoming in de kosten krijgen. Deze huishoudens betalen anders door de invoering van Diftar extra afvalstoffenheffing of kosten die zij niet kunnen opbrengen. Het gaat hierbij om huishoudens die in aanmerking komen voor kwijtschelding en huishoudens met onvermijdbaar medisch afval. Wanneer men in aanmerking komt voor kwijtschelding, krijgt men het vaste bedrag en max. € 60,48 voor het variabele deel kwijtgescholden.

Leges en rechten

De mogelijkheid tot het heffen van leges is geregeld in artikel 229, lid 1, b van de Gemeentewet. De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen van een vergunning. Degene die de dienst aanvraagt betaalt ook de leges. De heffingsmaatstaf is zeer divers en wordt vermeld in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening.

Kostendekkendheid

De leges zijn in de tarieventabel van de legesverordening ingedeeld in drie hoofdstukken:

  • hoofdstuk 1, algemene dienstverlening;
  • hoofdstuk 2, dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet;
  • hoofdstuk 3, dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2.

Op grond van artikel 229b van de Gemeentewet mag de legesverordening als geheel bezien maximaal kostendekkend zijn. Niet elke post zal dus afzonderlijk op zijn kostendekkendheid worden beoordeeld. Dit laatste zou ook moeilijk realiseerbaar zijn gezien het feit dat de kosten voor de individuele diensten moeilijk zijn te bepalen. Dat neemt niet weg dat een gemeente wel een kostendekkendheid per dienst of per samenhangende groep van diensten mag nastreven, als de gemeente in dit opzicht maar een consequente lijn volgt.

Op grond van het bovenstaande is het mogelijk om kruissubsidiëring toe te passen. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Daarnaast kan bij de tariefstelling uitdrukking worden gegeven aan het profijtbeginsel. Dat is een aparte beleidsmatige afweging. Onderlinge verschillen in, op zichzelf geoorloofde, kostendekkingspercentages tussen groepen van diensten zijn niet in strijd met de wet of met enig algemeen rechtsbeginsel.

De mogelijkheden tot kruissubsidiëring zijn door de komst van de Europese Dienstenrichtlijn (EDR) beperkter geworden. De EDR maakt kruissubsidiëring binnen een cluster van samenhangende vergunningstelsels mogelijk. Dit betreft alleen de diensten aan dienstverrichters waarop de EDR van toepassing is (titel 3 van de Legesverordening). De wetgever heeft hierin geen aanleiding gezien om artikel 229b van de Gemeentewet te wijzigen. De EDR doorkruist daarmee de wettelijke regeling van artikel 229b Gemeentewet.

Bij de introductie van de Wabo in 2010 (omgevingsvergunning, zie titel 2 van de Legesverordening) ging de wetgever ervan uit dat kruissubsidiëring tussen het cluster omgevingsvergunning en andere in de legesverordening opgenomen dienstverleningen niet mogelijk is. De wens van de wetgever is echter niet in een wettelijke bepaling vastgelegd, zodat in principe artikel 229b van de Gemeentewet onverkort geldt. Wij gaan echter uit van maximaal 100% kostendekkendheid binnen hoofdstuk 2. Voor een aantal tarieven binnen hoofdstuk 1 geldt dat deze door het rijk zijn gemaximeerd: paspoorten, rijbewijzen, kansspelen en wet bescherming persoonsgegevens.

Kostendekkendheid leges per hoofdstuk

Legesverordening Omschrijving Lasten taakvelden Overhead Totale lasten Leges/andere inkomsten Totale baten Kostendekkendheid
1.1 Burgerlijke Stand 29.895 14.188 44.083 44.884 44.884 102%
1.2 Reisdocumenten/Ned. Identiteitskaart 394.726 77.809 472.535 506.019 506.019 107%
1.3 Rijbewijzen 85.027 22.135 107.162 146.347 146.347 137%
1.4 Verstrekking basisregistratie personen 69.888 45.461 115.349 14.579 14.579 13%
1.5 Bestuursstukken 0 0 0 0 0 -
1.6 Vastgoedinformatie 0 0 0 0 0 -
1.7 Overige publiekszaken 3.825 0 3.825 4.631 4.631 121%
1.8 Gemeentearchief 0 0 0 0 0 -
1.9 Bijzondere wetten (wegensverkeerwetgeving) 114.244 36.910 151.154 127.410 127.410 84%
1.10 Diversen 0 0 0 0 0 -
Totaal hoofdstuk 1   697.605 196.503 894.108 843.870 843.870 94%
2.2 Omgevingswet 2.922.547 1.134.992 4.057.539 491.714 491.714 12%
Totaal hoofdstuk 2   2.922.547 1.134.992 4.057.539 491.714 491.714 12%
3.1/3.3/3.4/3.6 Horeca/Winkeltijdenwet/Organiseren evenement of markt 431.359 284.097 715.456 23.056 23.056 3%
3.5 Standplaatsen/marktgelden 21.586 0 21.586 21.586 21.586 100%
Totaal hoofdstuk 3   452.945 284.097 737.042 44.642 44.642 6%
Totaal leges   4.073.097 1.615.592 5.688.689 1.380.226 1.380.226 24%
Raming totaal   3.790.039 1.475.875 5.265.914 1.100.130 1.100.130 21%

 

Begraafrechten

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. De heffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals die in de verordening begraafrechten zijn opgenomen.

Begraafrechten Raming Realisatie
 
 
Kosten taakvelden incl. omslagrente   393.585 431.825
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen -9.094 -21.502
  384.491 410.323
 
Toe te rekenen kosten    
Overhead 106.044 104.772
Tractie / gebouwenonderhoudsplan 11.862 13.118
Totaal toe te rekenen 117.906 117.890
 
Totale kosten 502.397 528.213
Opbrengsten 219.595 199.474
 
Dekkingspercentage 43,7% 37,8%

 

Marktgelden

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet kan de gemeente een recht heffen voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een deel van de openbare ruimte die gebruikt wordt voor een markt. Belastingplichtig is degene aan wie de standplaats beschikbaar is gesteld.

Markten  Raming Realisatie 
 
Kosten taakvelden incl. omslagrente 51.014 21.586
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen 0 0
 
 
Toe te rekenen kosten 0 0
Overhead 0 0
Totaal toe te rekenen 0 0
 
Totale kosten 51.014 21.586
Opbrengsten -51.014 21.586
 
Dekkingspercentage 100% 100%

 

Rioolheffing

De wettelijke basis voor het heffen van rioolheffing ligt in artikel 228a van de Gemeentewet. In de rioolheffing worden kosten doorgerekend die verbonden zijn aan het in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel.

Met de invoering in 2008 van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente naast de zorgplicht voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en regenwater ook de zorgplicht voor het grondwater. Daarmee is ook de mogelijkheid ontstaan om de kosten die verbonden zijn aan de taken die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken, toe te rekenen aan de rioolheffing.

De rioolheffing is een bestemmingsheffing (bestemming is watertaken), er staan geen aanwijsbare tegenprestaties tegenover. Wij hanteren één rioolheffing voor alle watertaken.

Elke gemeente is verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vast te stellen. In een GRP wordt meerjarig inzicht gegeven in de kosten die gemaakt worden voor de instandhouding van het gemeentelijk rioolstelsel. U heeft  in 2020 het GRP 2021-2025 vastgesteld en bepaald dat deze jaarlijks wordt geactualiseerd. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de eigenaren en gebruikers van woningen en niet-woningen.

Riolering Raming Realisatie
 
Kosten taakvelden incl. omslagrente 2.367.355 2.235.188
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen -676 -2.220
 
 
Toe te rekenen kosten    
Overhead 129.109 284.725
Tractie 58.175 60.848
Verkeer en vervoer 475.000 475.000
BTW  381.474 263.652
Storting in voorziening 62.952 199.168
Inkomensregelingen  71.969 71.599
Totaal toe te rekenen 1.178.679 1.354.992
 
Totale kosten 3.545.358 3.587.961
Opbrengsten 3.545.358 3.587.962
 
Dekkingspercentage 100% 100%

 

Woonlastenontwikkeling

De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor 2024:

Woonlastenontwikkeling 2022 2023 2024
OZB Eigenaar 367,88 397,22 432,07
Afvalstoffenheffing (meerpersoons.) 298,39 291,54 283,36
Rioolheffing 197,76 203,28 229,2
TOTAAL 864,03 892,04 944,63

 

In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van de woonlasten 2024 ten opzichte van 2023 van alle Twentse gemeenten weergegeven:

  bruto woonlasten eigen woning stijging in % tov 2023
éénpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden 1-pers meerpers
2023 2024 2023 2024    
Almelo 967 996 1011 1041 3,00% 3,00%
Borne 936 1021 967 1050 9,00% 8,60%
Dinkelland 862 929 890 957 7,90% 7,60%
Enschede 938 986 966 1013 5,20% 4,80%
Haaksbergen 1039 1095 1039 1091 5,40% 5,00%
Hellendoorn 937 989 937 989 5,50% 5,50%
Hengelo 889 935 928 972 5,20% 4,70%
Hof van Twente 963 1024 1003 1055 6,30% 5,20%
Losser 1028 1083 1059 1114 5,40% 5,20%
Oldenzaal 856 908 892 945 6,10% 5,90%
Rijssen-Holten 657 645 708 675 -1,90% -4,70%
Tubbergen 779 929 807 954 19,20% 18,20%
Twenterand 940 936 981 977 -0,40% -0,40%
Wierden 890 940 915 968 5,60% 5,80%
Overijssel 867 903 896 934 4,20% 4,20%
Nederland 867 911 944 994 5,10% 5,30%

 

De woonlasten van Oldenzaal behoren tot de laagste in de regio. In onderstaand overzicht is de rangorde op de woonlastenladder van Coelo vermeld van gemeenten waarvan op het moment van het maken van de Coelo de  OZB-tarieven bekend/gepubliceerd waren.  In 2024 had de nummer 1 de laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste. In 2023 waren er 352 gemeenten waarvan op het moment van het maken van de Coelo de OZB-tarieven bekend/gepubliceerd waren.

 

  Rangorde eigen woning
  2023 2024
Almelo 260 237 
Borne 203 245
Dinkelland 117 100
Enschede 202 203
Haaksbergen 276 271
Hellendoorn 169 178
Hengelo 165 160
Hof van Twente 250 251
Losser 289 281
Oldenzaal 121 120
Rijssen-Holten 5 1
Tubbergen 38 138
Twenterand 225 170
Wierden 146 154
  nummer 1 laagste woonlasten, nummer 352 de hoogste nummer 1 laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste

Kwijtscheldingsmogelijkheden

De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:

  • Voor de riool- en voor de afvalstoffenheffing (vast bedrag en deel variabel bedrag) is kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen woonlasten betalen;
  • Voor extra containers wordt geen kwijtschelding afvalstoffenheffing verleend en ook geen kwijtschelding rioolheffing eigenaar;
  • Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm;
  • Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren;
  • Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en;
  • Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.

De kwijtschelding van gemeentelijke belastingen in het kader van het minimabeleid bedragen voor  2024:

Hierbij gaat het om:

  • Afvalstoffenheffing € 147.034
  • Rioolheffing € 71.599

De gederfde inkomsten voor de riool- en afvalstoffenheffing worden gecompenseerd via een verhoging van het tarief van de betreffende heffing.

3.8 Handhaving

Terug naar navigatie - - 3.8 Handhaving

Missie

Terug naar navigatie - 3.8 Handhaving - Missie

Volgens het Twentse VTH-beleid is de missie een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving. Om dat te bewerkstelligen, werken we intensief samen met tal van partijen, zoals politie, brandweer, Veiligheidsregio, Provincie Overijssel, Omgevingsdienst Twente (ODT)etc. 

Visie

Terug naar navigatie - 3.8 Handhaving - Visie

Wij werken aan optimale bescherming en duurzame benutting van de fysieke leefomgeving; veilig wonen, werken en leven. Kwaliteit staat centraal in ons werken. Professionele medewerkers maken hierbij het verschil. Ze zijn deskundig, weten wat speelt en zijn uitstekend bereikbaar en benaderbaar. 
Sinds 1 januari 2024 de Omgevingswet van kracht, dit betekent dat ruimtelijke functies bij gemeenten zich meer gaan richten op beleid maken, het proces regisseren en burgerparticipatie initiëren. Het bouwkundige aspect verhuist naar het bedrijfsleven onder de Wet Private Kwaliteitsborging. Deze wet gaat tegelijkertijd in met de Omgevingswet. Onder de Omgevingswet kunnen twee omgevingsvergunningen nodig zijn: een omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit en een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit. Dit levert twee activiteiten op: de technische bouwactiviteit en de omgevingsplanactiviteit voor een bouwwerk. 

Omgevingswet en Bijzondere wetten

Terug naar navigatie - 3.8 Handhaving - Omgevingswet en Bijzondere wetten

Voor 2024 is een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin op programmatische wijze toezicht, handhaving en vergunningverlening voor de Omgevingswet,  Algemene Plaatselijke Verordening (APV), bijzondere wetten, inclusief de Alcoholwet is beschreven. 
Ons beleid is onder andere gebaseerd op het volgende:
•    vertrouwen in onze inwoners, bedrijven en instellingen;
•    wij willen graag meedenken met de wensen en behoeften van burgers en ondernemers;
•    ons credo is “ja, mits” in plaats van “nee, tenzij”;
•    bij vergunningverlening ligt de nadruk op veiligheid en gezondheid;
•    toezicht en handhaving dient op professionele wijze te worden uitgevoerd met beperking van toezichtdruk;
•    toezicht en handhaving geschiedt op basis van duidelijke prioriteiten met nadruk op veiligheid en gezondheid;
•    vergunningverlening, toezicht en handhaving dragen bij aan klantgerichtheid en transparantie en leiden tot een goed product;
•    vergunningverlening en toezicht en handhaving gebeurt slim en samen. 

Wij weten ook dat het onmogelijk is om in onze samenleving alle risico’s uit te sluiten, daarom worden prioriteiten gesteld. Om de (impact van de) risico’s in te schatten is een risicoanalyse uitgevoerd voor toezicht en handhaving. De risicoanalyse vormt de basis voor het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. 

Terugblikkend op 2024 hebben we o.a. het volgende bereikt:

  • In 2024 zijn meldingen, klachten en handhavingsverzoeken afgehandeld. Deze worden voortvarend opgepakt, in behandeling genomen en afgehandeld.
  • Het afhandelen en opruimen van de afvalstoffen die op een terrein van een failliet verklaard bedrijf zijn aangetroffen is dusdanig verlopen dat dit geen nadelige gevolgen heeft gehad voor het milieu. Hierbij is nauw samengewerkt met de collega’s van de Omgevingsdienst Twente.
  • Er is voorbereidend werk gedaan voor een convenant "Gezonde sportomgeving Oldenzaal" met daarbij aanpassingen van de alcoholverordening. We hebben gesprekken gevoerd over het alcoholmatigingsbeleid.
  • Goede samenwerking met de hulpverleningsdiensten. We hebben elke maand een overleg met de brandweer, politie en ghor, hier worden alle komende evenementen besproken.
  • Een goede samenwerking en korte lijn met Oldenzaal Promotie. Elke 6 weken hebben we nu een evenementendriehoek waarbij ambtelijke deelname is vanuit veiligheid en subsidieverstrekking en Oldenzaal Promotie, waar lopende zaken en plannen worden besproken.

 

 

 

3.9 Taakstellingen

Terug naar navigatie - - 3.9 Taakstellingen

Bij de presentatie van de Programmabegroting 2021 werd duidelijk dat de financiële positie van de gemeente Oldenzaal noodzaakte tot het doorvoeren van een pakket van bezuinigingsmaatregelen. In het kader van deze ‘ombuigingsoperatie’ werden bij de programmabegroting 2021 onderstaande taakstellingen opgenomen:

•    voor 2021 € 2.070.000
•    voor 2022 € 2.526.000
•    voor 2023 € 2.781.000
•    voor 2024 € 2.786.000

Aanvullend op de taakstellingen uit de Programmabegroting 2021 stond nog een ingeboekte ombuiging ‘Preventieve maatregelen’ ter grootte van € 175.000 open uit de Programmabegroting 2019. 
Bij vaststelling van de Programmabegroting 2023 resteerde per saldo een te realiseren bedrag aan openstaande taakstellingen van € 1.291.370. In 2023 is verder invulling gegeven aan het realiseren van de diverse taakstellingen. Dit resulteert in onderstaande geactualiseerde overzicht met nog te realiseren taakstellingen ter grootte van € 180.000. Inmiddels is ter invulling daarvan een collegebesluit genomen voor een voorgenomen verkoop van het pand Paukenlaan 1. Na effectuering zal deze in mindering worden gebracht op de Algemene taakstelling vastgoed.   

In 2024 is gedeeltelijke invulling gegeven aan de realisatie van de taakstelling.  Op de taakstelling vastgoed is in 2024 € 55.587 gerealiseerd. Bij de voorjaarsnota 2024 heeft er een correctie plaatsgevonden op  de taakstellingen. Deze waren ten onrechte uit de begroting gehaald.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de actuele stand van zaken van de ombuigingen per 31 december  2024.

TE REALISEREN OMBUIGINGEN PROGRAMMABEGROTING 2024
EINDTOTAAL TE REALISEREN SOCIAAL DOMEIN + ORGANISATIE 2023
-1.291.370
-1.291.370
-1.291.370
-1.291.370
GEREALISEERDE OMBUIGINGEN
2024
2025
2026
2027
Verwerken ombuigingen sociaal domein 2023 e.v. (INTB-22-07505)
827.427
827.427
827.427
827.427
OMB: Samenwerking zoeken Buitenbeheer (Najaarsnota 2022)
200.000
200.000
200.000
200.000
OMB 2021: Accountmanagers en andere coaches (Najaarsnota 2022)
20.000
20.000
20.000
20.000
OMB: Organisatie (Najaarsnota 2022)
63.943
63.943
63.943
63.943
EINDTOTAAL TE REALISEREN 2024
-180.000
-180.000
-180.000
-180.000
OMB 2021: Algemene taakstelling (vastgoed) *
-150.000
-150.000
-150.000
-150.000
OMB 2021: Verbonden partijen
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
-180.000
-180.000
-180.000
-180.000
* OMB 2021: Algemene taakstelling (vastgoed) Voorgenomen Verkoop Paukenlaan INTB-23-05940)
53.000
53.000
53.000
53.000
GEREALISEERDE OMBUIGINGEN in 2024
2024
2025
2026
2027
OMB 2021: Algemene taakstelling (vastgoed) *
5.587
5.587
5.587
5.587
OMB 2021: Verbonden partijen
0
0
0
0
NOG TE REALISEERDE OMBUIGINGEN 31 december 2024
2024
2025
2026
2027
OMB 2021: Algemene taakstelling (vastgoed) *
-144.413
-144.413
-144.413
-144.413
OMB 2021: Verbonden partijen
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
OMB: Organisatie (Najaarsnota 2022) correctie voorjaarsnota 2024 ten onrechte uit begroting gehaald
-28.425
-28.425
-28.425
-28.425

3.10 Wet Open Overheid

Terug naar navigatie - - 3.10 Wet Open Overheid

Wet Open Overheid

Terug naar navigatie - 3.10 Wet Open Overheid - Wet Open Overheid

De Wet open overheid
De Woo  beoogt een transparante en actief openbaar makende overheid. Met dit doel kan het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de inwoner van Oldenzaal, het bestuur en economische ontwikkeling beter worden gediend.

Dienstverlening bij Woo-verzoeken
Het uitgangspunt van de gemeente Oldenzaal bij Woo-verzoeken is ‘ja, tenzij’. Woo-verzoeken kunnen per brief of digitaal ingediend worden. De gemeente neemt vaak contact op  met verzoekers om meer duidelijkheid te krijgen welke informatie de verzoeker precies nodig heeft. De meeste verzoeken handelt de gemeente Oldenzaal binnen de wettelijke  termijn van vier weken af. De schriftelijke motivatie op afgewezen verzoeken is vaak kort.

Verantwoording bij Woo-verzoeken
Om een goed beeld te geven van de afgehandelde verzoeken, worden de genomen Woo-besluiten gepubliceerd op www.oldenzaal.nl. De gemeentelijke website van Oldenzaal bevat daarnaast een pagina met algemene informatie over de Woo.

Het aantal WOO-verzoeken laat een stijgende lijn zien:
2022 - 9
2023 - 28
2024 - 32