Algemeen

Terug naar navigatie - Paragrafen - Algemeen

Als gevolg van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dienen in de begroting, naast de diverse programma’s, in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen vastgelegd te worden met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor uw raad voldoende inzicht ten aanzien van het betreffende onderwerp kan krijgen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting. Met de paragrafen is een groot financieel belang gediend. Ze geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn.

In titel 2.3 van het BBV wordt per verplichte paragraaf aangegeven welke informatie de betreffende paragraaf minimaal dient te bevatten. In de financiële verordening (ex art. 212 gemeentewet) is dit nog weer nader uitgewerkt.  Vanaf 2024 dient op basis van Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een paragraaf openbaarheid (Wet Open Overheid (WOO)) opgenomen te worden in de gemeentelijke begroting. Tot aan 2025 was dit opgenomen onder de paragraaf Bedrijfsvoering. Vanaf de programmabegroting 2026 nemen we dit separaat op als een volledige paragraaf.

Naast de verplichte paragrafen kennen we, gelet op het inhoudelijke en financiële belang van deze beleidsterreinen, al jaren een  drietal facultatieve paragrafen, te weten Handhaving, Sociaal domein en Taakstellingen. De paragraaf Sociaal domein is bij de programmabegroting 2023 reeds komen te vervallen en voorgesteld wordt om de paragraaf Handhaving ook te laten vervallen vanaf de programmabegroting 2026 daar deze is opgegaan in de andere paragrafen. Er resteert de niet verplichte paragraaf Taakstellingen, waarin wordt gerapporteerd over de te realiseren gemeentelijke ombuigingen.
 
De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de paragrafen kan verschillen. Indien er voor een onderwerp een actuele notitie bestaat kan in de betreffende paragraaf worden volstaan met een korte berichtgeving van de stand van zaken. Indien deze actuele notitie ontbreekt wordt een uitvoerigere paragraaf gemaakt; de paragraaf vervult dan nadrukkelijker een rol in de kaderstelling. Het streven is erop gericht voor elke paragraaf over een beleidsnotitie te beschikken, welke vervolgens met een bepaalde frequentie geactualiseerd gaat worden. In de jaarlijkse paragrafen van de programmabegroting kan dan volstaan worden met een verwijzing naar de laatst vastgestelde beleidsnotitie en behoeft slechts ingegaan te worden op de actuele stand van zaken, en de verwachtingen voor de korte termijn, gebaseerd op de vastgestelde beleidslijn.

Voor de goede orde merken wij op dat op basis van de financiële verordening (ex artikel 212 van de Gemeentewet) financiële kengetallen zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement.

De Oldenzaalse paragrafenstructuur bestaat uit:

Verplichte paragrafen conform BBV:

  • Bedrijfsvoering
  • Openbaarheid 
  • Lokale heffingen
  • Financiering
  • Verbonden partijen
  • Grondbeleid
  • Onderhoud kapitaalgoederen
  • Weerstandsvermogen en risicomanagement 

Niet verplichte paragraaf:

  • Taakstellingen

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - - Bedrijfsvoering

Algemeen

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Algemeen

Een sterke en toekomstbestendige bedrijfsvoering is de basis om onze ambities  te realiseren. Vanuit de drie speerpunten – meer passende woningen en voorzieningen, meer groen in de stad en meer meedoen voor iedereen – vraagt dit om een wendbare en betrouwbare organisatie die kan inspelen op veranderende omstandigheden. In 2026 zetten we daarom in op verdere professionalisering van onze medewerkers, versterking van de digitale dienstverlening en het optimaliseren van interne processen.

We investeren in robuuste ICT-voorzieningen, ontwikkelen ons verder met datagedreven werken en realiseren duurzame huisvesting, zodat onze dienstverlening toegankelijk, efficiënt, veilig en toekomstbestendig is. Tegelijkertijd borgen we de financiële stabiliteit door kritisch te kijken naar kosten, het gefaseerd doorvoeren van onze bezuinigingen en het optimaal benutten van beschikbare middelen. Ook hechten we groot belang aan een veilige en gezonde werkomgeving, waarin ruimte is voor talentontwikkeling en samenwerking, zowel binnen de organisatie als met onze partners in de stad.

Personeel en organisatie

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Personeel en organisatie

Goed werkgeverschap
We investeren in een veilige, gezonde en aantrekkelijke werkomgeving waarin medewerkers zich kunnen ontwikkelen en hun talenten maximaal kunnen inzetten. In programma 1 van deze programmabegroting is de actie opgenomen ‘Toekomstscenario Stadhuis’. Vanuit bedrijfsvoering adviseren wij over en geven uitvoering aan de voorstellen voor de verbouwing van het Stadhuis en de tijdelijke huisvesting ten tijde van de verbouwing. De huisvesting is daarbij belangrijk. Er moet een plek zijn om elkaar te ontmoeten en goed te kunnen (samen)werken.
Naast goede werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden besteden wij aandacht aan werkplezier en vitaliteit. We zorgen voor opleidings- en doorgroeimogelijkheden en zetten in op duurzame inzetbaarheid. Daarnaast creëren we een sociaal veilige werkcultuur, met maatregelen ter bescherming van medewerkers en bestuurders tegen (verbaal) geweld en intimidatie. Zo bouwen we aan een wendbare en professionele organisatie die klaar is voor de opgaven van de toekomst.

Mens & Gedrag
Op dit moment zijn 3 factoren van grote invloed op ons HR beleid, namelijk:
1.    de impact van de veranderende maatschappij waardoor we andere eisen stellen aan gemeenten en ambtenaren;
2.    de toenemende complexiteit en hoeveelheid opgaven; 
3.    de veranderende arbeidsmarkt (krapte, vergrijzing, visie op arbeid door de jongere generatie en digitalisering).

Deze factoren maken dat we in 2026 het HR beleid vooral richten op het vinden, behouden en ontwikkelen van medewerkers.  Voor het realiseren van deze strategische HR doelen zetten we diverse HR instrumenten in. 

De belangrijkste HR instrumenten waar we in 2026 een start mee maken zijn:  
1.    Een eerste stap naar strategische personeelsplanning (SPP): dit stelt ons in staat om toekomstige  personeelsbehoeften proactief te in kaart te brengen en af te                        stemmen op onze strategische doelen en de  behoefte van de organisatie.
2.    Levensfasegericht HR beleid/vitaliteitsbeleid: door levensfasegericht HR beleid (waarbij we maatwerk leveren afgestemd op de levensfase en (ontwikkel)behoeften             
van onze medewerkers) te verweven met SPP, leggen we een fundament voor wendbare teams,  duurzame inzetbaarheid en individueel werkplezier;
3.    Werving en Selectie: ontwikkelen van eigentijdse wervingsstrategieën om nieuwe medewerkers aan te trekken;
4.    HR analytics: op basis van HR data en informatie uit onderzoeken naar medewerkersbetrokkenheid -en tevredenheid (MTO inclusief een werkdrukmeting), sturen en         
bijsturen. 
5.    Visie op leren en ontwikkelen: ontwikkelen van een kompas dat richting geeft aan de manier waarop we als organisatie en als medewerker leren en  groeien en                          vakbekwaam en daardoor wendbaar blijven.
6.    Onderhoud aan het in 2025 ingevoerde functiebeschrijving- en waarderingssysteem HR21.    

Het jaar 2026 staat daarnaast in het teken van het organisatie-ontwikkeltraject en de uitvoering van de daarbij horende ontwikkelagenda. We willen goed voorbereid zijn op de toekomst en meebewegen met veranderingen in de samenleving. Dat betekent dat we wendbaar moeten zijn, duidelijke prioriteiten moeten stellen en snel moeten kunnen reageren. Om deze beweging te ondersteunen, voeren we verschillende acties uit, zoals een leiderschapsontwikkelprogramma en het werken met jaarplannen.

ICT

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - ICT

Toekomstbestendig Informatiemanagement en ICT
In 2026 geven we opvolging aan de aanbevelingen uit het rapport 'Toekomstbestendig Informatiemanagement en ICT'. We werken scenario’s uit voor versterking van onze I- en ICT-organisatie, met bijzondere aandacht voor samenwerking op het gebied van informatiemanagement, governance en functioneel beheer. Daarbij verkennen we gerichte samenwerkingsopties, met behoud van regie op onze informatievoorziening. Parallel nemen we al uitvoerbare stappen, waaronder het actualiseren van onze architectuurprincipes en informatiearchitectuur, en het verder professionaliseren van portfoliomanagement om beter sturing te geven aan I- en ICT-projecten. We versterken de samenhang tussen de jaarplannen van teams en domeinen en het ICT-portfolio, zodat projecten en digitaliseringsinitiatieven beter planbaar, bestuurbaar en uitvoerbaar zijn. 

Inspelen op digitale ontwikkelingen 
Inwoners en ondernemers zien veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van informatie(technologie) en verwachten van ons dat wij hierop inspelen.  De strategie die wij hierin hanteren is die van “slimme volger”. Wij volgen de ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld Artificial Intelligence (AI))  en passen ze toe als het bewezen technologie is en dit in het belang is van onze gemeente.

Flexibele automatisering en samenwerking met andere gemeenten is blijft onze basis. Het komende jaar vervangen wij ons gemeentelijk zaaksysteem en verbeteren we onze digitale toegankelijkheid.

We zetten daarnaast stappen om meer data-gedreven sturing toe te passen, door onze data beter te combineren en analyseren, met behulp van technologie en  met inachtneming van de privacyregels.

Adoptie en implementatie Microsoft 365
We zijn gestart met de implementatie van Microsoft 365, een meerjarig traject.  We gaan op termijn volledig in de Cloud werken waardoor we locatie onafhankelijk , op elk apparaat veilig ‘samen’ kunnen werken . Dit sluit aan bij de groeiende behoefte aan nieuwe manieren van (samen)werken, zowel intern als extern. De overstap is meer dan een technische exercitie. Voor medewerkers betekent dit een andere manier van werken. Om medewerkers hierin te ondersteunen zetten we een adoptietraject op. en bieden we  trainingen aan.

In 2026 richten we ons op:
- Implementatie Samenwerkomgeving; inrichtingen van de nieuwe samenwerkomgeving (geplande afronding in 2026);
- Implementatie Intranet; vervanging van het Intranet (gepland in 2026).

Informatisering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Informatisering

Nieuwe informatiewetten 
Verschillende informatiewetten die van invloed zijn op gemeenten treden binnenkort in werking of zijn reeds van kracht, zoals de Wet Digitale Overheid, de Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer en het Besluit digitale Toegankelijkheid. Wij gaan ons voorbereiden op de verplichtingen die voortvloeien uit deze wetgeving.

In 2026 richten we ons op het verder verbeteren van digitale dienstverlening en digitale toegankelijkheid van apps en websites. Samenwerking met andere gemeenten en ICT-leveranciers blijft belangrijk om onze informatiesystemen aan te passen. Hiermee blijven wij voldoen aan de nieuwe vereisten en zorgen voor een efficiënte en toegankelijke digitale dienstverlening.  

Archivering 
In 2026 zetten wij op het gebied van informatiebeheer belangrijke stappen richting toekomstbestendig en kwalitatief hoogwaardige borging.  We richten  vanuit het oogpunt van informatieveiligheid, informatiebeheer en de AVG de i-Navigator applicatie, waarmee we onze informatiehuishouding centraal in kaart brengen, verder in. Deze applicatie gaat daarmee functioneren als onze informatieplattegrond voor de organisatie. Tegelijkertijd starten we met de implementatie van een kwaliteitssysteem voor informatiebeheer en bereiden ons voor op de overbrenging van digitale archieven naar een e-depot, in lijn met de nieuwe Archiefwet en relevante wet- en regelgeving zoals de AVG en Woo. 
Ons team Informatiebeheer, dat hier het afgelopen jaar voor is opgeleid, gaat de organisatie op een nieuwe, proactieve manier ondersteunen: met meer focus op het controleren van de kwaliteit van informatie, het verbeteren van processen en het borgen van duurzame toegankelijkheid van informatie.

Informatieveiligheid
In een tijd waarin digitale dreigingen blijven toenemen en informatie een steeds grotere rol speelt, blijft het voor ons belangrijk om ons in te zetten voor informatiebeveiliging. Incidenten zoals gijzelsoftware, datalekken en technische storingen kunnen de dienstverlening van gemeenten ernstig verstoren. 
In 2026 implementeren wij de Baseline Informatiebeveiliging Overheid 2.0. Wij treffen maatregelen om onze (kritieke) processen en persoonsgegevens te beschermen. We leggen door middel van éénduidige normatiek single information audit (ENSIA) verantwoording af over onze status van informatieveiligheid aan de wettelijke toezichthouders en aan de gemeenteraad. Een externe auditor controleert ons daarop.
Op het gebied van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) blijven wij stappen zetten om aan de eisen te blijven  voldoen. 

Financiën

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Financiën

Financiën: rechtmatigheid en professionalisering
Om ook in de toekomst financieel in control te blijven en dit op een effectieve en efficiënte wijze te kunnen doen, kijken we momenteel kritisch naar onze financiële processen en verbeteren we die waar nodig.

Inkoop: rechtmatigheid en professionalisering
We streven naar een rechtmatigheidspercentage van 97%, conform de norm voor een goedgekeurde accountantsverklaring.  Daarnaast wordt het inkoopproces geprofessionaliseerd. Contractmanagement rollen  we brede uit binnen de organisatie, met nadruk op het trainen van medewerkers en implementatie in de lijn. Contractbeheer beleggen we bij de servicedesk, zodat onderlinge vervangbaarheid is gewaarborgd. Ook zetten we in op het veilig gebruik van AI voor contractbeheer, contractmanagement en inkoop, om processen verder te ondersteunen en te optimaliseren.

Als het onderzoek naar de mogelijkheden van een verplichtingenadministratie leidt tot implementatie, vindt deze plaats in 2026.  
Door het werken met een verplichtingen administratie kunnen we:
1.    risico’s op het gebied van rechtmatigheid vroegtijdig signaleren;
2.    efficiënter werken door verbeterde dossiervorming, ook op het gebied van contractmanagement.

Openbaarheid (Wet Open Overheid)

Terug naar navigatie - - Openbaarheid (Wet Open Overheid)

In het kader van de Wet open overheid (hierna: Woo) streeft de gemeente Oldenzaal naar een transparante en toegankelijke overheid. Wij zetten ons in voor actieve en passieve openbaarmaking van overheidsinformatie en bevorderen daarmee een open en toegankelijke bestuurscultuur. Met deze openbaarheidsparagraaf legt de gemeente verantwoording af over haar inzet voor een transparantie en open overheid, in lijn met de Woo.

Beleidskader

Terug naar navigatie - Openbaarheid (Wet Open Overheid) - Beleidskader

De openbaarheidsparagraaf is de verantwoording over de activiteiten en processen die lopen of starten ten behoeve van een transparantere gemeente.  De Woo is op 1 mei 2022 in werking getreden. De Woo regelt het recht op overheidsinformatie voor inwoners vanuit de invalshoek dat transparantie een democratie versterkt. Deze wet schrijft ook voor dat een jaarlijkse verantwoording in de vorm van deze openbaarheidsparagraaf in het jaarverslag opgenomen wordt.

De Woo regelt de passieve openbaarmaking van overheidsinformatie in de vorm van Woo-verzoeken, die een inwoner bij elke overheidsinstantie kan doen. Daarnaast verplicht de Woo tot de zogenaamde actieve openbaarmaking. Deze actieve openbaarmaking houdt in dat overheidsorganen in de komende 3 tot 6 jaar alle 17 categorieën van informatie verplicht openbaar moeten maken.

De Woo beoogt een transparante en actief openbaar makende overheid. Met dit doel kan het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de inwoner van Oldenzaal, het bestuur en economische ontwikkeling beter worden gediend. 

Waar staan we?

Terug naar navigatie - Openbaarheid (Wet Open Overheid) - Waar staan we?

Voor een volledige implementatie van de Woo worden vele werkprocessen aangepast en worden diverse I&IT technieken geïntroduceerd. Dit betekent dat onze collega’s anders moeten werken.  Dit alles wordt vervat in een ambitiebepaling. Deze ambitie is medebepalend voor de aanpak van de komende jaren.

Vanuit een transparante en open communicatie met onze inwoners en bedrijven moet de informatiehuishouding op orde zijn. Zonder een goede informatievoorziening van goede kwaliteit is het onmogelijk om een toegankelijke en open gemeente te zijn. De Woo is in die zin onderdeel van onze dienstverlening.

In 2026 wordt gewerkt aan onderstaande punten:

  • creëren van verdere bewustwording bij bestuur en organisatie over openbaarheid en transparantie;
  • versterken en op peil houden van de informatiehuishouding;
  • digitalisering van bestuurlijke aangelegenheden;
  • logischer beleggen van de rol van Woo-contactpersoon;
  • ontwikkelen van een e-learning voor collega’s over hoe we omgaan met de communicatie rond gevoelige zaken/dossiers;
  • afspraken maken zowel intern als met onze verbonden partijen en samenwerkingspartners over informatieopslag en actieve openbaarmaking;
  • onderzoeken en verkennen van het creëren van een eigen Woo-platform of aansluiten bij een bestaand Woo-platform  waarop alle actieve informatie vanuit de gemeente te vinden is;
  • open Oldenzaal principe gestalte geven.

Passieve openbaarmaking (Woo-verzoek)
De verzoeken onder de Woo kennen een wettelijke afhandelingstermijn van maximaal 42 dagen. In Oldenzaal was de gemiddelde afhandelingstermijn 28 dagen. Het doel voor de komende jaren is om dit gemiddelde te behouden. 

Met onderstaande tabel van Woo-verzoeken vanaf 1 mei 2025 geeft de gemeente Oldenzaal een helder overzicht. In deze lijst staan alle genomen Woo-besluiten, ingedeeld per categorie. Zo worden deze besluiten overzichtelijk en gerichter openbaar gemaakt voor inwoners. 

De gemeente maakt onderscheid in de volgende soorten Woo-besluiten:

1.    Bestuur, organisatie, beleid en strategie
2.    Ruimtelijke ontwikkeling en leefomgeving
3.    Financiën en inkoop
4.    Toezicht, handhaving en veiligheid

Categorie
2022
2023
2024
2025
Bestuur, organisatie, beleid en strategie
4
9
11
3
Rumtelijke ontwikkeling en leefomgeving
5
12
9
6
Financiën en inkoop
1
4
0
0
Toezicht, handhaving en veiligheid
0
3
9
3
Totaal
10
28
29
12

Financiën

Terug naar navigatie - Openbaarheid (Wet Open Overheid) - Financiën

Het Rijk heeft voor de actieve openbaarmaking incidentele en structurele middelen gereserveerd. Voor de implementatie van de Woo zijn de volgende kostenposten opgenomen:

  • Anonimiseringsoftware XXLLNCE (voorheen DataMask)
  • Woo-bewustwording
  • Opleiding, scholing, e-learning
  • Ontwikkelen AI-bot voor het doorzoeken van Woo-informatie voor extern en of intern gebruik.

De volgende budgetten zijn beschikbaar:

Bedragen x €1.000
Omschrijving
2026
2027
2028
2029
Wet openbare overheid
164
164
164
164

Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - - Lokale Heffingen

Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in december 2025. De in november vast te stellen tarieven kunnen onder andere door afrondingen afwijken van de in deze paragraaf vermelde tarieven.

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt.

Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste te bevatten:
•    de geraamde inkomsten;
•    het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
•    een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens                                     kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten  de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten               grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
•    een aanduiding van de lokale lastendruk;
•    een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Oldenzaal.

Beleidsuitgangspunten

Terug naar navigatie - - Beleidsuitgangspunten

Beleidskaders
Het beleid betreffende de lokale heffingen is opgenomen in:
•    de diverse belastingverordeningen en -regelingen;
•    het coalitieakkoord 2022-2026;
•    landelijke wet- en regelgeving.

Waterzorgheffing
Wateroverlast en verdroging vragen steeds meer maatregelen in de publieke ruimte. Meer percelen kunnen in de heffing worden betrokken, want van de maatregelen in de publieke ruimte heeft iedereen profijt. De huidige verordening Rioolheffing (model VNG) dekt dan niet meer de lading 
Het schept een beeld van een belasting voor een buizenstelsel. Bij belastingplichtigen die daar niet op zijn aangesloten roept dat weerstand op. De gemeentelijke watertaken omvatten een breed palet. Zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater hebben een centrale plaats in de ordening van de publieke ruimte. Gemeenten moeten maatregelen nemen om wateroverlast en -schade te voorkomen. Denk aan het onderhoud van bermen en slootkanten om overtollig water af te voeren, zodat er over een droge weg kan worden gereden. Iedereen heeft daar profijt van. De VNG heeft hiervoor een nieuw modelverordening Riool- en Waterzorgheffing opgesteld. Bij invoering is een zorgvuldige communicatie en belangenafweging naar nieuwe belastingplichtigen van belang. Bijvoorbeeld cultuurgronden en natuurterreinen dragen nu veelal nog niet bij in de kosten van de gemeentelijke watertaken.   

Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. De voor 2026 geldende tarieven voor de OZB stijgen met een gemiddelde inflatiecorrectie van 3,6% als u akkoord gaat met het aangeboden dekkingsplan. Deze verhoging kan overigens voor meerdere belastingen en rechten van de gemeente Oldenzaal worden doorgevoerd indien u daartoe besluit. Dit geldt uiteraard met uitzondering van die tarieven, die het rijk heeft vastgesteld, dan wel gemaximeerd. 

Beleidsuitgangspunten gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - - Beleidsuitgangspunten gemeentelijke belastingen

Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt.  De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen).

De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2026 in Oldenzaal worden geheven zijn:

Ongebonden belastingen
Gebonden belastingen
Onroerendezaakbelastingen
Afvalstoffenheffing
Parkeerbelastingen
Leges en Rechten
Reclamebelasting
Rioolheffing
Toeristenbelasting
Marktgelden
Begraafrechten

Beleidsuitgangspunten rechten

Terug naar navigatie - - Beleidsuitgangspunten rechten

Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie c.q. het overheidsproduct.

De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief. Binnen strikte regels mag binnen de leges de meeropbrengst van de ene heffing worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten zoals het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en de Europese Dienstenrichtlijn.

Het beleid is dat tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en zijn er nieuwe en gewijzigde activiteiten voor de fysieke leefomgeving ontstaan. De dienstverlening voor de fysieke leefomgeving en omgevingsvergunning is verbreed door de bredere reikwijdte van de Omgevingswet.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - - Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:

  • Voor de riool- en voor de afvalstoffenheffing (vast bedrag en deel variabel bedrag) is kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen woonlasten betalen;
  • Voor extra containers wordt geen kwijtschelding afvalstoffenheffing verleend en ook geen kwijtschelding rioolheffing eigenaar;
  • Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm;
  • Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren;
  • Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en;
  • Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   

Het totale bedrag aan wettelijk toegestane financiële middelen wordt in onze gemeente verhoogd met:
1. het maximumbedrag van €2.000,- genoemd in artikel 4, onder a, van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de belastingschuldige en zijn                         echtgenoot,
2. 75% van het bedrag genoemd onder 1 voor een alleenstaande, en
3. 90% van het bedrag genoemd onder 1 voor een alleenstaande ouder.

De gederfde inkomsten voor de riool- en afvalstoffenheffing worden gecompenseerd via een verhoging van het tarief van de betreffende heffing.

Op basis van voorgaande jaren wordt het volgende begroot voor 2026:

Bedragen x €1
Kwijtscheldingen
2025
2026
Afvalstoffenheffing
€ 198.031
€ 198.031
Rioolheffing
€ 72.959
€ 72.959
Totaal
€ 270.990
€ 270.990

Woonlasten

Terug naar navigatie - - Woonlasten

De gezamenlijke kosten voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen de woonlasten. De woonlasten worden bepaald aan de hand van de waarde van een woning en het type gebruiker.

Samenvattend:

1. Het tarief voor de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de OZB stijgen gemiddeld met 3,6%.    
2. De lastendruk voor inwoners met een huurwoning stijgt met €19. Deze inwoners betalen alleen afvalstoffenheffing en rioolheffing;
3. De lastendruk voor inwoners met een koopwoning stijgt met €36. 
4. De (begrote) kwijtscheldingen komen naar verwachting uit op €271.000;

De tariefaanpassingen 2026 leiden voor wat betreft de belangrijkste belastingen tot het volgende beeld van de woonlasten van een gemiddeld huishouden:

Belasting/heffing
2025
2026
Afvalstoffenheffing
€ 286
€ 296
Rioolheffing
€ 239
€ 248
Subtotaal Woonlasten gebruiker
€ 525
€ 544
OZB woning
€ 483
€ 500
Totaal woonlasten eigenaar
€ 1.008
€ 1.044
Ontwikkeling Twentse gemeenten
Terug naar navigatie - Woonlasten - Ontwikkeling Twentse gemeenten

In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van de woonlasten 2024 ten opzichte van 2023 van  alle Twentse gemeenten weergegeven:

bruto woonlasten eigen woning
stijging in % tov 2024
éénpersoonshuishouden
meerpersoonshuishouden
1-persoons
meerpersoons
2024
2025
2024
2025
Almelo
996
1.022
1.041
1.069
2,60%
2,60%
Borne
1.021
1.034
1.050
1.070
1,30%
2,00%
Dinkelland
929
942
957
972
1,30%
1,50%
Enschede
986
1.033
1.013
1.061
4,70%
4,70%
Haaksbergen
1.095
1.125
1.091
1.125
2,70%
3,10%
Hellendoorn
989
1.007
989
1.007
1,80%
1,80%
Hengelo
935
960
972
996
2,70%
2,50%
Hof van Twente
1.024
1.067
1.055
1.096
4,20%
3,80%
Losser
1.083
1.052
1.114
1.084
-2,90%
-2,80%
Oldenzaal
908
975
945
1.009
7,30%
6,80%
Rijssen-Holten
645
719
675
767
11,50%
13,70%
Tubbergen
929
969
954
992
4,30%
4,00%
Twenterand
936
951
977
990
1,50%
1,30%
Wierden
940
1.010
968
1.037
7,40%
7,10%
Overijssel
903
945
934
979
4,70%
4,80%
Nederland
911
964
994
1.053
5,80%
5,90%
Woonlastenladder
Terug naar navigatie - Woonlasten - Woonlastenladder

De woonlasten van Oldenzaal behoren tot de laagste in de regio. In onderstaand overzicht is de rangorde op de woonlastenladder van Coelo vermeld. In 2025 had de nummer 1 de laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste, in 2024 waren er 346 gemeenten die deelnamen aan de woonlastenladder.

rangorde eigen woning
2024
2025
Almelo
237
209
Borne
245
212
Dinkelland
100
97
Enschede
203
203
Haaksbergen
271
259
Hellendoorn
178
143
Hengelo
160
127
Hof van Twente
251
233
Losser
281
224
Oldenzaal
120
149
Rijssen-Holten
1
3
Tubbergen
138
123
Twenterand
170
121
Wierden
154
178
nummer 1 laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste
nummer 1 laagste woonlasten, nummer 346 de hoogste

Nadere toelichting belastingen

Terug naar navigatie - - Nadere toelichting belastingen

Onroerende- en roerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - - Onroerende- en roerende zaakbelasting

Op basis van artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten onroerendezaakbelastingen (OZB) heffen. De OZB is een algemene belasting. Er is geen relatie tussen de heffing en bepaalde taken van de gemeente. De opbrengst is onderdeel van de algemene middelen.
De OZB is een tijdstipbelasting. Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie per 1 januari van het belastingjaar geldt. Veranderingen in de loop van het jaar, bijvoorbeeld de verkoop van een huis, worden meegenomen in het volgende belastingjaar.

Een belastingplichtige is:
•    eigenaren van woningen;
•    eigenaren van niet-woningen;
•    gebruikers van niet-woningen.
Indien iemand zowel eigenaar als gebruiker is van een niet-woning, dan betaalt hij of zij beide belastingen.

Grondslag
De grondslag voor de berekening van de OZB is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Deze wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het tarief van de OZB wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor iedere groep belastingplichtigen wordt een afzonderlijk tarief vastgesteld. De hoogte van het tarief leidt tot de opbrengst die met de begroting is vastgesteld. De beoogde opbrengst van de OZB per belastingplicht wordt eerst vastgesteld. Vervolgens wordt op basis van de totale WOZ-waarde van de belastingplicht het OZB-tarief berekend. De ontwikkeling van het OZB-tarief is dus naast de ontwikkeling van de OZB-opbrengst afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van het OZB-tarief. Anders zou de OZB-opbrengst evenredig meestijgen. Andersom geldt hetzelfde. Een negatieve waardeontwikkeling van de vastgoedmarkt leidt tot een verhoging van het OZB-tarief, om te voorkomen dat de OZB opbrengst daalt. De tariefaanpassing op basis van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt heeft voor de gemiddelde eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de OZB-heffing. Immers, een gemiddeld vastgoedobject volgt de ontwikkeling op de vastgoedmarkt. Vanaf 2022 worden de waarderingen van panden afgeleid van een prijs per m2 in plaats van de tot nu toe gehanteerde waardering in m3.

De gemiddelde waardestijging van woningen bedraagt voor 2026 naar verwachting circa 10,5% en de gemiddelde waardestijging van niet-woningen bedraagt circa 2%.
Voor elke individueel object is de waardeontwikkeling anders, waarbij er aanzienlijke verschillen op kunnen treden ten opzichte van waardevaststelling van een voorgaande waardepeildatum. 

De opbrengst OZB wordt verhoogd met 3,6%. De opbrengsten voor 2026 worden geraamd op:

Bedragen x €1
Belasting 2026
Opbrengst 2025
Opbrengst 2026
OZB opbrengst
11.447.000
11.928.000
Totaal
11.447.000
11.928.000

Rioolheffing

Terug naar navigatie - - Rioolheffing

Algemeen
De wettelijke basis voor het heffen van rioolheffing ligt in artikel 228a van de Gemeentewet. In de rioolheffing worden kosten doorgerekend die verbonden zijn aan het in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Met de invoering in 2008 van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente naast de zorgplicht voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en regenwater ook de zorgplicht voor het grondwater. Daarmee is ook de mogelijkheid ontstaan om de kosten die verbonden zijn aan de taken die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken, toe te rekenen aan de rioolheffing. De rioolheffing is een bestemmingsheffing (bestemming is watertaken), er staan geen aanwijsbare tegenprestaties tegenover. Wij hanteren één rioolheffing voor alle watertaken.

Uitgangspunten
De uitgangspunten voor de rioolheffing zijn beschreven in het Gemeentelijk rioleringsprogramma 2021-2025 (GRP) zoals dat in 2020 door de raad is vastgesteld. De rioolheffing is bedoeld als dekking voor de kosten van aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke voorzieningen bedoeld voor inzameling en transport van afval- en hemelwater. Ook de negatieve gevolgen van grondwateroverlast worden beperkt met de inkomsten uit de rioolheffing. Daarnaast werkt de loon- en prijscompensatie door in het tarief. Uitgangspunt bij de rioolheffing is 100% kostendekking. Eventuele tekorten of overschotten worden verrekend met de daarvoor gevormde voorziening.

Tarief rioolheffing
Het tarief voor 2026 stijgt met 3,6% ten opzichte van 2025. De eenheidstarief voor 2026 komt uit op €123,72. 

Toelichting rioolheffing 2026 en begrotingsramingen

Om het basistarief te kunnen bepalen is een aantal elementen van belang. Uitgangspunt is de kosten in de primaire begroting. Hierop dienen die elementen in mindering te worden gebracht die niet (deels) via het basistarief worden gegenereerd.

 

 

Rioolheffing
Kosten taakvelden incl. omslagrente
2.660.612
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen
-685
2.659.927
Toe te rekenen kosten
Overhead
270.655
Tractie (onderhoud voertuigen)
60.477
Verkeer en vervoer
475.000
Onderhoud Wadi’s
27.373
Storting in voorziening
0
Inkomensregelingen
72.959
BTW
389.757
Totaal toe te rekenen
1.296.221
Totale kosten
3.956.147
Opbrengsten heffing
-3.956.147
Dekkingspercentage
100,00%

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - - Afvalstoffenheffing

De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. Met ingang van 2017 wordt iedere belastingplichtige een vast bedrag in rekening gebracht en daarnaast een variabel bedrag op basis van het aantal keren dat huisvuil is aangeboden.

De wettelijke basis voor het heffen van afvalstoffenheffing is geregeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. Op basis van de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de wettelijke taak om zorg te dragen voor de inzameling van afvalstoffen die afkomstig zijn van particuliere huishoudens. De inzameling van afval wordt uitgevoerd door Twente Milieu. De verwerking van met name restafval en GFT vindt plaats bij Twence. De kosten van de inzameling en verwerking van afvalstoffen wordt betaald uit de afvalstoffenheffing.

De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing en valt voor de lokale heffingen onder de belastingen. De afvalstoffenheffing mag maximaal kostendekkend zijn. Eventuele voor- of nadelen worden verrekend met de voorziening afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is verschuldigd voor het gebruik van een perceel waar de gemeente een inzamelplicht heeft voor de huishoudelijke afvalstoffen. 

In 2026 blijven de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten onverkort van toepassing:

  • de tarieven zijn maximaal 100% kostendekkend;
  • er geldt een vast tarief per huishouden en een variabel tarief voor restafval, afhankelijk van het aanbiedvolume;
  • het uitgangspunt blijft dat een huishouden gemiddeld 6 keer per jaar de restafvalcontainer (240 liter) aanbiedt.
  • De afvalstoffenheffing is opgebouwd uit een vast bedrag en het variabele tarief van het gemiddeld 6 keer per jaar aanbieden van de restafvalcontainer wordt;
  • om fluctuaties op te vangen bedraagt de minimale hoogte van de afvalstoffenvoorziening €400.000 en wordt het meerdere in een periode van 5 jaar in mindering gebracht op de aanslag afvalstoffenheffing (INTB-23-05906)
  • De tarieven die volgen uit de beleidsuitgangspunten worden opgenomen in de belastingverordening 2026.

Toelichting afvalstoffenheffing en begrotingsraming

Uit onderstaand overzicht blijkt dat veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld afval. De kosten zitten vooral in het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het bedrijfs- en huishoudelijke afval. Ook het scheiden van afval en het recyclen ervan valt hieronder. Daarnaast begroten wij het taakveld overhead. Dit zijn kosten die worden gemaakt door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Naar verwachting zal budget  worden uitgegeven aan
taken die onder het taakveld verkeer en wegen vallen. Zo draagt het schoonmaken en het schoonhouden van de wegen bij aan een afvalvrije openbare ruimte.

Afval
Kosten taakvelden incl. omslagrente
3.729.640
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen
-784.757
2.944.883
Toe te rekenen kosten
Overhead
273.510
Openbare orde en veiligheid
68.458
Verkeer en vervoer
50.000
Inkomensregelingen
198.031
BTW
708.794
Totaal toe te rekenen
1.298.793
Totale kosten
4.243.676
Opbrengst heffing
4.243.676
Dekkingspercentage
100%
Variabele tarieven
Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing - Variabele tarieven

Voor 2026 gelden de volgende vaste en variabele tarieven:

Tarieven per keer afval aanbieden
2025
2026
Vast bedrag
€ 218,76
€ 226,64
Grijze restafvalcontainer 140 ltr
€ 6,57
€ 6,81
Grijze restafvalcontainer 240 ltr
€ 11,26
€ 11,67
Ondergrondse container (milieupas)
€ 1,41
€ 1,46
Groene gft-container 140 ltr
€ 0,00
€ 0,00
Groene gft-container 240 ltr
€ 0,00
€ 0,00
Oranje verpakkingencontainer 240 ltr
€ 0,00
€ 0,00

Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - - Parkeerbelasting

Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen.

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:
•    De parkeerbelasting voor een  plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst;
•    De parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.

Hiermee kunnen gemeenten op efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. Er is dus een link naar de financiering van het parkeerbeleid.
De opbrengst van het parkeren vloeit terug in de algemene middelen.

De parkeeropbrengsten worden niet geïndexeerd. De opbrengsten worden echter met €192.000 verhoogd.  Deze verhoging komt voort uit de realisatie van spoor 3 uit de Ambities en Middelen in Balans, welke bij de kadernota 2026 is doorgevoerd.

De opbrengsten voor 2026 worden geraamd op:

Bedragen x €1
Belasting 2026
Opbrengst 2025
Opbrengst 2026
Opbrengst parkeren
873.000
1.076.000
Totaal
873.000
1.076.000

Reclamebelasting

Terug naar navigatie - - Reclamebelasting

Op grond van artikel 227 van de Gemeentewet kunnen gemeenten reclamebelasting heffen. Reclamebelasting kan worden geheven over openbare aankondigingen die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Het gaat om aankondigingen in letters, symbolen, voorwerpen  kleuren of een combinatie daarvan. De reclamebelasting is in overleg met ondernemers ingevoerd. Voorbeelden zijn gevelreclame, bestickering van ramen, posters, vlaggen, uithangborden, luifels of spandoeken. 

De opbrengst reclame wordt verhoogd met 3,6%. 

Bedragen x €1
Belasting 2026
Opbrengst 2025
Opbrengst 2026
Reclamebelasting
116.000
122.000
Totaal
116.000
122.000

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - - Toeristenbelasting

Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kunnen gemeenten Toeristenbelasting heffen voor overnachtingen van personen binnen de gemeente die niet als ingezetene in de gemeente zijn ingeschreven. Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt, is deze bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

Jaarlijks worden alle aanbieders van overnachtingslocaties uitgenodigd tot het doen van de aangifte toeristenbelasting. Hiertoe worden de aanbieders aangeschreven met uitleg over de heffing en afdracht van toeristenbelasting en ontvangen de aanbieders een aangifteformulier. De heffing wordt opgelegd na het lopende belasting jaar. 

Bij de kadernota 2026 is door de raad besloten dat de toeristenbelasting gefaseerd verhoogd wordt naar 100% in 2031. 

De opbrengsten voor 2026 worden geraamd op:

Bedragen x €1
Belasting 2026
Opbrengst 2025
Opbrengst 2026
Toeristenbelasting
96.000
96.000
Totaal
96.000
96.000

Begraafrechten

Terug naar navigatie - - Begraafrechten

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. De heffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals die in de verordening begraafrechten zijn opgenomen.

De begraafrechten hebben het karakter van een bestemmingsheffing. Hierdoor is er een relatie tussen de opbrengst van de rechten enerzijds en de kosten van de door de gemeente te leveren dienst of tegenprestatie anderzijds. De tarieven in de verordening (als geheel) mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De mate van kostendekking vloeit voort uit de lasten en de totale opbrengsten uit het in rekening gebrachte tarief.

Kostendekkendheid:
Het algemene beleid is de tarieven zoveel mogelijk kostendekkend te laten zijn. Voor het beheer van de begraafplaatsen is dit al sinds jaren niet mogelijk. De kostendekkendheid van de tarieven van de gemeentelijke begraafplaatsen bedraagt voor 2026 39% (2025: 51%).

Begraafplaatsen
Kosten taakvelden incl. omslagrente
314.516
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen
-9.219
305.297
Toe te rekenen kosten
Overhead
56.379
Tractie / gebouwenonderhoudsplan
48.916
Totaal toe te rekenen
105.295
Totale kosten
410.592
Opbrengsten
-290.045
Dekkingspercentage
71%

Marktgelden

Terug naar navigatie - - Marktgelden

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet kan de gemeente een recht heffen voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een deel van de openbare ruimte die gebruikt wordt voor een markt. Belastingplichtig is degene aan wie de standplaats beschikbaar is gesteld.

In totaal verwachten we het komende jaar €22.701 aan kosten te maken om deze zorgplichten na te komen. Om deze kosten transparant te maken splitsen wij uit op welke taakvelden wij deze kosten zullen maken. De constatering op grond van het kostendekkingspercentage is dat er voor 2026 sprake is van 100% kostendekking.

Markten
Kosten taakvelden incl. omslagrente
22.701
Inkomsten taakvelden excl. Heffingen
0
Toe te rekenen kosten
Overhead
0
Totaal toe te rekenen
0
Totale kosten
22.701
Opbrengsten
-22.701
Dekkingspercentage
100%

Nadere toelichting rechten

Terug naar navigatie - - Nadere toelichting rechten

Kostendekkendheid leges en tarieven uit legesverordening
De mogelijkheid tot het heffen van leges is geregeld in artikel 229, lid 1, b van de Gemeentewet. De gemeente levert op aanvraag van de individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt verhaald op de burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen van een vergunning. Degene die de dienst aanvraagt betaalt ook de leges. De heffingsmaatstaf is zeer divers en wordt vermeld in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening.

De opbouw van de legesverordening is als volgt:
Leges titel 1, Algemene dienstverlening;
Leges titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo);
Leges titel 3, Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn

De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (wkb) voor het bouwen leiden tot grote wijzigingen in de legesverordening. Op 14 maart 2023 stemde de Eerste Kamer in met het conceptbesluit tot vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging per 1 januari 2024.

Leges titel 1 Algemene dienstverlening

Terug naar navigatie - - Leges titel 1 Algemene dienstverlening

De leges in titel 1 bestaan voor het overgrote deel uit leges voor reisdocumenten, rijbewijzen, burgerlijke stand, afschriften uit de basisregistratie personen (BRP) en naturalisatie. De leges voor een deel van deze producten en diensten worden door het rijk vastgesteld.

Voor een aantal tarieven binnen titel 1 geldt dat deze door het rijk zijn gemaximeerd: paspoorten, rijbewijzen, kansspelen en wet bescherming persoonsgegevens.

Legesverordening
Omschrijving
Lasten
Overhead
Totale lasten
Leges
Totale baten
Kostendekkendheid
1.1
Burgerlijke stand
€ 59.284
€ 25.230
€ 84.514
€ 61.955
€ 61.955
73%
1.2
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
€ 222.535
€ 73.092
€ 295.627
€ 318.810
€ 318.810
108%
1.3
Rijbewijzen
€ 114.050
€ 37.867
€ 151.917
€ 171.363
€ 171.363
113%
1.4
Verstrekkingen basisregistratie persoonsgegevens (BRP)
€ 135.249
€ 85.120
€ 220.369
€ 6.083
€ 6.083
3%
1.5
Bestuursstukken
€ 0
€ 0
€ 0
€ 634
€ 634
0%
1.6
Vastgoedinformatie
€ 0
€ 0
€ 0
€ 1.761
€ 1.761
0%
1.7
Overige publiekszaken
€ 26.567
€ 0
€ 26.567
€ 12.165
€ 12.165
46%
1.9
Bijzondere wetten: Artikel 1:28 Wegenverkeerswetgeving
€ 163.252
€ 52.557
€ 215.809
€ 127.503
€ 127.503
59%
1.10
Diversen
€ 541.547
€ 355.062
€ 896.609
€ 35.481
€ 35.481
4%
Totaal titel 1
€ 1.262.484
€ 628.928
€ 1.891.412
€ 735.755
€ 735.755
39%

Leges titel 2: Dienstverlening en besluiten vallend onder de Omgevingswet

Terug naar navigatie - - Leges titel 2: Dienstverlening en besluiten vallend onder de Omgevingswet

De opbrengstraming is ieder jaar een onzekerheid daar de hoeveelheid bouwaanvragen per jaar kunnen leiden tot forse fluctuaties in kosten en/of opbrengsten. Dat wordt onder andere veroorzaakt door economische ontwikkelingen, stikstofproblematiek en stijgende kosten. 

Legesverordening
Omschrijving
Lasten
Overhead
Totale lasten
Baten
Kostendekkendheid
2.2
Omgevingsvergunning
€ 2.014.484
€ 341.394
€ 2.355.878
€ 484.000
21%
Totaal titel 2
€ 2.014.484
€ 341.394
€ 2.355.878
€ 484.000

Inkomsten lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale Heffingen - Inkomsten lokale heffingen

Van elke euro die huishoudens en bedrijven in Nederland aan belastingen en sociale premies betalen gaat in 2025 3,2% naar de gemeenten. De decentrale overheden nemen samen 4,6% voor hun rekening, de rijksoverheid 95,4%. Het aandeel van de gemeente Oldenzaal aan ontvangen belastingen en retributies bedraagt in dit geheel circa €23 miljoen. 

Bedragen x €1
Gemeentelijke heffing
2025
2026
Afvalstoffenheffing
4.050.216
4.243.676
Begraafplaatsen
289.595
290.045
Leges burgerzaken
545.913
700.274
Leges omgevingsvergunning
719.000
484.000
Leges overig
56.998
35.481
Marktgelden
51.014
22.701
OZB eigenaren woning/niet woning + OZB gebruikers niet woning
11.447.000
11.928.000
Rioolheffing
3.712.147
3.956.147
Parkeerbelasting
873.000
1.076.000
Reclamebelasting
116.000
122.000
Toeristenbelasting
96.000
96.000
Totaal
21.956.883
22.954.324

Financiering

Terug naar navigatie - - Financiering

Deze paragraaf bevat de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte.

Uitgangspunten is het Treasurystatuut waardoor risico's worden beperkt. Zo worden enkel nieuwe langlopende leningen aangetrokken overeenkomstig de daadwerkelijke financieringsbehoefte, zoals die gedurende het jaar wordt gemonitord. De looptijd van deze leningen worden afgestemd zodanig dat het herfinancieringsrisico wordt gespreid. Tijdelijke tekorten in de beschikbare liquiditeit worden opgevangen via kasgeldleningen en het kredietlimiet op de rekening-courant.

De raming van de investeringen en de aflossingen leiden tot een daling in de schuldenlast in 2026 en vervolgens een stijging tot boven het niveau van begin 2024. Met een gelijkblijvende marktrente volgt de totale rentelast deze ontwikkeling. De rentelasten worden doorbelast aan de vaste activa, waaronder de grondexploitaties.

Het omslagrente percentage bedraagt op basis van de raming in deze begroting vanaf 2026 0,3% (0,3%).

Beleidskader

Terug naar navigatie - - Beleidskader

Het treasurybeleid van de gemeente Oldenzaal is vastgelegd in het Treasurystatuut 2018.  Dit statuut is door het college vastgesteld in de vergadering van 5 december 2017.  Het treasurystatuut uit 2018 beschrijft de uitgangspunten en bevoegdheden die de gemeente hanteert op het gebied van financiering, beleggingen, rentemanagement, liquiditeitenbeheer en de financiële logistiek.

Deze zijn gebaseerd op de volgende doelstellingen:

  • Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten en bancaire diensten tegen acceptabele condities;
  • Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s;
  • Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
  • Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van respectievelijk de Wet FIDO ,de regeling schatkistbankieren decentrale overheden, de limieten en richtlijnen van dit Treasurystatuut;
  • De algemene uitgangspunten van het uitzetten en aantrekken van middelen; 
  • De gemeente kan uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen aangaan, middelen uitzetten of garanties verlenen. De publieke taak zelf wordt niet in de Wet fido omschreven, het is de gemeenteraad die de publieke taak bepaalt.
  • De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico;
  • Het prudente karakter van de in lid 5 en 6 genoemde financiële transacties wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.

In de praktijk betekent dit dat complexe en risicovolle financieringsproducten worden vermeden. Er worden enkel onderhandse leningen aangegaan bij financiële instellingen in de euro valuta. De gemeente verstrekt alleen leningen in het kader van de publieke taak. Tijdelijke overtollige liquiditeiten worden ondergebracht bij het schatkistbankieren van de Rijksoverheid.

Het treasurybeleid heeft geen winstoogmerk. Uitgangspunt is dat alle rentelasten intern worden doorbelast aan de investeringen voor onder andere grondexploitaties, kapitaalgoederen en deelnemingen en leningen aan verbonden partijen. Hiervoor wordt jaarlijks een omslagrente bepaald waarmee een neutraal renteresultaat kan worden bereikt.

Voor de beheersing van risico’s dient de gemeente te voldoen aan een aantal limieten:

  • Renterisiconorm: het totale bedrag aan langlopende schulden wat in een kalenderjaar wordt afgelost of een renteherziening kent mag maximaal 20% bedragen van de totale gemeentebegroting;
  • Kasgeldlimiet: het totale bedrag van kortlopende schulden (na aftrek van vlottende middelen) mag maximaal 8,5% bedragen van de totale gemeentebegroting;
  • Norm schatkistbankieren: het totale bedrag aan liquide middelen dat buiten de schatkist wordt aangehouden bedraagt niet meer dan 2% van het begrotingstotaal.

In het treasurystatuut is bepaald dat er jaarlijks in de jaarrekening verantwoording wordt afgelegd aan de raad over de treasuryactiviteiten. Voorafgaand daaraan wordt in de Paragraaf Financiering van de begroting het voorgenomen beleid toegelicht.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - - Risicobeheer

In dit hoofdstuk beschrijven we de uitvoering van het beleidskader. 

 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft het maximale bedrag aan dat met kortlopende middelen mag worden gefinancierd. Dit limiet wordt elk kwartaal getoetst en mag in beginsel niet worden overschreden. Wanneer het limiet voor het derde achtereenvolgende kwartaal wel wordt overschreden moet de provincie Overijssel daarvan op de hoogte worden gebracht. Daarbij moet tevens een plan om binnen de limiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd. De limiet voor 2026 bedraagt 8,5% van de lasten van de begroting bij aanvang van het jaar, 8,5% van €136 mln. is €11,5 miljoen.

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Renterisiconorm

Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s bij herfinanciering en/of renteherziening. Elke gemeente loopt een financiële risico wanneer de rente onverwacht stijgt. Door te zorgen voor voldoende spreiding in de rente typische looptijden van de leningenportefeuille en/of door te kiezen voor een annuïtaire- of lineaire aflossingsvorm kunnen de effecten van een renteverandering worden afgevlakt. De renterisiconorm voor 2026 bedraagt 20% van het totaal van de lasten op de begroting, 20% van afgerond  €136 mln. is €27 miljoen. Gelet op de opbouw van onze leningenportefeuille zal de renterisiconorm in 2026 niet worden overschreden.

Rentevisie

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Rentevisie

De rentevisie wordt gebaseerd op de rentevisie van enkele financiële instellingen, waaronder die van onze huisbankier. De Europese Centrale Bank (ECB) beslist maandelijks over de officiële rentetarieven in het eurogebied en heeft diverse instrumenten om die te beïnvloeden. Factoren die van invloed zijn op de rente zijn onder andere economische groei, inflatie en monetair beleid.

Hoofddoel van de ECB is de prijzen stabiel houden, dat biedt zekerheid en vertrouwen en bevordert economische groei. Het rente-instrument is voor de ECB een heel doeltreffend instrument om de hoogte van de rente op de geldmarkt en daarmee de groei en inflatie te sturen.  De verwachting is dat in 2026 de gewenste 2,0% inflatie word gehaald.

De depositorente, de vergoeding die banken krijgen om bij de ECB geld te stallen, is op dit moment, na meerdere verlagingen ongewijzigd op 2,0%. 
De ontwikkeling van de ECB-rente in 2026 hangt af van de economische situatie, met name de inflatie en groei, en zal waarschijnlijk gericht zijn op het handhaven van prijsstabiliteit en economische groei. Hoewel de ECB onlangs de rente stabiel heeft gehouden, blijft er een verwachting van verdere renteverlagingen en stabilisatie van de inflatie rond de 2%. De uiteindelijke rente zal echter sterk afhangen van onzekerheden zoals geopolitieke spanningen en handelsbeleid. 

Uitgangspunt in ons beleid is om bij het aantrekken van nieuwe leningen, leningen met een looptijd van 10 jaar of langer aan te trekken waardoor de fluctuaties van de omslagrente, zoals gewenst, beperkt zullen blijven.

Liquiditeitsplanning

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Liquiditeitsplanning

De liquiditeitsplanning voor de geldstromen binnen onze organisatie wordt minimaal elk half jaar geactualiseerd. Daarnaast wordt onze liquiditeitspositie continu bewaakt. Met een degelijke planning kan intern een betere afstemming plaatsvinden over betalingsactiviteiten en de effecten daarvan op de gemeentelijke financiering. In het verlengde daarvan vormt de planning een basis voor meer onderbouwde financieringsactiviteiten.

Uiteenzettingen

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Uiteenzettingen

Decentrale overheden zijn met ingang van 2014 verplicht tot schatkistbankieren. Dit houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist, waardoor de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat vermindert en de staatsschuld zal dalen. Het is decentrale overheden wel toegestaan om overtollige middelen uit te zetten bij andere overheden, met dien verstande dat er geen toezichtrelatie mag bestaan tussen de betrokken overheden. Uitgangspunt is dat uitzettingen een prudent karakter moeten hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig risico. Het komende jaar zal er door de gemeente Oldenzaal geen geld voor een langere tijd worden uitgezet. Omdat het verstrekken van leningen niet tot de kerntaken van de gemeente behoort, is in het treasurystatuut de bepaling opgenomen dat de gemeente zelf geen leningen verstrekt. Het verstrekken van garanties, evenals het aangaan van financiële participaties, wordt uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het verstrekken van garanties, en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak, bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Ter beperking van het financieel risico wordt geen garantie verstrekt indien een beroep kan worden gedaan op een voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is onder meer afhankelijk van het tijdstip waarop investeringen tot uitvoering komen. Vanaf begrotingsjaar 2026 gaan we het tijdstip van de uitvoering van de investeringen monitoren via de Meerjaren InvesteringsPlan (MIP) welke als bijlage bij de begroting is toegevoegd.

Daarnaast is herfinanciering van de leningenportefeuille bepalend voor de liquiditeitspositie alsook het moment van uitgifte van bouw- en bedrijfskavels. In beginsel worden kortlopende leningen aangetrokken om in de financieringsbehoefte te voorzien. De ervaring leert namelijk dat de rente op kortlopende leningen nagenoeg altijd lager is dan op langlopende geldleningen waardoor (tijdelijk) een rentevoordeel kan worden behaald. Wel worden de renteontwikkelingen gevolgd zodat zo nodig adequaat gereageerd kan worden.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Leningenportefeuille

De leningenportefeuille bestaat op het moment uit vier leningen met een restant schuld per 1 januari 2026 van €19,0 mln. De gemiddelde rente van deze leningen bedraagt 0,70%. Vervroegde aflossing van deze leningen is niet mogelijk en de rente staat gedurende de gehele looptijd vast. De  huidige rentetarieven liggen momenteel dan deze 0,70%.  Op basis van de begrote meerjaren investeringsplanning (MIP) 2026-2029 (zie bijlage 1) verwachten we de komende periode nieuwe leningen aan te moeten trekken ter financiering van de investeringen. 

Bedragen x €1 miljoen
Leningenportefeuille
2026
2027
2028
2029
Stand per begin jaar
19,0
17,1
15,2
13,4
Contractuele aflossingen
1,9
1,9
1,8
1,8
Stand per einde jaar
17,1
15,2
13,4
11,6

Kortlopende financiering

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Kortlopende financiering

De gemeente beschikt over een krediet op de rekening-courant. Deze wordt gebruikt om schommelingen in het rekeningsaldo op te vangen en is in de afgelopen jaren toereikend geweest. In de begroting is het uitgangspunt dat dit ook de komende jaren het geval is. Bij de afweging nieuwe leningen aan te trekken zal een afweging gemaakt worden welke looptijd het best aansluit bij de liquiditeitsontwikkeling. Daar behoren kasgeldleningen met een looptijd van 1 maand tot 1 jaar tot de mogelijkheden.  

Relatiebeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer - Relatiebeheer

De BNG Bank in Den Haag is onze huisbankier. In 2022 is een overeenkomst Bancaire dienstverlening met de BNG Bank voor onbepaalde tijd afgesloten. Bij het Ministerie van Financiën hebben we een rekening-courant ten behoeve van het schatkistbankieren. 

Renteresultaat

Terug naar navigatie - - Renteresultaat

Interne doorberekening van rente naar programma's
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Uitgangspunt is dat het taakveld treasury een neutraal renteresultaat kent, wat bereikt wordt door de rentelasten van de gemeente door te belasten aan de gemeentelijke investeringen op de diverse programma’s.
De rente die voor deze doorberekening wordt gebruikt is de omslagrente. De omslagrente wordt doorberekend aan alle vaste activa en aan de grondexploitaties. Bij de bepaling van de rentelasten worden niet alleen de externe rentelasten meegenomen, maar ook de rentebaten op verstrekte leningen en de interne rentetoerekening aan reserves en voorzieningen. Het omslagrentepercentage dat hiervoor wordt gebruikt bedraagt vanaf 2026 0,3% (2025: 1,5%).

Bij de jaarrekening wordt nagegaan of de afwijking tussen de vooraf bepaalde omslagrente en de daadwerkelijke gemiddelde rentelasten meer dan 25% bedraagt. In dat geval vind correctie plaats. Met ingang van 2025 worden de grondexploitatie belast met dezelfde omslagrente. Dit is een wijziging op basis van de notitie rente van de commissie BBV (oktober 2023).

Verwachte renteresultaat
Onderstaande tabel toont de prognose van het renteresultaat  voor het begrotingsjaar 2026. Het resultaat geeft weer of de rentelasten met een omslagrente van 0,3% door de rentetoerekening volledig worden gedekt. Het renteresultaat is voor 2026 positief. Het werkelijke renteresultaat kan afwijken door verschillen in de externe rentelasten en -baten en de omvang van de balansposities waaraan de omslagrente wordt doorberekend.  Indien de werkelijke omslagrente 25% van hetgeen begroot is wordt de omslagrente opnieuw berekend. Deze verschillen worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.

Berekening begrote renteomslag
2026
A
De externe rentelasten over de korte en lange financiering
426.000
B
De externe rentebaten over de korte en lange uitzettingen
105.000
Saldo rentelasten en rentebaten (A-/-B)
321.000
C1
De rente die aan de facilitaire grondexploitaties (kostenverhaal) moet worden doorberekend
0
C2
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend
0
C3
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend
0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente (C1+C2-/-C3)
321.000
D1
Rente over eigen vermogen
9.841
D2
Rente over voorzieningen
0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente (regel 10 + D1 + D2)
330.841
E
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)
315.000
F
Renteresultaat op het taakveld treasury (regel 14 -/- E)
15.841

EMU-Saldo

Terug naar navigatie - - EMU-Saldo

Het EMU saldo van Oldenzaal draagt bij aan het totale EMU saldo van het Rijk en alle mede-overheden. De berekening van het EMU saldo gaat uit van ontvangsten en uitgaven en wijkt daarom af van het saldo van baten en lasten zoals dat in de begroting is gepresenteerd. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben.

Het Rijk en de decentrale overheden (waaronder gemeenten) hebben afgesproken een gezamenlijke macro-norm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden te hanteren van -0,4% van het bruto binnenlands product (BBP). Deze norm betekent dat de totale uitgaven van de decentrale overheden in totaal niet meer dan 0,4% van het BBP mogen zijn dan de inkomsten. De norm geldt voor de hele groep decentrale overheden samen. Dit betekent dat het ene jaar de ene gemeente meer mag uitgeven, terwijl een andere gemeente dat jaar een overschot boekt.  Er zijn geen specifieke regels die een maximaal EMU-tekort per gemeente vaststellen.  Voor Oldenzaal houdt dit een referentiewaarde in van €5,4 miljoen (0,4% x €136 miljoen begrote lasten voor 2026).

Als een individuele gemeente de norm overschrijdt, leidt dit niet direct tot sancties, omdat het een gezamenlijke inspanningsverplichting is om het landelijke macro-saldo binnen de norm te houden. Gemeenten hoeven zich geen zorgen te maken over een individuele norm, maar moeten wel bijdragen aan de totale inspanning van de decentrale overheden om het EMU-tekort niet te hoog te laten oplopen. 

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - - Verbonden partijen

De paragraaf Verbonden partijen geeft inzicht in de rechtspersonen (verbonden partijen) waarmee de gemeente Oldenzaal een bestuurlijke en financiële relatie heeft en de (financiële)  risico’s die hiermee (mogelijk)  gelopen worden. Ook wordt melding gemaakt van de actuele (beleids-) ontwikkelingen.

Wet- en regelgeving stelt eisen voor verbonden partijen. Een van die eisen is de opstelling van een paragraaf Verbonden partijen en het vaststellen van een visie op en beleid rond verbonden partijen in die paragraaf of in een afzonderlijke nota.

De op dit begrotingsonderdeel van toepassing zijnde, door de raad vastgestelde, beleidsnotities;
•    Beleidskader Verbonden Partijen 2012, vastgesteld 5 maart 2012.
•    Visie en afwegingskader Regionale samenwerking gemeente Oldenzaal

Hierin wordt beschreven welke gemeentelijke kaders gelden voor de samenwerking met verbonden partijen en hoe invulling wordt gegeven aan de rollen van eigenaar (zeggenschap) en opdrachtgever (sturing). Zie daarvoor het hoofdstuk Beleidskader. 

Verbonden partijen zijn (participaties in) deelnemingen (in vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en (coöperatieve) verenigingen. Van bestuurlijk belang is sprake wanneer de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt raakt ingeval van faillissement van de verbonden partij of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

De gemeente heeft verschillende relaties met de verbonden partijen. Soms met een wettelijke basis en soms ontstaan vanuit gemeentelijk beleid voor de uitvoering daarvan en soms voor uitvoering van bedrijfsvoering activiteiten. In alle gevallen gaat het echter om de behartiging van een publiek belang.

Conclusies

Uit de informatie die is opgenomen in onderstaande paragraafonderdelen ontlenen wij geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s aanvullend specifiek weerstandsvermogen zou moeten aanhouden.

 

Algemene en specifieke aspecten

Terug naar navigatie - - Algemene en specifieke aspecten

Algemene aspecten:
•    
De gemeente heeft de beschikking over alle vastgestelde jaarrekeningen 2024  van de verbonden partijen;
•    Een groot aantal verbonden partijen heeft een primitieve-, ontwerp- of primaire begroting 2026 (en soms ook een meerjarenbegroting) beschikbaar. Voor wat betreft             de gemeenschappelijke regelingen zijn die documenten reeds in het voorjaar van 2025 aan de gemeenteraad beschikbaar gesteld en heeft dat in 2025 niet tot indiening         van een gemeentelijke zienswijze geleid. Met andere woorden, de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen kregen de instemming van de gemeente                              Oldenzaal. 
•   Indien daartoe aanleiding was (is) werd (wordt) de gemeenteraad met afzonderlijke raadmededelingen of in kwartaalrapportages geïnformeerd over actuele (financiële)        ontwikkelingen bij verbonden partijen.
•   Per verbonden partij wordt in deze paragraaf inzicht gegeven in het publiek - en financieel belang van de gemeente en wordt aandacht besteed aan het financieel                        risico  en actuele ontwikkelingen. Uitgangspunt is dat de verbonden partij zelf zorgt voor borging van haar financiële risico's middels een weerstandsvermogen. Dit om            te voorkomen dat deelnemende gemeenten in verbonden partijen eventuele ongedekte financiële nadelen moeten bekostigen.

Specifieke aspecten:
In de paragraaf Verbonden partijen is per verbonden partij actuele informatie opgenomen. Per begrotingsprogramma is dit eveneens te benaderen.

Beleid

Terug naar navigatie - - Beleid

In toenemende mate doen gemeenten voor de uitvoering van haar publieke taken een beroep op andere organisaties waaraan zij taken aan uitbesteden, via inkoop of subsidie of via uitvoering door verbonden partijen.

Bij verbonden partijen kan het zowel gaan om privaatrechtelijke organisaties (vaak vennootschappen) als om publiekrechtelijke organisaties (gemeenschappelijke regelingen). Voor wat betreft de private partijen gaat het om organisaties en instellingen waarover gemeenten zowel financieel als bestuurlijk zeggenschap hebben. In geval van (de publiekrechtelijke) gemeenschappelijke regelingen gaat het om samenwerkingsvormen met een rechtspersoonlijkheid.

Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de aansturing van verbonden partijen, de controle erop en de financiële consequenties voor de eigen organisatie. Om deze verantwoordelijkheden waar te kunnen maken is het van belang dat het college en de gemeenteraad weten wat hun bevoegdheden zijn. Vanuit zowel het publiekrecht als het privaatrecht zijn kaders van toepassing voor (de samenwerking in) verbonden partijen. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en daaruit voortvloeiende richtlijnen geven specifieke voorschriften mee over zaken die verbonden partijen betreffen. Voorschrift is dat gemeenten in de paragraaf Verbonden partijen van de gemeentelijke begroting en jaarrekening de visie op en beleid over verbonden partijen opnemen. Als gemeenten een afzonderlijk door de raad vastgestelde beleidsnota Verbonden partijen hebben kan daarnaar worden verwezen. Oldenzaal heeft voor de opstelling van een Beleidskader Verbonden partijen gekozen.

Daarnaast is in de financiële verordening (artikel 21) van de gemeente vastgelegd dat het college periodiek in een beleidsnota het systeem van toezichtuitoefening op de onderscheiden verbonden partijen vastlegt en dit systeem ter kennis brengt van de raad.  Het Beleidskader  Verbonden partijen2012  beschrijft hoe de gemeente Oldenzaal omgaat met verbonden partijen, zodat op een weloverwogen manier invulling wordt gegeven aan de rollen van eigenaar (zeggenschap) en opdrachtgever (sturing).

In maart 2012 is het Beleidskader Verbonden Partijen  2012 vastgesteld door de gemeenteraad. Naast expliciete kaders voor processen tot besluitvorming zijn inhoudelijke kaders opgenomen en is aandacht besteed aan de instrumenten voor kaderstelling, controle en sturing. Onderscheid wordt daarbij gemaakt voor de kader stellende en controlerende rol van de gemeenteraad en de opdrachtgevers- en eigenaar rol van het college. 

Voor het sturen en beheersen zijn vier rollen voor de gemeente te onderscheiden:

  • Gemeenteraad; kaderstelling en controlerend;
  • College; opdrachtgever (sturing) en eigenaar (zeggenschap).    

Een verbonden partij is gekoppeld aan een kerntaak van de gemeente op een specifiek beleidsterrein. Dit betekent dat ook vanuit inhoudelijk(e) beleid(doelen) gestuurd wordt op de verbonden partijen.

Het doel van actieve betrokkenheid bij verbonden partijen is het:

  • behartigen van het publieke belang;
  • beheersen van risico’s die met verbonden partijen samenhangen;
  • borgen van de continuïteit van de verbonden partij.
  • De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de kaderstelling binnen de gemeente. De gemeenteraad heeft daartoe kader stellende bevoegdheden maar ook het budgetrecht. Dit zijn twee instrumenten waarmee aan de voorkant kan worden gestuurd op inhoud/beleid en financiën. De kadernota Verbonden partijen dient als richtlijn voor het college en indirect voor de verbonden partij. Het kader Verbonden partijen is ook de grondslag voor de gemeenteraad om te kunnen controleren en al dan niet te interveniëren.

Om de controlerende rol adequaat uit te voeren maakt de gemeenteraad in de regel gebruik van de reguliere planning en control instrumenten van de gemeente en de gemeenschappelijke regelingen en de raadsmemo's  van het college.

 

Informatie per verbonden partij

Terug naar navigatie - - Informatie per verbonden partij

De verbonden partijen voor gemeente Oldenzaal bestaat Gemeenschappelijke Regelingen (GR), deelnemingen en bestuursovereenkomsten.

De verbonden partijen voeren vaak een taak uit die de gemeente ook zelf kan doen. De werkzaamheden zijn als het ware gemandateerd/gedelegeerd aan de verbonden partij. De gemeente blijft wel de verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen uit de programma's. Dus de kaderstellende en controlerende taak van de raad blijft overeind. De doelstellingen van de verbonden partij dienen dus - blijvend - overeen te stemmen met die van de gemeente en gecontroleerd dient te worden in hoeverre dit gerealiseerd wordt. 

Naast de verbonden partijen heeft de gemeente Oldenzaal ook deelnemingen. Een deelneming is een participatie in een naamloze of besloten vennootschap, waarin de gemeente Oldenzaal aandelen heeft.

Gemeenschappelijke regelingen:

• SamenTwente

• Recreatieschap Twente 

• Veiligheidsregio Twente (VRT)

• Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT)

• Openbaar Lichaam Crematorium Twente (OLCT)

• Omgevingsdienst Twente (ODT)

• Stadsbank Oost-Nederland (SON)

 

Bestuursovereenkomst:

• Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES)

 

Deelnemingen:

• BNG Bank

• Twence

• Twente Milieu

• Cogas 

• Sport Oldenzaal BV

• Stichting Werkprojecten Oldenzaal

• Dimpact

 

De deelneming Publiek Belang Elektriciteitsproductie (tijdelijke BV, als gevolg van de verkoop aandelen Essent aan RWE) is in 2025 geliquideerd.



Samen Twente

Terug naar navigatie - - Samen Twente
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Samen Twente - Financiële gegevens
Samen Twente
Informatie
1.Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling; gevestigd te Enschede
2. Doel
1. Samen Twente heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, het in zijn rechtsgebied bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van en zorg verlenen aan de bevolking of specifieke groepen daarvan.
2. Ter verwezenlijking van het in het eerste lid genoemde doel behartigt Samen Twente de belangen op de volgende terreinen:
a. Publieke gezondheid, onder de naam GGD Twente;
b. Jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, onder de naam Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT);
c. Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, onder de naam Veilig Thuis Twente (VTT).
3. Samen Twente kan voor een of meer deelnemers, alsmede voor andere overheidsorganen, diensten verlenen. Een besluit hiertoe wordt unaniem genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostentoerekening en de overige voorwaarden waaronder diensten
worden verleend.
4. Het bieden van werkgeverschap en/of andere organisatorische voorzieningen ten behoeve van ambtelijke capaciteit die door twee of meer deelnemers om doelmatigheidsredenen centraal wordt gebundeld. Een besluit hiertoe wordt unaniem genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostenverrekening en de overige voorwaarden waaronder dit geschiedt.
3. Partijen
14 Twentse gemeenten
4. Bestuurlijk belang
De gemeente Oldenzaal heeft een zetel in het algemeen bestuur (wethouder Maaike Rödel)
5. Financieel belang
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: € 4.105.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024: € 5.119.000
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024: € 20.789.000
Vreemd Vermogen per 31 december 2024: € 20.941.000
De solvabiliteitsratio bedraagt ultimo boekjaar 2024: 19,6%
6. Prestaties – effecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
Geen
9. Ontwikkelingen
De gemeenteraad heeft geen zienswijze ingediend op de begroting 2026 van Samen Twente.
10. Gemeentelijke Bijdrage 2026
€ 2.101.200

Recreatieschap Twente

Terug naar navigatie - - Recreatieschap Twente
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Recreatieschap Twente - Financiële gegevens
Recreatieschap Twente
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Bedrijfsvoeringsorganisatie (Kleine Gemeenschappelijke regeling); gevestigd te Enschede
2. Doel
Recreatieschap Twente heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van recreatieve voorzieningen in zijn rechtsgebied.
Taken
1. Recreatieve voorzieningen:
a. bevordering van totstandkoming en instandhouding van publieke recreatieve/toeristische infrastructuur in Twente;
b. aanleg, onderhoud en beheer van publieke recreatieve/toeristische voorzieningen die hetzij op
zichzelf, hetzij in routeverband, hetzij door opname in arrangementen, een bovenlokaal
karakter hebben.
2. Overig:
a. het oprichten van onderscheidenlijk deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, voor zover dit betreft de taken en bevoegdheden als bedoeld onder 1.
3. Partijen
14 Twentse gemeenten
4. Bestuurlijk belang
De gemeente Oldenzaal heeft een zetel in het algemeen bestuur (wethouder Evelien Zinkweg)
5. Financieel belang
Eigen Vermogen 1 januari 2024: € 797.000
Eigen Vermogen 31 december 2024: € 1.566.000
Vreemd Vermogen 1 januari 2024: € 3.734.000
Vreemd Vermogen 31 december 2024: € 4.077.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 25,5%
6. Prestaties – effecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
Geen
9. Ontwikkelingen
Medio 2021 is het Recreatieschap Twente van start gegaan. De oorspronkelijke middelen t.b.v. de regio Twente zijn verdeeld over de 3 nieuw ontstane entiteiten. Naast het Recreatieschap Twente zijn dat de Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES) en de Gemeenschappelijke regeling Gezondheid. De gemeenteraad heeft in 2024 geen zienswijze ingediend op de begroting 2025 van de BVO Recreatieschap Twente. In 2025 zal worden gewerkt aan een uitwerking van de visie voor de recreatieparken en zal de “Visie Routenetwerken Twente” worden opgesteld.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 213.638

Veiligheidsregio Twente (VRT)

Terug naar navigatie - - Veiligheidsregio Twente (VRT)
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Twente (VRT) - Financiële gegevens
Veiligheidsregio Twente
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling; gevestigd te Enschede
2. Doel
Belangen behartigen op het gebied van openbare orde en veiligheid (o.a. brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskunde)
3. Partijen
14 Twentse gemeenten
4. Bestuurlijk belang
1 zetel in het algemeen bestuur (burgemeester Patrick Welman)
5. Financieel belang
De gemeente betalen hun verplichte bijdrage op basis van een boxen-systeem.
Eigen Vermogen 1 januari 2024 € 2.504.000
Eigen Vermogen 31 december 2024 € 3.389.000
Vreemd Vermogen 1 januari 2024 € 7.1827.000
Vreemd Vermogen 31 december 2024 € 77.383.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar: 4,2%
6. Prestaties – effecten
De gemeente ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7. Voortgang
Volgen van de voortgang door kwartaalrapportages
8. Risico’s en kansen
Voor de interne risicobeheersing maakt Veiligheidsregio Twente gebruik van een beleidskader “Risicomanagement en weerstandsvermogen”. Dit beleidskader voorziet in een methodiek, waarmee permanent inzicht in de ontwikkelingen rond risico’s en het daarvoor beschikbare weerstandsvermogen wordt gegeven.
9. Ontwikkelingen
De Evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio’s is met een advies gekomen en kan zich voorstellen dat toekomstige veranderingen zich meer richten op de maatschappij als geheel, inclusief inwoner en bedrijfsleven. Crisisbeheersing is van iedereen. Zelfredzaamheid is belangrijk en ook het maatschappelijk middenveld is een belangrijke partner. De vertaling van de evaluatie is in gang gezet en heeft 2023/2024 z’n uitwerking gekregen. Vanuit het Rijk zijn structureel middelen beschikbaar gesteld voor alle 25 veiligheidsregios, om de onderdelen crisesbeheersing en informatievoorziening te verstreken. Hiervoor is in 2023 een bestedingsplan vastgesteld, waarbij eveneens in 2025 inzet op wordt gepleegd.
Technologische ontwikkelingen vinden doorgang en worden op verschillende terreinen ingezet, bijvoorbeeld oefenen in Virtual Reality en inzet van drones voor preventie en repressie.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 2.789.908

Openbaar Lichaam Crematorium Twente (OLCT)

Terug naar navigatie - - Openbaar Lichaam Crematorium Twente (OLCT)
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Openbaar Lichaam Crematorium Twente (OLCT) - Financiële gegevens
Crematoria Twente
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling; gevestigd te Enschede
2. Doel
Het stichten en exploiteren van één of meer crematoria.
Zorg dragen voor continuïteit van een crematoriumvoorziening ten behoeve van het verzorgingsgebied door voortzetting van de deelneming in Crematoria Twente/Oost Nederland BV. Gestreefd wordt naar handhaving van de kwaliteit van deze crematoriumvoorziening op minimaal het huidige niveau.
3. Partijen
14 Twentse gemeenten
4. Bestuurlijk belang
Het college benoemt uit zijn midden één lid (wethouder Evelien Zinkweg) in het Algemeen Bestuur.
Jaarlijks wordt de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling en de bv ter kennisname (mogelijkheid om bedenkingen of zienswijzen kenbaar te maken) aan de raad (Politiek Forum) aangeboden.
5. Financieel belang
Eigen Vermogen per 1 januari 2024 : € 2.081.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024 € 2.563.00
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024 € 5.262
Vreemd Vermogen per 31 december 2024 € 12.220
De solvabiliteitsratio bedraagt ultimo boekjaar 2024: 100%.
6. Prestaties – effecten
De BV Crematoria Twente/Oost Nederland BV heeft in 2025 in totaal € 375.000 aan dividend uitgekeerd aan het OLCT. Oldenzaal heeft in 2025 € 30.280 aan dividend ontvangen.
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
De deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk aansprakelijk voor het resultaat van OLCT. Het risico van de deelneming is zeer beperkt; tarieven, inkomsten en rendementen zijn stabiel. Het resultaat van de BV wordt, met inachtneming van een minimale solvabiliteit van 30% (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal), volledig uitgekeerd aan het openbaar lichaam. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de verplichte reserves.
Vanuit oogpunt van behoedzaamheid is ervoor gekozen om het dividendbeleid af te stemmen op de financiële ontwikkeling van Crematoria Twente vooralsnog is afgesproken dat jaarlijks minimaal € 375.000 aan dividend wordt uitgekeerd.
9.Ontwikkelingen
Crematoria Twente volgt de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van lijkbezorging om hier tijdig op in te kunnen spelen. Dit levert nieuwe ambities op bij de BV die vragen om financiering, ook deels met eigen vermogen. We doelen op resomeren als nieuwe techniek om het lichaam op te lossen en duurzamer cremeren op waterstof in plaats van gas. Na uitwerking van de plannen zal hierover opnieuw besloten worden.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 0

Omgevingsdienst Twente

Terug naar navigatie - - Omgevingsdienst Twente
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Twente - Financiële gegevens
Omgevingsdienst Twente (ODT)
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling; gevestigd te Almelo
2. Doel
Missie
Een veilige, gezonde omgeving voor alle inwoners in ons werkgebied. Dat is waar de Omgevingsdienst Twente uiteindelijk voor gaat. Om dat te bereiken werken we intensief samen met tal van partijen.
Visie
De Omgevingsdienst Twente werkt aan optimale bescherming en duurzame benutting van de fysieke leefomgeving; veilig wonen, werken en leven. Voor bedrijven zijn we een deskundige gesprekspartner die zoekt naar mogelijkheden die ondernemers, binnen de regels, ruimte en kansen bieden. We zijn duidelijk over wat wel en niet kan, treden professioneel op waar dat nodig is en werken proactief aan duurzame ontwikkeling.
a. Voor de Twentse gemeenten en de provincie Overijssel streven we naar een excellente uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hierbij gaat het om voorbereiding van vergunningverlening bij meervoudige vergunningaanvragen. We vervullen de rol van zowel integraal als specialistisch adviseur en we zijn goed zichtbaar en direct benaderbaar.
b. Ketenpartners ervaren ons als een betrouwbare en rolvaste organisatie, die transparant werkt, hoge kwaliteit biedt en vanuit een open overlegcultuur samenhang brengt in tal van regels en maatregelen.
Doelstellingen
1. De OD Twente zorgt ervoor dat haar taakuitvoering voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen, onder voorwaarde dat zij daarvoor de bijbehorende financiële middelen krijgt.
2. De OD Twente levert meer kwaliteit dan de som van de huidige organisaties samen.
3. De OD Twente zorgt voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in de gehele regio, met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties.
4. De OD Twente groeit toe naar een level playing field via een verder uit te werken Twentse norm.
5. De OD Twente moet na twee jaar na haar datum van start (dus ingaande vanaf het derde jaar) een efficiencyverbetering kunnen overleggen ten aanzien van de startsituatie. Dat wil zeggen het leveren van dezelfde productie tegen lagere kosten of het leveren van meer productie tegen gelijkblijvende kosten.
6. De OD Twente zorgt voor brede ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers in termen van specialismevorming en doorgroeimogelijkheden.
7. De OD Twente zorgt voor borging van de specifieke expertise en waar mogelijk een verdere uitbouwing.
8. De OD Twente draagt bij aan verdergaande innovatie in de aanpak en organisatie van de VTH-taken.
3. Partijen
14 Twentse gemeenten en de provincie Overijssel
4. Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur bestaat uit vijftien bestuursleden, zijnde vertegenwoordigers van het college van gedeputeerde staten en van de colleges van burgemeester en wethouders. De leden van het bestuur hebben ieder één stem.
Burgemeester Patrick Welman is lid en voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.
5. Financieel belang
De kosten worden verrekend onder de partijen volgens een door het algemeen bestuur vastgestelde verdeelsleutel, zoals opgenomen in de programmabegroting ODT 2025.
Eigen Vermogen 1 januari 2024: € 2.036.000
Eigen Vermogen 31 december 2024: € 3.070.000
Vreemd Vermogen 1 januari 2024: € 3.977.000
Vreemd Vermogen 31 december 2024 € 3.823.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 44,5%
6. Prestaties – effecten
Met de Omgevingsdienst Twente wordt een structuur geboden waarin de partners voldoen aan de wettelijke eisen van kwaliteit, effectiviteit en robuustheid voor de uitvoering van hun VTH-taken (vergunningen, toezicht en handhaving). Tevens het realiseren van efficiencywinst, waarbij deze in de eerste plaats wordt ingezet voor kwaliteitsverbetering (kostenneutrale kwaliteitsverbetering).
7. Voortgang
Na jarenlang het voortdurend uitstellen van de inwerkingtreding van de Omgevingswet is deze per 1 januari 2024 van kracht geworden. Ondanks het eerdere uitstel van 2021 naar 2022 e.v. heeft de OD Twente de werkzaamheden rondom implementatie van de Omgevingswet volop doorgezet.
8. Risico’s en kansen
Niet van toepassing
9. Ontwikkelingen
In april 2025 heeft het ODT het ontwerp Programmabegroting 2026 t.b.v. het indienen van een zienswijze voorgelegd aan de gemeenteraden. De gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal heeft geen zienswijze ingediend.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 737.650

Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT)

Terug naar navigatie - - Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT)
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT) - Financiële gegevens
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling; gevestigd te Hengelo (ov.)
2. Doel
Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken
3. Partijen
De gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Oldenzaal, Losser en Haaksbergen.
4. Bestuurlijk belang
1 zetel in het dagelijks bestuur (Evelien Zinkweg; voorzitter)
5. Financieel belang
De gemeente Oldenzaal draagt naar rato bij in de kosten van het GBT, op basis van af te nemen producten.
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: € 1.652.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024: € 2.886.000
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024: € 7.689.000
Vreemd vermogen per 31 december 2024: € 10.118.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 22%.
6. Prestaties – effecten
Uitgangspunt van de begroting van het GBT is budgetneutraal.
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
In algemene zin heeft gemeentelijke samenwerking de voordelen van schaalvergroting (o.a. grotere efficiëntie en effectiviteit, kwaliteitsverbetering) en (regionale) afstemming zonder dat de gemeente zijn politiek-bestuurlijke autonomie verliest. Op deze manier kan onder andere de maatschappelijke betrokkenheid op peil blijven. Een nadeel van gemeentelijke samenwerking is de beperkte democratische legitimatie. Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling wordt niet rechtstreeks door de burger gekozen.
Ten aanzien van de bedrijfsvoeringsrisico’s zijn door het GBT maatregelen getroffen om deze zoveel mogelijk te beperken. Jaarlijks wordt een sluitende begroting vastgesteld, waarop gedurende het boekjaar wordt bijgestuurd. Het GBT heeft een weerstandsvermogen waarmee incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering kunnen worden opgevangen. Alle processen zijn beschreven conform ISO-certificering en worden jaarlijks geactualiseerd. Het GBT heeft een Intern Controleplan dat als leidraad dient voor het waarborgen van een betrouwbare gegevensverwerking door de daartoe aangewezen personen in de primaire en ondersteunende processen.
9. Ontwikkelingen
De doelen van GBTwente voor de komende jaren zijn:
• foutloos
• sneller
• goedkoper
Werken aan het proces van waarderen, heffen en innen van gemeentelijke belastingen. Om belastingen persoonlijk en begrijpelijk te kunnen maken is gestart met definiëring en voorbereiding van projecten die hieraan bij dragen. Uitgangspunt is dat inwoners zelf bepalen hoe ze contact met ons (zowel gemeenten als GBTwente) willen leggen. Het GBT wil de inwoners graag digitaal helpen waar het kan, maar persoonlijk tegemoetkomen waar dat nodig is. Daarom vindt het GBT het belangrijk te weten hoe onze (rechtstreekse) dienstverlening wordt ervaren, zodat we daar maximaal op kan worden bijgestuurd.
In april 2025 heeft het GBT de concept begroting 2026 aan de gemeenteraden gestuurd t.b.v. de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. De gemeenteraad van Oldenzaal heeft hier geen gebruik van gemaakt.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 950.648

Stadsbank Oost-Nederland

Terug naar navigatie - - Stadsbank Oost-Nederland
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Stadsbank Oost-Nederland - Financiële gegevens
Stadsbank Oost Nederland
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling; gevestigd te Enschede
2. Doel
Schuldhulpverlening aan burgers
Schulden belemmeren burgers te participeren. De gemeente zet schuldhulpverlening in om belemmeringen weg te nemen. Met als uiteindelijk doel het bevorderen van de arbeidsparticipatie. De Stadsbank is een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet op het consumenten krediet. Zowel vanuit een bedrijfseconomische als een maatschappelijke optiek bezien, biedt de Stadsbank een verantwoord pakket van, al dan niet, financiële dienstverlening aan de ingezetenen in haar rechtsgebied. Met als doel de financiële weerbaarheid en redzaamheid van huishoudens te bevorderen.
Hiermee ondersteunt de Stadsbank Oost Nederland de aangesloten gemeenten bij haar gemeentelijke armoede- en minimabeleid. Dit doet zij door middel van het aanbieden van:
1. Kredieten tegen (met het oog op de Fido-doelgroep) verantwoorde rentepercentages;
2. Budgetbeheer ter ondersteuning van de stabiliteit van de financiële huishouding, zodat het (verder) oplopen van schulden kan worden voorkomen;
3. Minnelijke schuldhulpverlening ter voorkoming van maatschappelijke uitval en ter ondersteuning van de re-integratie op de arbeidsmarkt;
4. Bewindvoering in het kader van de Faillissementswet als verlengstuk van de minnelijke schuldhulpregeling,
preventie- en voorlichtingsactiviteiten gericht op het voorkomen van financiële instabiliteit en oplopen van schulden bij risicogroepen (met name jongeren en huishoudens met een laag inkomen).
3. Partijen
Gemeenschappelijke regeling samen met andere 22 gemeenten in Twente en Oost-Gelderland.
4. Bestuurlijk belang
De gemeente Oldenzaal heeft een zetel in het algemeen bestuur (wethouder Rob Christenhusz).
De wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft de vaststelling van een beleidsplan voor. De raad wordt elk jaar geïnformeerd bij de vaststelling van het jaarverslag over het afgelopen jaar en de begroting voor het komende jaar. Daarnaast stelt de raad eens per vier jaar het beleidsplan schuldhulpverlening vast.
5. Financieel belang
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: € 1.370.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024 € 2.236.000
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024 : € 12.765.000
Vreemd Vermogen per 31 december 2024 € 12.219.000.
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 18%.
6. Prestaties – effecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7. Voortgang
Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages.
8. Risico’s en kansen
Het is een openeindregeling. De laatste jaren nemen de kosten sterk toe.
9. Ontwikkelingen
In 2024 is lokaal verder vorm gegeven aan het klant- en resultaatgericht werken vanuit de bestuurlijk vastgestelde strategische agenda.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 498.390

Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES)

Terug naar navigatie - - Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES)
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES) - Financiële gegevens
BOKSES / Twenteboard
Informatie
1.Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Bestuursovereenkomst
2. Doel
1. Het voeren van bestuurlijk overleg ten behoeve van het voorbereiden, het afstemmen en het terugkoppelen van de inbreng van de gemeenten in het bestuur van de Twente Board.
2. Het voeren van bestuurlijk overleg over (de afstemming van) het lobbyen van de gemeenten bij provincie, Rijk, de Europese Unie en andere (semi)overheden en haar organisaties ten behoeve van de sociaal economische structuurversterking en andere door het bestuurlijk overleg gekozen
3. Partijen
14 Twentse gemeenten
4. Bestuurlijk belang
De colleges van de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal en Losser bepalen gezamenlijk welke gemeente namens deze 4 NOT-gemeenten een bestuurder afvaardigt in de Twenteboard.
5. Financieel belang
De gemeente Oldenzaal draagt voor 2026 €10,00 per inwoner bij aan de BOKSES / Twenteboard.
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: €24.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024: €36.000
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024: €9.142.000
Vreemd Vermogen per 31 december 2024: €10.259.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 0,3%
6. Prestaties – effecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
Geen
9. Ontwikkelingen
Medio 2021 is BOKSES van start gegaan. De oorspronkelijke middelen t.b.v. de regio Twente zijn verdeeld over de 3 nieuw ontstane entiteiten. Naast de Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking (BOKSES) zijn dat het OLG en het Recreatieschap Twente.
10. Gemeentelijke Bijdrage 2026
€ 341.242

BNG Bank

Terug naar navigatie - - BNG Bank
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - BNG Bank - Financiële gegevens
Bank Nederlandse Gemeenten
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Naamloze Vennootschap (NV) gevestigd te Den Haag
2. Doel
De NV heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden.
3. Partijen
Het Rijk bezit 50% van de aandelen. De overige 50% zijn in bezit van 11 provincies, 1 hoogheemraadschap en 416 gemeenten.
4. Bestuurlijk belang
Aandeel van de gemeente Oldenzaal bedraagt 0,031%.
5. Financieel belang
De NV bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De gemeente Oldenzaal bezit 17.550 (0,031%) op een totaal van 55.690.720 aandelen. De nominale waarde van het aandelenpakket van de gemeente Oldenzaal bedraagt € 43.875 (17.550 x € 2,50). Het gehele bedrag aan nominale waarde is daadwerkelijk gestort. In de statuten is vastgelegd dat 43% van de winst als dividend wordt uitgekeerd. De BNG Bank is gehouden aan de regels die de Autoriteit Financiële Markten stelt aan het verstrekken van mogelijk koersgevoelige informatie. Het verstrekken van cijfers en verwachtingen over eigen vermogen en netto resultaat valt daar uitdrukkelijk onder.
BNG Bank gaat pas tot publicatie van de gerealiseerde resultaten over na behandeling van de door de externe accountant goedgekeurde jaarrekening en het voorstel tot winstuitkering door de Raad van Commissarissen.
De omvang van de balans, het eigen en vreemd vermogen en het resultaat is niet alleen afhankelijk van de economische prestaties die BNG Bank levert. Door de voorgeschreven wijze van verantwoording werken externe factoren, bijvoorbeeld economische ontwikkelingen en renteontwikkelingen, sterk in deze cijfers door. BNG Bank kan op deze ontwikkelingen geen invloed uitoefenen. Dit vormt een van de redenen waarom BNG Bank in het jaarverslag geen concrete uitspraken doet over de verwachte resultaten over het lopende boekjaar.
Eigen Vermogen 1 januari 2024 €4.721.000
Eigen Vermogen 31 december 2024 €4.777.000
Vreemd Vermogen 1 januari 2024 €110.819.000
Vreemd Vermogen 31 december 2024 €123.614.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 3,7%
6. Prestaties – effecten
De afgelopen 3 jaren hebben we de volgende dividenduitkeringen ontvangen:
2023: €43.875
2024: €37.908
2025: €44.050
7. Voortgang
De BNG Bank noemt zich de bank voor het maatschappelijk belang en biedt gespecialiseerde dienstverlening aan tegen zo laag mogelijke kosten. Het streven van de bank is om een betrouwbare partner te zijn, de sterke marktpositie te behouden en de relatie met de klanten te bestendigen en waar mogelijk te verbeteren.
8. Risico’s en kansen
Niet van toepassing
9. Ontwikkelingen
Geen

Twence

Terug naar navigatie - - Twence
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Twence - Financiële gegevens
Twence
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Naamloze Vennootschap (NV) gevestigd te Hengelo (ov.)
2. Doel
Het beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en verlening van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval; het produceren en leveren van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen.
3. Partijen
Regio Twente, Attero Holding NV, Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen, Almelo, Berkelland, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden.
4. Bestuurlijk belang
De gemeente Oldenzaal heeft een zeggenschap van 1% in Twence. Dit betreft alleen het juridisch eigendom. Het economisch eigendom is, is als gevolg van de verkoop van de aandelen Twence (4,92%) overgedragen aan de gemeenten Hengelo, Enschede en Losser. Het behoudt van dit juridische eigendom was na verkoop van de aandelen noodzakelijk om het bestaande afvalleveringscontract te kunnen blijven uitdienen tot 1 juli 2027. Op 1 juli 2027 wordt het juridisch eigendom van de aandelen (1%) overgedragen aan de gemeenten Hengelo, Enschede en Losser.
De directeur en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Evelien Zinkweg vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA.
De gemeenteraad wordt door middel van de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting geïnformeerd. Bij eventuele calamiteiten zal de raad afzonderlijk worden ingelicht.
5. Financieel belang
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: €169.261.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024: €166.200.000
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024: €109.018.000
Vreemd Vermogen per 31 december 2024: €121.319.000
De afgelopen 3 jaren hebben we de volgende dividenduitkeringen ontvangen:
2022 €302.000
2023 €797.000
2024 €293.000
2025 € 0
Vanaf 23 december 2024 heeft de gemeente Oldenzaal nog 1% zeggenschap in de onderneming. Dit betreft het juridisch eigendom. Over de boekjaren 2024, 2025, 2026 en 2027 zal Oldenzaal geen dividend van Twence ontvangen.
6. Prestaties – effecten
Volgens de jaarrekening 2024 behaalde Twence een nettoresultaat van €14,4 miljoen (2023:€9,5 miljoen).
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
Het overheidsbeleid is er op gericht om verspilling en uitputting c.q. belasting van het milieu tegen te gaan. Gestreefd wordt naar een afval loze samenleving waarbij de kringloop sluitend is en alle grondstoffen weer gebruikt worden (ook wel "cradle to cradle" genoemd). Het Rijk heeft sinds 2020 een importheffing ingevoerd op het buitenlands afval. Dit heeft negatieve consequenties voor de afvalverwerkingssector in Nederland en dus ook op Twence. Doordat de import van afval is afgenomen en verder zal afnemen, dreigt er overcapaciteit te ontstaan. Uit het onderzoeksrapport van Rebel van 5 maart 2021 (in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) blijkt dat er overcapaciteit zal ontstaan in de afvalverwerkingssector. Als gevolg hiervan is volgens een ambtelijke notitie de Ambtelijke notitie – “gezamenlijke afspraak verbrandingscapaciteit”, dat de verbrandingscapaciteit in Nederland met 30% zal moeten afnemen.
De afvalverwerkingssector ziet de hoeveelheid aangeboden afval vanuit het buitenland afnemen als gevolg van de Importheffingen die door het Rijk zijn opgelegd.
9. Ontwikkelingen
Ofschoon de gemeente Oldenzaal haar aandelen op 19 december 2024 heeft verkocht, blijft Oldenzaal nog wel een risico lopen in de procedure die AVR heeft aangespannen t.a.v. de quasi-inhouse (toezichtscriterium en merendeelcriterium). De grieven van AVR gaan over de periode waar de gemeente Oldenzaal gebruik maakte van de quasi-inhouse constructie t.b.v. de afvallevering en verwerking door Twence BV.
In de BAVA van 19 december 2024 is besloten goedkeuring te verlenen aan de overdracht van de aandelen van Oldenzaal, Almelo en Twenterand aan de gemeenten Enschede, Hengelo en Losser en aan Twence Holding BV.
Economisch zijn alle aandelen overgedragen. Oldenzaal behoudt het juridische eigendom van 1 % van het aandelenkapitaal tot de beëindiging van het afvalleveringscontract (1 juli 2027).
De rechtbank heeft op 1 februari 2023 AVR in het ongelijk gesteld. AVR is in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof in Arnhem. Daarnaast is AVR een procedure gestart t.b.v. het horen van getuigen t.b.v. het hoger beroep dat zij heeft ingesteld. Dit getuigenverhoor heeft begin 2024 plaats gevonden. Tevens is de AVR eind 2023 een 843.a procedure gestart, waarbij de Rechtbank de aandeelhoudende gemeenten heeft opgedragen om een groot aantal stukken aan AVR ter beschikking te stellen betreffende de quasi-inhouse problematiek (toezichtscriterium). Het getuigengehoor en de 843a. procedure zijn inmiddels afgerond. 26 september 2024 heeft AVR een verzoekschrift bij het gerechtshof ingediend tot een voorlopig deskundigenbericht. De mondelinge behandeling inzake dit verzoek vindt plaats op 19 maart 2025. De uitspraak van de Rechtbank in het kader van het hoger beroep wordt op zijn vroegst eind 2025/begin 2026 verwacht.

Twente Milieu

Terug naar navigatie - - Twente Milieu
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Twente Milieu - Financiële gegevens
Twente Milieu
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Naamloze Vennootschap (NV) gevestigd te Enschede
2. Doel
Namens, en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang, werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten.
3. Partijen
Gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Haaksbergen, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Wierden en Berkelland.
4. Bestuurlijk belang
De gemeente Oldenzaal heeft een zeggenschap van 5,8% in Twente Milieu NV. De directeur en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Evelien Zinkweg vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA.
Gezien de oorspronkelijk beoogde doelen van de deelneming in Twente Milieu NV kan in principe worden gesteld dat deze beoogde doelen met de oprichting van Twente Milieu NV en de deelneming daarin grotendeels zijn gerealiseerd. De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente vallen het beste als controlerend en in lichte mate als sturend te bestempelen. Van inhoudelijke en financiële beïnvloeding is nagenoeg geen sprake (meer). Inhoudelijke beïnvloeding valt gezien het zeer specifieke karakter van de materie ook niet van de gemeenten te verwachten. Van eventuele invloed op beleidsontwikkeling (invoering diftar) is echter wel sprake. Financiële invloed op bijvoorbeeld de tarieven is daarnaast als zeer marginaal te bestempelen. De markt bepaalt immers voor het overgrote deel de tarieven. De werkelijke invloed van de gemeenten moet vooral worden gezocht in de contracten die worden gesloten met Twente Milieu over het niveau van de dienstverlening (frequentie, aard, wijze waarop, enzovoort).
De gemeenteraad wordt door middel van de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting geïnformeerd. Bij eventuele calamiteiten zal de raad afzonderlijk worden ingelicht.
5. Financieel belang
De gemeente bezit 120 aandelen à €450,00 nominaal. De totale balanswaarde bedraagt €54.000.
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: €12.064.004
Eigen Vermogen per 31 december 2024: €13.517.949
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024: €15.678.621
Vreemd Vermogen per 31 december 2024:€15.274.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 46%. Indien de solvabiliteit boven de 30% uitkomt zal deze verlaagd worden door middel van verlaging van de tarieven.
6. Prestaties – effecten
Niet van toepassing
7. Voortgang
In 2023 is de meerjarenstrategie 2024-2027 van Twente Milieu “vanuit de basis breder” door de AVA vastgesteld. Twente Milieu blijft inzetten op het efficiënter inrichtingen van de afvalinzamelactiviteiten en het groenbeheer. Hierbij richt Twente Milieu zich met namen op het samenwerken met partners in de openbare ruimte, serviceverhoging aan de inwoners en focus op preventie en hergebruik van afval te stimuleren.
8. Risico’s en kansen
Het opereren in de afvalmarkt is met tal van risico’s omgeven. Het valt zelfs te betwijfelen of een relatief kleine onderneming als Twente Milieu NV in staat zal blijven zelfstandig te opereren in een markt die steeds meer gedomineerd dreigt te worden door een aantal grote (markt)partijen.
De kansen zijn:
Twente Milieu kan groeien naar de rol van ondersteuner voor de gemeente in het beheer van de openbare ruimte (BOR). Oldenzaal, die vooralsnog niet haar activiteiten op het terrein van BOR bij de onderneming zal onderbrengen, loopt hierbij een risico. Immers, indien deze activiteiten voor gemeenten verlieslatend zijn, zal Oldenzaal financieel nadeel ondervinden op een activiteit die Oldenzaal niet door Twente Milieu laat uitvoeren.
9. Ontwikkelingen
In de AvA van juni 2024 is het besluit genomen over de toetreding van de gemeente Berkelland tot Twente Milieu. Vanaf 1 januari 2025 zal Twente Milieu het afval voor de gemeente Berkelland inzamelen. Hierdoor vindt een herschikking van de aandelen plaats. Dit betekent dat de zeggenschap van gemeente Oldenzaal vanaf 1 januari 2025 is verminderd van 6,4% naar 5,8%. Door toetreding van nieuwe gemeenten als aandeelhouder van Twente Milieu is de zeggenschap van de gemeente Oldenzaal in de onderneming verwatert van 8% in 1998 naar 5,8% in 2025.

Cogas

Terug naar navigatie - - Cogas
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Cogas - Financiële gegevens
Cogas
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Naamloze Vennootschap (NV) gevestigd te Almelo
2. Doel
Cogas Energie levert gas, elektriciteit en kabeldiensten aan consumenten en zakelijke klanten. Cogas is als netbeheerder voor elektriciteit en gas verantwoordelijk voor een ononderbroken levering. Ook is Cogas een belangrijke werkgever.
Oorspronkelijk doel was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn optimale instandhouding, netbeheer en leveringszekerheid belangrijke pijlers. In de tegenwoordige tijd zijn het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen belangrijke doelen geworden.
3. Partijen
9 gemeenten
4. Bestuurlijk belang
Het bestuursmodel van Cogas (directie + raad van commissarissen) voorziet niet in vertegenwoordigers van gemeenten in het bestuur van Cogas. Indirect is invloed mogelijk door het feit dat voordracht voor één lid van de Raad van Commissarissen verloopt via de Gemeente Almelo.
De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente lopen via het aandeelhouderschap in Cogas NV en vallen het best als controlerend en in lichte mate sturend te bestempelen. Er is sprake van een lichte vorm van inhoudelijke beïnvloeding. Met name daar waar het gaat om investeringsbeslissingen op het gebied van innovatie. Wethouder Financiën (Evelien Zinkweg) vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA. Jaarlijks wordt in de begroting in de paragraaf ‘verbonden partijen’ aandacht besteed aan deze verbonden partij. Daarnaast wordt de raad via raadsinformatiebrieven op de hoogte gebracht van bijzondere ontwikkelingen (bijvoorbeeld extra dividenduitkeringen).
5. Financieel belang
De gemeente Oldenzaal bezit 537 aandelen Cogas. Dat is 10,6% van het totale aandelenpakket.
2023 €1.074.000
2024 €1.074.000
2025 €1.074.000
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: €145.458.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024: €150.898.000
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024: €110.955.000
Vreemd Vermogen per 31 december 2024: €109.354.000
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 58,3%
6. Prestaties – effecten
Niet van toepassing
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
Tegenvallende bedrijfsresultaten kunnen gevolgen hebben voor dividenduitkering aan Gemeente Oldenzaal. Op dit moment is de solvabiliteit ruim 58 %. De operationele winst voor belastingen van Cogas zal naar verwachting de komende jaren lager uitkomen. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de substantiële daling van de gereguleerde tarieven over de reguleringsperiode.
Als gevolg van de energietransitie zullen de jaarlijkse investeringen ten opzichte van voorgaande jaren de komende 5 jaar met gemiddeld 30% toenemen.
9. Ontwikkelingen
In maart 2024 heeft de AvA een besluit genomen om €1.255.000 beschikbaar te stellen voor de eerste fase van de ontwikkelfase Regionaal Warmtenetwerk Twente in Hengelo. Hierbij zou worden onderzocht of in Hengelo 2.841 woningen en 2 grootzakelijke klanten kunnen worden aangesloten op een aan te leggen warmtenet. Op 11 december 2024 heeft de directeur van Cogas de AvA op de hoogte gebracht over de intrekking van de aan Cogas/Twence toegezegde subsidie van €17 miljoen door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het wegvallen van deze subsidie en de uitgestelde vaststelling van landelijke wetgeving betekent dat vooralsnog er geen RWT zal worden opgericht. Wel blijft Cogas geloven in de warmtetransitie en wordt gewerkt aan het opstellen van een integrale warmtestrategie voor Cogas, waarbij Cogas zich richt op de ontwikkeling van lokale warmtenetten.

Sport Oldenzaal B.V.

Terug naar navigatie - - Sport Oldenzaal B.V.
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Sport Oldenzaal B.V. - Financiële gegevens
Sport Oldenzaal BV
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Besloten Vennootschap (BV) te Oldenzaal
2. Doel
De exploitatie van sportcentrum Vondersweijde conform de gemeentelijke opdracht en beleidskaders uitvoeren tegen zo laag mogelijke kosten. De opdracht aan Sport Oldenzaal BV omvat zaken die de gemeente belangrijk acht om bepaalde maatschappelijke doelen te bereiken. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van zwemeducatie, ruimte voor verenigingssport en specifieke doelgroepen, een toegankelijk sportcentrum voor iedere inwoner etc.
3. Partijen
Gemeente Oldenzaal
4. Bestuurlijk belang
Gemeente Oldenzaal is 100% aandeelhouder.
De directeur van Sport Oldenzaal BV wordt benoemd door de AVA.
Wethouder Evelien Zinkweg vertegenwoordigt de gemeente Oldenzaal in de AVA.
Doordat de gemeente enig aandeelhouder is, is de invloed van de gemeente op de BV aanzienlijk. De gemeente kan zowel inhoudelijk als financieel sturen en invloed uitoefenen.
De gemeenteraad wordt door middel van de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting geïnformeerd. Bij eventuele calamiteiten zal de raad afzonderlijk worden ingelicht.
5. Financieel belang
De BV ontvangt voor de exploitatie van het gehele sportcentrum Vondersweijde van de gemeente een jaarlijkse exploitatiebijdrage (2025 €818.395). De BV betaalt de gemeente voor het gebruik van het sportcentrum een jaarlijkse huurprijs (2025 €446.190).
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: €50.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024: €50.000
Vreemd Vermogen per 1 januari 2024: €1.243.213
Vreemd Vermogen per 31 december 2024: €473.759
De solvabiliteit bedraagt ultimo boekjaar 2024: 9,5%
6. Prestaties – effecten
Niet van toepassing
7. Voortgang
De opdracht aan Sport Oldenzaal BV is voor 2 jaar verlengd, tot uiterlijk 31 december 2025 en is vooral gericht op het stabiliseren van de exploitatie van het sportcentrum voor de toekomstige situatie.
8. Risico’s en kansen
In 2023 is een start gemaakt met de revitalisering van het sportcentrum Vondersweijde. De revitalisering zal afgerond worden in november 2024.  Deze grootschalige revitalisering is van invloed op de exploitatie van het sportcentrum en het uiteindelijk financiële resultaat. De reden hiertoe is dat het sportcentrum voor een bepaalde periode gesloten is voor de gebruikers.
Na de heropening november 2024 zijn er kansen voor Sport Oldenzaal BV. Deze  liggen met name op het gebied van uitbreiding van doelgroepen en programmeringen. Sport Oldenzaal BV is sinds maart 2016 belast met de exploitatie. De exploitatie is daarmee van een commerciële naar een meer maatschappelijke exploitatie gegaan. Dit biedt zeker kansen.
9. Ontwikkelingen
Er is een huur- en exploitatieovereenkomst met Sport Oldenzaal BV opgesteld met een looptijd tot uiterlijk 31 december 2025. In 2023 is gestart met de revitalisatie van het sportcentrum Vondersweijde, die in november 2024 is afgerond. Het komende jaar zal de focus vooral liggen op klantenbinding en verdere optimalisatie van de bedrijfsvoering.
In verband met het vertrek van de manager van de Sport BV per 1 juli 2024 zijn de taken herverdeeld binnen de organisatie. De manager functie wordt voorlopig niet ingevuld in verband met de op te stellen toekomstvisie. Deze visie zal in 2025 worden opgesteld.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 818.394

Stichting werkprojecten Oldenzaal

Terug naar navigatie - - Stichting werkprojecten Oldenzaal
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Stichting werkprojecten Oldenzaal - Financiële gegevens
Stichting Werkprojecten Oldenzaal
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Stichting Werkprojecten Oldenzaal
2. Doel
Het bieden van ondersteuning aan de Gemeente Oldenzaal op het gebied van de werkvoorziening aan mensen met een arbeidsbeperking (waaronder de WSW) en de bevordering van participatie van inwoners van Oldenzaal.
3. Partijen
Gemeente Oldenzaal is oprichter van de stichting.
4. Bestuurlijk belang
De gemeente Oldenzaal vaardigt drie vertegenwoordigers (collegeleden) af in de Raad van Toezicht.
5. Financieel belang
Het resultaat van de Stichting Werkprojecten Oldenzaal wordt jaarlijks ten gunste of ten laste van de gemeente Oldenzaal gebracht. Hierdoor wordt in de jaarrekening van de Stichting Werkprojecten Oldenzaal, hetzij een vordering hetzij een schuld op de gemeente, opgenomen.
6. Prestaties – effecten
Het aangaan van (een) overeenkomst(en) van opdracht met de gemeente Oldenzaal.
Het doen verrichten van alle daarmee direct of indirect verband houdende activiteiten.
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
Financieel risico wordt gelopen op de afbouw van de rijkssubsidie WSW, de loonontwikkelingen WSW en de uitvoering van de werkkostenregeling.
9. Ontwikkelingen
In 2026 wordt de groep werknemers uitgebreid met personen die in dienst zijn bij Larcom Werkleerbedrijf en onder de cao Aan de Slag vallen.
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 6.326.830

Dimpact

Terug naar navigatie - - Dimpact
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Dimpact - Financiële gegevens
Dimpact
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Naamloze Vennootschap (NV) gevestigd te Enschede
2. Doel
Het ontwikkelen en leveren van oplossingen voor de gemeentelijke digitale dienstverlening van publiekrechtelijke instellingen. De coöperatie heeft geen winstoogmerk.
3. Partijen
30 gemeenten
4. Bestuurlijk belang
Alle leden hebben een gelijke stem in de algemene ledenvergadering. De leden van de raad van commissarissen worden benoemd door de ledenvergadering.
5. Financieel belang
Eigen Vermogen per 1 januari 2024: €2.991.000
Eigen Vermogen per 31 december 2024: €702.863
Vreemd Vermogen 1 januari 2024: €4.586.000
Vreemd Vermogen per 31 december 2024: €7.567.000
Solvabiliteit per 31 december 2024: 8,4%
6. Prestaties – effecten
De gemeente ontvangt jaarlijks de begroting en de jaarrekening.
7. Voortgang
Niet van toepassing
8. Risico’s en kansen
Geen
9. Ontwikkelingen
Geen
10. Gemeentelijke bijdrage 2026
€ 251.472

Enexis

Terug naar navigatie - - Enexis
Financiële gegevens
Terug naar navigatie - Enexis - Financiële gegevens
Enexis Holding
Informatie
1. Rechtsvorm en Vestigingsplaats
Naamloze Vennootschap (N.V.); gevestigd te 's Hertogenbosch
2. Doel
Enexis beheert het energienetwerk voor elektriciteit en aardgas in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,3 miljoen klanten (huishoudens, bedrijven en overheden) voor gas en 2,9 miljoen klanten voor elektriciteit. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt.
3. Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4. Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Oldenzaal bedraagt 0,021%.
5. Financieel belang
Enexis Holding NV x € 1.000
Per 31 december 2023
Per 31 december 2024
Eigen Vermogen
€ 5.320.000
€ 5.538.000
-       Waarvan reserves
€ 5.170.000
€ 5.538.000
Vreemd Vermogen
€ 5.140.000
€ 5.949.000
-       Waarvan voorzieningen
€ 17.000
€ 27.000
Resultaat na belasting
€ 72.000
€ 254.000
6. Prestaties – effecten
De afgelopen 3 jaren hebben we de volgende dividenduitkeringen ontvangen:
2023: €21.000
2024: €6.645
2025: €27.481
7. Voortgang
Geen bijzonderheden
8. Risico’s en kansen
Enexis is financieel gezond. Enexis heeft de Standard & Poor's (S&P) rating A+ (Stable outlook) en bij
Moody's AA3 (stable outlook).
Het risico voor de aandeelhouders is gering omdat Enexis opereert in een gereguleerde (energie)markt, onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis Holding N.V. Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist, Enexis heeft op dit moment meer dan 50% eigen vermogen.
Een aanvullend risico is het achterblijven van de geraamde dividendinkomsten. Het risico is echter gemitigeerd middels een overeengekomen streefwaarde van €100 miljoen voor het jaarlijkse dividend.
9. Ontwikkelingen
In het voorjaar van 2024 heeft de AvA ingestemd met aanpassing van het strategisch plan (2022) in verband met de nieuwe wet collectieve warmtevoorziening (zie ook hiervoor onder Ontwikkelingen en onzekerheden). Enexis treft op basis daarvan voorbereidingen voor een actieve rol bij de ontwikkeling van initiatieven in haar verzorgingsgebied. In het strategisch plan is verder gekozen voor focus op kerntaken met drie hoofddoelen: 1. Wij sturen op maatschappelijk optimale energiekeuzes Mede richting geven aan maatschappelijk optimale keuzes voor een duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem van de toekomst en een haalbare weg daarnaartoe. 2. Wij bieden iedereen altijd toegang tot energie Voor iedereen een toegankelijke, veilige energie-infrastructuur met behoud van een hoge leveringszekerheid en tegen de laagst mogelijk kosten. 3. Klanten weten wat ze aan ons hebben Transparante, betrouwbare en efficiënte dienstverlening aan klanten en marktpartijen.

Risico's en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - - Risico's en weerstandsvermogen

In de planning – en control documenten van de gemeente wordt aandacht besteed aan de (financiële)  risico’s die de gemeente met haar verbonden partijen loopt. Voor het risicomanagement van een verbonden partij geldt dat er een juiste verhouding moet zijn tussen behartiging van het publieke belang en het te lopen risico (continuïteit van de organisatie). Risicomanagement is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van verbonden partijen zelf. Bestuurders van verbonden partijen dienen tijdig in te spelen op  ontwikkelingen en dienen risico’s in afdoende mate te beheersen. De toezichthouders moeten dit bewaken. Een sterke governance structuur en adequaat risicomanagement dat geïntegreerd is in de gehele bedrijfsvoering, dragen bij aan het “in control” zijn van verbonden partijen.

Zie ook de paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement waarin de financiële belangen in verbonden partijen en het financieel risico aan de orde komen.

 

Grondbeleid

Terug naar navigatie - - Grondbeleid

Visie

Terug naar navigatie - - Visie

Onze visie op het grondbeleid is een voorzichtig actief grondbeleid. Dit beleid gebruikt de gemeente om beleidsdoelen te kunnen realiseren voor de beleidsvelden:
•    wonen
•    ruimtelijke ordening
•    leefbaarheid
•    economie
•    natuur en groen
•    verkeer 
•    sociale en maatschappelijke voorzieningen

Hiervoor zijn in de nota Grondbeleid 2020 de volgende doelstellingen opgenomen: 
1.    Interveniëren op de grondmarkt om het feitelijke ruimtegebruik te laten aansluiten op het maatschappelijk gewenste ruimtegebruik. Dit interveniëren gebeurt zowel    kwantitatief als kwalitatief; 
2.    Bevordering van de kwaliteit van het ruimtegebruik, evenals de zeggenschap die de burger daarover heeft;
3.    Een eerlijke verdeling van kosten en baten die ontstaan door overheidsinterventies. Zoals wijzigingen van het omgevingsplan, buitenplanse omgevingsplan activiteiten en investeringen in de openbare ruimte.

Een voorzichtig actief grondbeleid biedt de vrijheid om situationeel te schakelen naar een faciliterend grondbeleid. Of een samenwerkingsvorm te zoeken die (de voordelen van een) een actieve grondpolitiek het dichtst benadert. 

Uitvoering

Terug naar navigatie - - Uitvoering

Bovengenoemde beleidsvelden geven met de structuurvisie en onderliggende beleidsnota’s (woonvisie, bedrijventerreinenvisie, e.d.) antwoord op de vragen:
•    welke ontwikkelingen plaatsvinden;
•    waar ontwikkelingen plaatsvinden;
•    wanneer ontwikkelingen plaatsvinden. 

Het grondbeleid ondersteunt het ruimtelijk beleid van de gemeente. De nota Grondbeleid maakt het mogelijk om deze ruimtelijke doelstellingen te faciliteren. In het grondbeleid staan de instrumenten die de gemeente hiervoor inzet.

Strategische voorraad: verwerving en waarderingsgrondslag
Verwerving is voor Oldenzaal hét instrument bij uitstek om de regiefunctie bij de ontwikkeling van projecten te voeren. Met een eigendomspositie kan de gemeente actief sturen op de programmatische en ruimtelijke ontwikkeling. Dit alles binnen kwalitatieve en financiële kaders. 

Het waarderen op de balans van door de gemeente aangekochte gronden gebeurt tegen de waarde bij huidige bestemming. Hogere aankoopkosten en jaarlijkse rentekosten dekt de gemeente uit de reserve strategische voorraad of de bestemmingsreserve Oldenzaal Centraal. 

De zo gevormde boekwaarde blijft op dit niveau. Pas 1 à 2 jaar voor de start van de werkzaamheden in het plangebied start de exploitatiefase. De gemeente maakt vanaf dat moment kosten voor de ontwikkeling (planontwikkeling, bestemmingsplanwijziging enzovoort). 

Reserve strategische voorraad
De reserve strategische voorraad dekt het risico over de voorraad grond die nog niet in exploitatie (productie) is. De omvang van de reserve strategische voorraad stelt de gemeente elk jaar vast. Daarbij houdt zij rekening met de toekomstige ontwikkeling van Oldenzaal. De reserve strategische voorraad is van belang om actieve grondpolitiek ook in de praktijk te brengen. Zij staat garant voor continuïteit en consistentie. En de reserve geeft maximale politieke beleidsvrijheid voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de stad.

Bouwgrond in exploitatie
Voor elk ruimtelijk plan stelt de gemeente een grondexploitatieberekening op. Dit is een meerjarige financiële doorrekening van de kosten en opbrengsten. Deze berekening geeft (een financieel) inzicht in het geheel van activiteiten en werkzaamheden voor: 

•    verwerving; 
•    het bouw- en woonrijp maken; 
•    de uitgifte van gronden.

Algemene reserve grondexploitatie
De algemene reserve grondexploitaties vormt het weerstandsvermogen om algemene risico’s te kunnen opvangen. Het volume onderhanden werk en de omvang van de risico’s begrenst de omvang van deze reserve (zie paragraaf weerstandsvermogen). 

Om algemene risico’s in beeld te brengen wordt de projectenportefeuille doorgelopen en een risicoparagraaf opgesteld. Risico’s worden zoveel mogelijk gekwantificeerd. Vervolgens wordt rekening gehouden met de kans dat een risico zich voordoet. Over het resultaat hiervan wordt een minimumpercentage en een maximumpercentage toegepast omdat niet alle risico’s zich gelijktijdig voor (kunnen) doen. 

De omvang van de algemene reserve grondbedrijf is minimaal:
•    1% van het volume aan onderhanden werk; 
•    15% van de omvang van de risicoparagraaf van het Grondbedrijf; 
•    en een risicobuffer van €500.000. 

De omvang van de algemene reserve grondbedrijf is maximaal: 
•    2% van het volume onderhanden werk; 
•    en 30% van de omvang van de risicoparagraaf van het Grondbedrijf.

Verliesneming
Soms heeft een project (bij de start of tijdens de loop van het project) geen sluitende grondexploitatie. Dan dekt de gemeente het tekort direct af uit de algemene reserve grondexploitatie.

Voor (deel)gebieden binnen het Masterplan Oldenzaal Centraal geldt dezelfde handelswijze. Alleen verrekent de gemeente de resultaten met de bestemmingsreserve Oldenzaal Centraal.

Resultaatneming
Soms sluit de gemeente een grondexploitatie af met een positief resultaat. Dit resultaat brengt de gemeente dan naar de algemene reserve grondexploitatie. Ditzelfde geldt voor tussentijdse winstnemingen. 

(Tussentijdse) winstnemingen worden gedaan op basis van de wettelijk voorgeschreven ‘percentage of completion’ methode (POC). De gemeente neemt naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst:
•    wanneer de gemeente kosten heeft gemaakt;
•    en opbrengsten realiseerde;
•    en voldoende geld in de grondexploitatie resteert voor het afdekken van risico’s in het project.

Reserve Oldenzaal Centraal (OC)
De reserve Oldenzaal Centraal is gevormd voor het herinrichten van de stationsomgeving. Het is een omvangrijk stadsvernieuwingsproject met een substantieel financieel tekort. Daarom vormde de gemeente een aparte reserve zodat realisatie mogelijk wordt. 

De reserve Oldenzaal Centraal voedt de gemeente met maximaal € 2 miljoen per jaar. Alleen als en voor zover het bedrijfsresultaat en de ondergrens van de algemene reserve dit toelaten. Om ongelimiteerde reservevorming te voorkomen is een plafond vastgesteld. Dit plafond ligt in 2026 op € 6,5 miljoen vrij besteedbaar. Toevoeging aan de Reserve Oldenzaal Centraal vindt plaats op basis van het Cascademodel vanuit de Algemene Reserve Grondexploitatie

Planontwikkeling van het gebied aan de noordzijde van het spoor resteert nog. Dit betreft het gebied van het Landreben tot de parkeervoorzieningen bij het station. Daarnaast kunnen zich bij de realisatie van de ontwikkeling aan de zuidzijde van het spoor nog tegenvallers voordoen. Voor deze beide situaties kan de gemeente de reserve Oldenzaal Centraal inzetten. 

Reserve Jufferbeek Noord (JN)
In de kadernota 2022 besloot de gemeenteraad om geld in de bestemmingsreserve strategische voorraad te reserveren. Met dit geld kan de gemeente starten met verwerven van grond in het gebied “Ontmoeten en verbinden”. Op deze wijze kan de gemeente ook deze locatie actief ontwikkelen. Daarnaast kan de gemeente met dit geld overgaan tot gelegenheidsaankopen in overige delen van het plangebied.

De gemeente stelt een werkkapitaal van €500.000 per jaar beschikbaar. Dit zet de gemeente in voor:

•    strategische grondaankopen;
•    optimalisatie van (verkeer en water) voorzieningen; 
•    bijdragen in gewenste/noodzakelijke verhuizingen van bewoners etc.

Ultimo 2024 zat voor Jufferbeek Noord €3.143.000 in deze reserve. Bij de jaarrekening 2025 zal daar, mits het saldo toereikend is, weer €500.000 aan worden toegevoegd na bestemming van het resultaat. 

Voordat de realisatie van een fase start, dekt de gemeente eventuele tekorten van die fase volledig af. 

Cascademodel

Voor de schematische voorstelling van de geldstromen binnen het grondbedrijf geldt het cascade-model. 

Afsluiting complexen

De gemeente sluit grondexploitaties af in de jaarrekening, wanneer:
•    de gemeente alle grond heeft verkocht;
•    en goed overziet welke werken de gemeente nog moet uitvoeren. 
Voor de nog uit te voeren werken hevelt de gemeente de middelen over naar het grondexploitatie-complex “nog af te werken exploitaties”.

Vennootschapsbelasting (VpB)

De gemeente is vennootschapsbelastingplichtig: 
•    voor activiteiten waarin zij deelneemt aan het economisch verkeer;
•    en waarbij zij zich als fiscale onderneming opstelt.
Over de fiscale winst betaalt de gemeente belasting. Het leveren van bouwgrond is VpB-plichtig. 

Nieuwe grondexploitatiecomplexen brengt de gemeente fiscaal in met een taxatie van de marktconforme waarde. Landelijk bestaat er discussie of dat de meest geëigende manier is. In de algemene risicoreserve neemt de gemeente dit risico mee. 

Actualiteiten

Terug naar navigatie - - Actualiteiten

In 2025 hebben we de nota Grondbeleid geactualiseerd. De nieuwe nota zal naar verwachting eind 2025 of begin 2026 worden vastgesteld door de Raad. Het gevoerde grondbeleid heeft in het verleden zijn vruchten afgeworpen en wordt op basis van de geactualiseerde nota vrijwel ongewijzigd gecontinueerd. In de geactualiseerde nota zijn onder andere de effecten van de Omgevingswet verwerkt, alsmede de gewijzigde marktsituatie (zowel voor woningbouwgrond als voor bedrijfsgrond). Het grondbeleid voor de komende jaren moet de ruimtelijke ontwikkeling van Oldenzaal blijven waarborgen.

Ontwikkelingen grondexploitaties

Terug naar navigatie - - Ontwikkelingen grondexploitaties

De markt voor bouwgrond

De vraag naar bouwgrond blijft onverminderd groot. Daarnaast stegen de kosten voor initiatiefnemers:
•    De hypotheekrente loopt slechts licht terug.
•    De bouwkosten blijven hoog door de grote vraag. De voortdurende oorlog in Oekraïne zorgt voor onrust op de internationale markten. 
•    Daarnaast zijn door allerlei ontwikkelingen meer onderzoeken nodig, denk bijvoorbeeld aan stikstof. 

Woningbouwmarkt
Groei van de woningvoorraad, nieuwe woonconcepten, krimp en vergrijzing, duurzaamheid en gasloos bouwen en opvang van asielzoekers zijn nog steeds de aandachtspunten bij woningbouwontwikkelingen. 

De behoefte aan woningen is onverminderd groot. Met de gemeentelijke sleutelprojecten Graven Es, Gravenbeek en Stakenbeek 2e fase biedt de gemeente de komende jaren een gevarieerd aanbod aan kavels voor particulieren en ontwikkelende partijen. Daarnaast zijn diverse kleinere locaties in ontwikkeling, zoals de Kaltersweide en de Graven Es Gravenweide.

De prijzen van koopwoningen lopen nog steeds op. Door de aanhoudende krapte, dalende hypotheekrente, stijgende lonen en ruimere leennormen is de verwachting dat deze woningstijging ook in 2026 aanhoudt. Door de prijsstijgingen komt de betaalbaarheid van woningen verder onder druk te staan (verwachtingen gebaseerd op basis van de Outlook Grondexploitaties 2025).

Risico blijft verder de nog steeds stijgende civiele kosten waardoor de haalbaarheid van kleinschalige ontwikkelingen onder druk blijft staan. De gemeente toetst regelmatig of de grondprijzen nog marktconform zijn.

Markt voor bedrijfskavels
In de regio zijn steeds minder bedrijfskavels beschikbaar. De vraag naar bedrijfskavels op Jufferbeek Zuid is dan ook groot. Veel kavels zijn in optie genomen. Stijgende bouwprijzen en hogere eisen bij de realisatie van bedrijfsgebouwen maken het steeds lastiger om een bedrijfspand te realiseren. De economische onzekerheid maakt ondernemers voorzichtiger. 

De uitgiftecriteria voor de nog beschikbare kavels zijn eind 2023 vastgesteld. De kavels zijn vanaf dat moment weer actief in de verkoop gezet. De verkaveling van het bedrijventerrein maakt dat nieuwe bedrijfsvestigingen zich soms wat meer naar de situatie moeten plooien en daarbij soms een hogere prijs voor een zichtlocatie moeten betalen en aan hogere beeldkwaliteitseisen moeten voldoen nu de meeste courante kavels uitgegeven zijn. 

Parameters 
De bouwkosten zijn in 2024 gematigd gestegen. De personeelskosten stegen, terwijl de materiaalprijzen stabiliseerden. In 2025 heeft deze stijging zicht voortgezet. Onder andere de handelstarieven en de onzekerheid daaromtrent vanuit de Verenigde Staten zorgen voor onzekerheid. Daarnaast heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken vanaf januari 2025 de milieuprestatie-eisen voor nieuwe gebouwen aangescherpt om verduurzaming in de bouw te bevorderen. Naar verwachting zal dit leiden tot een gematigde stijging van de bouwkosten. Conform de Outlook Grondexploitaties 2025 worden  voor de korte termijn geen extreme bouwkostenstijgingen verwacht. 

De kostenontwikkeling Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) volgt een vergelijkbaar patroon als de bouwkosten, met ook in deze sector een aanhoudend personeelstekort. Onder andere de energietransitie en klimaatadaptatie stellen hoge eisen aan de infrastructuur. Naar verwachting zullen de GWW-kosten op korte en middellange termijn gestaag verder stijgen. 

Risicomaatregelen grondbedrijf Oldenzaal
Hoe de markt er over enige tijd uitziet is gezien bovenstaande ontwikkelingen erg onzeker en naast de genoemde onvoorspelbaarheid over de handelstarieven ook nog steeds sterk afhankelijk van de duur van de oorlog in Oekraïne. Mochten zich verdere nadelige ontwikkelingen voor gaan doen dan zullen de gevolgen naar verwachting het grootst zijn voor het complex Bedrijventerrein Jufferbeek Zuid en voor die woningbouwcomplexen waar relatief nog veel werkzaamheden uitgevoerd moeten worden, dan wel grondverkopen moeten plaatsvinden (met name Oldenzaal Centraal Stakenbeek 2e fase, Graven Es/ Gravenbeek en Saasvelderlaan/Kaltersweide). 

In de complexen waar nog (veel) grond uitgegeven moet worden, houden we onder de project specifieke risico’s rekening met vertraging in de uitgifte. 

De inflatie vertoont momenteel een dalende tendens. De ECB heeft de eerste renteverlaging eind 2024 doorgevoerd. Mede gebaseerd op de uitgesproken inflatieontwikkeling in de Outlook Grondexploitaties 2025, is de verwachting dat de inflatie voor 2025 en 2026 iets zal teruglopen (bandbreedte 1,5% tot 3,5%). Met deze inflatieontwikkeling houden we rekening bij de bepaling van de hoogte van de algemene risico’s c.q. de bepaling van de omvang reserve van het grondbedrijf en bij het bepalen van de omvang van markt- en conjunctuurrisico’s in relatie tot de nog te maken kosten voor de grondexploitaties. 

Gebiedsontwikkelingen

Terug naar navigatie - - Gebiedsontwikkelingen

Per grondexploitatiecomplex raamt de gemeente kosten en/of opbrengsten voor de looptijd van het project. Deze ramingen deelt de gemeente op in jaren. Soms maakt de gemeente in een jaar meer kosten dan begroot. Dan resteren minder kosten voor de volgende jaren. En andersom geldt hetzelfde wanneer de gemeente minder kosten maakt dan begroot. En ditzelfde geldt voor de opbrengstenkant.

Ultimo 2024 bedragen de nog te maken kosten voor de complexen bouwgrond in exploitatie afgerond €21 miljoen en de opbrengsten €40 miljoen. Het verschil is de boekwaarde (de gerealiseerde kosten en opbrengsten) met het nog te verwachten resultaat, inclusief project specifieke risico's.

In de begrotingsperiode 2026-2029 worden met name kosten gemaakt voor het bouw- en woonrijp maken van de complexen Jufferbeek Zuid, De Graven Es, Gravenweide en Gravenbeek, Oldenzaal Centraal Stakenbeek 2 en voor Singelpark Deurningerstraat. De jaarlijkse prognose voor grondverkopen bedraagt ca. €6,7 miljoen. Dit betreffen met name verkopen op bedrijventerrein Jufferbeek Zuid en woningbouwkavels aan de Kaltersweide, de Graven Es, Gravenbeek en Oldenzaal Centraal fase 2.

Gerealiseerde kosten en opbrengsten van de bouwgrond in exploitatie 
Boekwaarde       1-1-2024: - € 2.326.000
Boekwaarde 31-12-2024: +€ 2.163.000

De gemeente rekent grondexploitaties jaarlijks door en zet daarbij de prognose voor de werkzaamheden in een meerjarenplanning in de exploitatieopzet. Bij de jaarlijkse herziening van de exploitatieopzetten in het najaar worden alle kosten en opbrengsten geactualiseerd (voor het totaal en voor de planning op jaarbasis). Verschillen worden bij de vaststelling van de herzieningen toegelicht. 

Elk grondcomplex heeft een component ‘resultaat’. Wanneer de overige kosten gerealiseerd worden en grondverkopen conform de begroting plaats vinden zal de komende jaren met name winst kunnen worden genomen uit de complexen bedrijventerrein Jufferbeek Zuid, De Kaltersweide en De Graven Es Gravenweide. De actuele prognose van het verwachte resultaat van de totale grondexploitatie (looptijd augustus 2024 tot en met 2030) bedraagt €17,3 miljoen. Dit resultaat is inclusief de project specifieke risico’s. De project specifieke risico’s worden binnen elke grondexploitatie zoveel mogelijk afgedekt. Wanneer risico’s zich niet voordoen, vallen bijbehorende bedragen vrij via winstneming uit de complexen. 

De algemene risico’s (risico’s ten gevolge van conjunctuurschommelingen, inflatie, veranderende wet- en regelgeving) worden binnen marges afgedekt met de algemene reserve van het grondbedrijf. 

Belangrijkste ontwikkelingen

Bedrijventerrein Jufferbeek Zuid   
De afgelopen jaren werden kavels uitgegeven aan bedrijven op volgorde van binnenkomst van de vraag en de specifieke eisen aan een kavel. Nu er steeds minder grond beschikbaar is en een aantal opties door gegadigden voor een bedrijfskavel is beëindigd, heeft de gemeente in 2023 en 2024 gewerkt aan voorrangscriteria om de resterende kavels te kunnen verkopen. Plannen voor kavels waar al opties zijn gesloten, zijn verder uitgewerkt. Er is belangstelling voor de resterende bedrijfskavels. 

Woningbouwkavel voor wijkers aan de Oude Oldenzaalsestraat
Aan de Oude Oldenzaalsestraat/Ootmarsumsedijk deden zich conform deze laatste begroting geen ontwikkelingen voor. Er zijn op dit moment geen belangstellenden voor de laatste kavel in dit plangebied. De kavel blijft gereserveerd voor wijkers. 

Woningbouwkavels voor wijkers op de locatie Kaltersweide
Na de tweede sanering is in het resterende plangebied in 2023 opnieuw bouwrijp gemaakt omdat het niet meer aan de eisen van de huidige tijd voldeed. 
De afwatering is gewijzigd en de bestrating is aangepast. De reguliere verkoop van de 6 kavels zijn medio 2024 in de verkoop aangeboden. De oppervlakte van die kavels varieert van 1.305 tot 2.432 m2. De belangstelling voor deze kavels is onverwacht hoog. Als de belangstelling in de periode van betaalde opties zo groot blijft, kan de planning voor de verkoop van de kavels bij de eerstvolgende herziening positief worden aangepast. Voor de 6 resterende kavels voor de wijkers zijn nog geen gegadigden  omdat onderhandelingstrajecten met wijkers veel tijd kosten. Bij de herziening in 2024 schoof de gemeente de raming voor de verkoop van de kavel door tot 2032.

Woningbouwontwikkeling in De Gravenweide
Eind 2022 is de locatie bouwrijp gemaakt en hebben ook de eerste verkopen plaats gevonden. Een projectontwikkelaar nam de grond af voor de 29 projectkoopwoningen en er werden al twee kavels voor particulier opdrachtgeverschap afgenomen. Medio 2024 zijn de overige 15 kavels voor particulier opdrachtgeverschap nagenoeg verkocht. Als gevolg van alle verkopen is het risico over de verkopen teruggebracht naar 0. De Gravenweide is een vervolg op het exploitatiegebied Graven Es 9. Het betreft maar een relatief klein gebied

Woningbouwontwikkeling in de Gravenbeek
Omdat de woningbehoefte op dit moment erg groot is, wordt na gebied 10A deze locatie gebied 10B verder ontwikkeld. Het betreffende gebied is ontwikkeld ten behoeve van woningbouw in de vrije sector en sociale huur. De bebouwing is voor zowel vrijstaande woningen, twee onder een kap woningen, rijwoningen en appartementen. In totaal is circa 48.000 m² uitgeefbaar. De uit te geven grond vrije sector is bij de opening van dit complex getaxeerd op € 300 per m² excl. btw. De grondprijs is medio 2024 opnieuw getaxeerd en verhoogd naar €315 per m². In totaal worden er 56 woningen (incl. woonwagens) in de sociale huur gerealiseerd. Dit is 30% van het totale aantal woningen van 187. In 2024 is gestart met het bouwrijp maken, na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.

Afronding van het complex Oldenzaal Centraal De Stakenbeek 1e fase
Dit complex bevindt zich in de afrondende fase. Het bouwrijp maken startte in 2015 en voerde de gemeente uit in twee delen. Aansluitend daarop werden de bouwkavels te koop aangeboden.  De kavels van beide delen zijn nagenoeg verkocht. Op dit moment staat nog 1 kavels voor vrijstaande woningen in de verkoop.  Een gemeentelijke woning is tijdelijk ingepast. Als deze vrijkomt wordt deze gesloopt en wordt de kavel aangeboden.  De opbrengst van deze kavel en de sloopkosten van de woning zijn in de exploitatie meegenomen. Aan de zijde van de Stakenbeek zijn de werkzaamheden (nagenoeg) afgerond. De beek is uitgebaggerd, de voet- en fietspaden aan beide zijden van de beek zijn gereed. De brug over de beek, een verbinding tussen Zuid Berghuizen en het plangebied, is geplaatst en in gebruik genomen en de beschoeiingen in de vorm van schanskorven, zijn gereed. Ook het groen is zover mogelijk aangelegd.  Het plangebied is inmiddels grotendeels woonrijp.

Woningbouwontwikkeling in Oldenzaal Centraal De Stakenbeek 2e fase
In 2024 zijn nagenoeg alle nog resterende opstallen gesloopt voor zover niet (tijdelijk) gehandhaafd en zijn de gronden gesaneerd. Deels liep dat door in 2025. Vervolgens wordt de locatie bouwrijp gemaakt inclusief de aanleg van de geluidswal. 

Herontwikkeling van het Topsportpand tot een versterkende functie in het Singelpark
Bij de herziening 2022 verwachtten we dat het wedstrijdprogramma in 2022 afgerond zou worden en dat de wedstrijdontwikkeling in 2023 duidelijkheid zou geven over het programma. In werkelijkheid werkten we in 2023 nog steeds aan het wedstrijdprogramma voor de herontwikkeling voor deze locatie en is de verwachting dat we het programma na de zomer uit gaan zetten. In 2023 verhuurde de gemeente het pand nog, maar de huuropbrengsten bleven flink achter bij de beheerslasten. Eind 2023 startten we de voorbereidingen op van de beëindiging van de verhuur en de sloop van het gebouw. Uiteindelijk is begin 2025 het pand door de laatste huurder opgeleverd en is met de sloop gestart.

Gronduitgifte  
De grafiek over de gronduitgifte laat duidelijk zien hoe grillig grondverkopen verlopen. De uitgifte van bedrijfsgrond schommelt vooral door het incidentele karakter van de verkopen. De grafiek laat in de jaren 2013 tot en met 2024 de schommelingen in de kaveluitgiftes zien. 

De planningen voor de realisatie en uitgifte van de grondexploitatiecomplexen zijn voorzichtig en passen binnen de (met de provincie gemaakte) afspraken. De woningbehoeftecijfers laten zien dat de vraag de eerste jaren niet daalt. Daarom brengt de gemeente de komende tijd ook weer delen van de strategische voorraad tot ontwikkeling.

Prognose resultaten (basis herziening 2024)

Per grondexploitatiecomplex maakt de gemeente een raming van verwachte resultaten op basis van de ‘percentage of completion’ methode. Voor de komende jaren verwacht de gemeente de volgende resultaten te realiseren:

In de complexen wordt ook rekening gehouden met project specifieke risico’s. Als (een deel van) deze risico’s zich niet voordoen, zal het resultaat toenemen. Omgekeerd als de risico’s groter zijn dan verwacht zal het resultaat afnemen. Deze resultaatverwachting is exclusief de tussentijds te nemen verliezen, onder andere afwaarderingen niet in exploitatie genomen gronden c.a. Tegelijkertijd is het zo dat wanneer prognoses over grondverkopen of te maken kosten afwijken van de prognose, resultaten heel anders uit kunnen vallen. 

Op het moment dat resultaten vrijvallen uit de complexen wordt het cascade model toegepast. Zie ook de vastgestelde nota grondbeleid. Pas als voorzieningen zijn getroffen, reserves op niveau zijn en de algemene reserve van het grondbedrijf haar maximum overschrijdt, valt het meerdere vrij in het concern. Bij een tekort zal vanuit de algemene reserve van het concern bijgestort moeten worden.

De gemeente houdt rekening met verliesgevende complexen die de komende jaren in exploitatie komen. Op dit moment voorzien wij dat het merendeel van de strategische voorraad tot niet winstgevende ontwikkelingen leiden. Het betreffen inbreidingslocaties met beperkte ontwikkelmogelijkheden. We sparen concreet al voor Jufferbeek Noord. Dit heeft consequenties voor het toekomstig resultaat.

Als complexen verliesgevend zijn, dekt de gemeente dit verlies af voordat zij een grondexploitatie-complex opent. Dit deed zich voor bij de projecten van Oldenzaal Centraal 1e en 2e fase en bij de herontwikkeling van de Deurningerstraat 39 (onderdeel Singelpark).

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - - Onderhoud kapitaalgoederen

In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geven wij een dwarsdoorsnede van de meerjarige uitgaven voor het uitvoeren van onderhoud. Deze uitgaven zijn opgenomen in de verschillende programma’s van de begroting. Deze uitgaven worden vanuit een vooraf vastgesteld beleid uitgevoerd waarvan de uitgangspunten in deze paragraaf zijn opgenomen. 

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - - Openbare ruimte

Wij zijn de beheerder van de openbare ruimte en hebben een belangrijke rol in de realisering en instandhouding daarvan. Conform de BBV bevat deze paragraaf de kapitaalgoederen wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Het overzicht is uitgebreid met civiele kunstwerken, verkeersregelinstallaties, speelvoorzieningen en sportvoorzieningen. Per kapitaalgoed is het beleidskader inclusief ambitieniveau aangegeven, hoe het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd en wat het onderhouds-niveau is. Tenslotte zijn de beschikbare middelen weergegeven. De keuzes, die de komende jaren gemaakt worden om de gemeentelijke begroting evenwichtig te houden, hebben ook gevolgen voor het onderhoud van de openbare ruimte. Er wordt van uitgegaan dat de inzet van middelen in de openbare ruimte zodanig gekozen wordt dat er geen sprake is van kapitaalvernietiging. Wel kan dit inhouden dat, als een onderdeel in de openbare ruimte op termijn in zijn geheel vervangen moet worden, de keuze gemaakt kan worden deze vervanging enige jaren uit te stellen. Het betreffende onderdeel wordt dan gedurende die periode op een lager niveau beheerd en onderhouden, maar zodanig dat in ieder geval de veiligheid gewaarborgd is. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan geoormerkte wegvakken die op termijn in zijn geheel met fundatie en onderliggende riolering vervangen moeten worden, gebouwen die op termijn op de nominatie staan om gesloopt te worden, stukken openbaar groen die op termijn geheel heringericht worden. 

In 2019 is hiervoor een integrale beleidsvisie voor de openbare ruimte “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” opgesteld en door de raad in haar vergadering van november 2019 vastgesteld. Deze visie is gebaseerd op de volgende bouwstenen:
•    Wij zorgen dat de openbare ruimte overal in Oldenzaal goed en veilig gebruikt kan worden;
•    We beheren de openbare ruimte duurzaam, met oog voor mens en milieu;
•    Ons beheer zorgt voor een aantrekkelijke en verzorgde openbare ruimte;
•    Waar mogelijk beheren we samen met bewoners en bedrijven;
•    We beheren slagvaardig en kosteneffectief.
De budgetten die beschikbaar zijn gesteld door de raad voor het opwaarderen van de openbare ruimte zijn vanaf 2019 geïndexeerd.

Integraal beheer en onderhoud
In vervolg op de vastgestelde visie is in 2020 het eerste meerjaren uitvoeringsplan (MJUP) opgesteld. In de raadsvergadering van december 2024 is de laatste versie van dit uitvoeringsplan vastgesteld. In 2026 wordt, overeenkomstig de programmering van dit plan, gewerkt aan de uitvoering. Op deze manier willen we het beheer van de wegen, rioleringen, openbare verlichting, groen, civieltechnische kunstwerken en speelvoorzieningen in Oldenzaal inzichtelijker maken. Het onderhoud kan hierdoor meer integraal, efficiënter en doelmatiger worden uitgevoerd. Hierbij wordt gezorgd voor zoveel mogelijk synergie door onderhoudsmaatregelen te combineren en af te stemmen op ruimtelijke, autonome en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit gebeurt met de beschikbare financiële middelen. Daarnaast wordt goed gekeken naar de mogelijkheden van subsidies. We beschikken over veel kennis en ervaring op het gebied van integraal onderhoud van de openbare ruimte. De kwaliteit wordt jaarlijks gemonitord en regelmatig onafhankelijk getoetst. De resultaten worden ingevoerd in de beheerapplicaties zodat alle gegevens centraal en up to date beschikbaar zijn. De beheerdata zijn gekoppeld aan het kaartmateriaal zodat de gegevens ook goed op tekening gepresenteerd kunnen worden. 

Wegen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Wegen
Product Onder het product wegen vallen alle wegen binnen en buiten de bebouwde kom. Het betreft de wegen eigendom van de gemeente. 
Totaal asfalt: 763.991 m²
Totaal elementen: 1.214.320 m², waaronder elementen rijbanen: 403.571 m², 
elementen fiets en voetpaden: 498.826 m², elementen overig: 311.923 m²
Totaal half verhard: 29.492 m², totaal onverhard: 15.370 m²
Totale lengte van de wegen in Oldenzaal bedraagt: ca. 185 km.
Doel Goed ingerichte en veilige wegen.
Beleid De gemeenteraad heeft in 2024 het beleidsplan wegbeheer “Inzicht in de wegbeheerstrategie en planningen” vastgesteld. In 2025 is er een weginspectie uitgevoerd en is het huidige beleidsplan geactualiseerd.
Uitvoering Alle onderhoudswerkzaamheden voor het asfalt worden uitgevoerd door derden. De onderhoudswerkzaamheden aan de elementverharding gebeurt door derden, aangevuld met de inzet van de eigen dienst. De werkzaamheden die uitgevoerd door derden worden conform de regels aanbesteed.
Kwaliteit De gegevens van de wegen zijn opgenomen in het wegbeheerprogramma ‘Obsurv’. In het voorjaar van 2025 zijn alle wegen geïnspecteerd (2-jarige cyclus). De onderhoudswerkzaamheden zijn, waar nodig, afgestemd op deze inspecties.
Planning/toekomst In het MJUP dat eind 2025 aan de raad zal worden aangeboden wordt de planning voor de komende 2 jaren voorgesteld.
Budget

Het huidige budget van uitbestede werkzaamheden voor 2026 bedraagt:  
€300.000 dagelijks onderhoud  asfalt en elementenverharding

Het investeringsbudget voor wegen bedraagt:
€ 875.000 vervanging bovenste verhardingslaag asfalt 
€1.625.000 vervangingsinvestering  verhardingen

Totaal budget wegen €2.800.000

 Confrontatie

Het jaarlijks beschikbare budget voldeed niet meer om al het onderhoud uit te voeren. Bovendien werden er regelmatig (asfalt)onderhoudsgeld bijgedragen aan civiele projecten.
Het onderhoudsbudget voor verhardingen is in het Beheerplan Wegen gerepareerd om, voor 2026 en verder, de wegen op een basisniveau te handhaven volgens de Wegbeheerssystematiek. 

Daarnaast hebben de werkzaamheden van netwerkbeheerders aan kabels en leidingen invloed op de kwaliteit van onze wegen. Het nieuwe MeerJaren UitvoeringsPlan dat in 2025 wordt opgesteld, biedt de gelegenheid om het onderhoud op een meer integrale en doelmatige wijze uit te voeren. Dit zorgt ervoor dat de beschikbare budgetten op de meest efficiënte manier worden ingezet om het overeengekomen kwaliteitsniveau zo veel mogelijk te waarborgen en kapitaalverlies te minimaliseren.

Conclusie

De wegen voldoen, over het algemeen, aan het onderhoudsniveau basis. In de toekomst staat de kwaliteit onder druk, vanwege einde levensduur diverse wegen. Daarop is er in 2025 besloten het jaarlijks budget verhogen om de basiskwaliteit te borgen.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Openbare verlichting
Product Onder het product openbare verlichting valt alles met betrekking tot straatverlichting, aanlichten van gebouwen, monumenten en bomen
Doel
Goed ingerichte en veilige verlichting. Het verhogen van persoonlijke, sociale - en verkeersveiligheid.
Beleid

In mei 2025 heeft de gemeenteraad het beleidsplan openbare verlichting (2025-2034) vastgesteld. De belangrijkste beleidsuitgangspunten zijn:

Gewenste onderhoudsniveau
Het onderhoudsniveau 'basis' geldt voor de hele stad met uitzondering van winkelcentra/ busstation en groene loper, daar geldt niveau A (conform CROW) i.v.m. representatieve uitstraling. 

Verlichtingsniveaus
De huidige verlichtingsniveaus geven geen problemen. Bij nieuwe aanleg, en indien nodig bij reconstructies, wordt aangesloten bij de aanbevelingen van de Nederlandse Stichting voor verlichtingskunde.

Vervanging
In het beleidsplan wordt aangegeven op basis van welke prioriteit masten en/of armaturen worden vervangen:
1.    Extreem verouderde lichtmasten (>50 jaar): armaturen waarvan de lampen niet meer leverbaar zijn; (Inmiddels zijn deze uitgefaseerd.)
2.    Lichtmasten en armaturen die niet duurzaam zijn en of ouder zijn dan 40, respectievelijk 20 jaar;
3.    Niet- energiezuinige armaturen.
Indien lampen/armaturen/masten worden vervangen wordt gekozen voor de ledlamp. 

Oldenzaal realiseert inmiddels al een energiebesparing van 48% ten opzichte van 2013. Met de uitvoering van dit plan wordt het landelijke doel van 50% energiebesparing in 2030 naar verwachting ruimschoots behaald. Naast de positieve impact op duurzaamheid levert het LED-beleid ook een verlaging op het energiegebruik en onderhoudskosten.

Uitvoering

Wij laten alle onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door derden en deze worden conform de regels aanbesteed.

Kwaliteit

We bezitten een actueel overzicht van alle beheerobjecten. Een externe partij verzorgt via een prestatieafspraak dat altijd minimaal 98% van de openbare verlichting brandt, en dat storingsmeldingen, binnen vastgestelde tijdsnormen, worden opgelost. De in 2019 gehouden inventarisatie is de basis geweest voor het beheren van de aanwezige lichtmasten en armaturen, de technische en economische levensduur. Oldenzaal beschikt over 8.046 lichtmasten en 8.293 armaturen. 

Planning/toekomst

Jaarlijks voeren wij onderhoud uit aan ons areaal. Dit gebeurt op basis van een theoretische benadering, Om het beschikbare budget van de uit te voeren werkzaamheden en de benodigde capaciteit evenwichtig te verdelen, streven we naar een gelijkmatige jaarlijkse vervanging. Deze planning stemmen we af op het Meerjaren Uitvoeringsprogramma (MJUP) en nemen we daarin op.

Budget

Het budget voor (klein) onderhoud,  energiekosten, sanering en overige kosten is €283.044. Daarnaast is er nog rekening gehouden met vervangingen van de lichtmasten en armaturen. Dit bedrag wordt verkapitaliseerd.

Confrontatie

Het budget is in 2026 toereikend om de openbare verlichting op het niveau te houden, zoals in het geldende beleidsplan omschreven.

Conclusie

Wij voldoen aan de prestatieafspraken dat 98% van de verlichting brandt. In de meerjaren planning (MJUP) wordt de noodzakelijke vervanging opgenomen passend binnen het beschikbare budget. We verwachten dat het budget voldoende is om de werkzaamheden uit te voeren.

Verkeersregelinstallaties (VRI’s)

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Verkeersregelinstallaties (VRI’s)
Product Onder het product verkeersregelinstallaties (VRI’s) vallen de 9  VRI’s in Oldenzaal
Doel Goed ingerichte, voldoende werkende installaties en daarmee het borgen van de verkeersveiligheid.
Beleid We hanteren bij het ontwerp, beheer en onderhoud van de verkeersregelinstallaties de richtlijnen van CROW (CROW-Publicatie 213 'Handboek verkeerslichtenregelingen’). In de “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” zijn tevens de VRI’s opgenomen.  
Uitvoering Aan de VRI’s wordt uitsluitend correctief onderhoud uitgevoerd. Dit onderhoud wordt uitgevoerd door derden en is bij één onderhoudsbedrijf ondergebracht.
Wij hebben hierin de regierol. Dit vraagt voldoende inzicht in de werking en functionaliteit van verkeersregel-installaties, zoals storingen en onderhoudsrondes. We hebben hiertoe een informatiesysteem ingericht en sturen, waar nodig, op basis van deze verkregen informatie tijdig bij. Weggebruikers kunnen een storing melden via het Meldpunt Openbare Ruimte of via het digitaal loket. Met behulp van de beheerapplicatie worden de storingen uitgelezen. Voor het oplossen van (urgente) storingen in de automaatschakelkast wordt een externe onderhoudsdienst ingeschakeld.
Kwaliteit De gemeente Oldenzaal heeft 9 VRI’s in beheer. Deze installaties zijn aangesloten op het laagspanningsnet van Coteq netbeheer. Er wordt uitsluitend correctief onderhoud uitgevoerd. In 2026 willen we 5 VRI's ombouwen tot IVRi's  dit zal leiden tot nog een betere doorstroming , meer veiligheid, milieuwinst en voorrang voor prioriteitsvoertuigen.
Planning/toekomst Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd binnen de uitgangspunten van het geldende beleidsplan. De aanbesteding van de ombouw naar IVRI's wordt voorbereid. Na aanbesteding is er zich op de te verwachten onderhoudskosten.
Budget Het onderhoudsbudget is waarschijnlijk niet toereikend in  2026 door de nieuwe IVRi's
Confrontatie Het huidige budget in de begroting is niet toereikend om het hierboven genoemde onderhoud uit te voeren. Door de nieuwe IVRi's zullen meer kosten op hosting en abonnementskosten komen. Indien oudere verkeersregelinstallaties door een storing uitvallen, waar reparatie geen oplossing meer biedt en vervanging van de betreffende verkeersregelinstallatie noodzakelijk is, moet een voorstel worden gedaan voor de benodigde financiële middelen.
Conclusie Waar nodig wordt aan de  VRI’s  onderhoud gepleegd. We verwachten dat het budget in 2026 niet  toereikend is om het noodzakelijke onderhoud uit te voeren en de kwaliteit te behouden.

Civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Civieltechnische kunstwerken
Product De in Oldenzaal te beheren civieltechnische kunstwerken zijn te verdelen over de groepen: houten bruggen, betonnen bruggen, stalen bruggen, duikers, tunnels, keerwanden & muren en overige.
 Doel De civieltechnische kunstwerken moeten heel en veilig zijn.
 Beleid Op 4 februari 2010 heeft de gemeenteraad het beleid voor het beheer van de kunstwerken vastgesteld (Planperiode 2010-2020). In het plan is beschreven hoe de kunstwerken planmatig in stand moeten worden gehouden. Daarbij heeft de raad ervoor gekozen kunstwerken te beheren volgens het scenario heel en veilig. Deze scenario’s van beheer gelden nog steeds, wel dient er een nieuwe beleidsvisie opgesteld te worden. In de “Visie beheer openbare ruimte Oldenzaal 2020-2024” zijn ook de Civiel technische kunstwerken opgenomen. 
Uitvoering Wij laten alle onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door derden, aangevuld met eigen dienst. De werkzaamheden worden conform de regels aanbesteed.
Kwaliteit De inspectie van kunstwerken is uitbesteed aan een extern deskundig bureau. Zij beheren ook de inspectie gegevens via het programma iASSET. In  het najaar 2024 is er een nieuwe inspectieronde uitgevoerd. Ook wordt incidenteel gebruik gemaakt van een betontechnisch adviesbureau. Aan de hand hiervan is het uitvoeringsprogramma voor de komende 2 jaar opgesteld. In 2026 zal het onderhoud op basis van dit programma worden uitgevoerd.  De staat van de civieltechnische kunstwerken is over het algemeen goed te noemen.
Planning/toekomst Het aantal kunstwerken is de laatste jaren uitgebreid van 74 naar ruim 100 objecten. De recente areaaluitbreidingen betreffen nieuwe civiel technische kunstwerken en die vragen nu nog relatief weinig onderhoud. De uitkomsten van de inspectieronde van het najaar 2024 en de daaruit volgende meerjaren planning die voor de komende periode wordt opgesteld zijn op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. De verwachting is echter dat het budget toereikend is. Volgende inspectierondes zullen  meer inzicht moeten geven in de benodigde (extra) middelen om het noodzakelijke onderhoud voor de komende jaren uit te kunnen voeren.
Budget Het budget voor het noodzakelijke onderhoud bedraagt in 2026 €101.604 
Confrontatie Het bedrag in de begroting is in 2026 naar verwachting toereikend om het hierboven genoemde beheer uit te voeren. Echter, door het gestaag toenemen van het aantal kunstwerken is het mogelijk dat het huidige budget op termijn niet meer toereikend is. Hier zullen te zijner tijd passende financiële maatregelen voor worden genomen. De viaducten vormen de grootste investering en hebben een lange levensduur van 60 jaar. Ze zijn bijna allemaal van recente datum; vervangingen van deze kunstwerken worden niet op korte termijn verwacht.
Conclusie
De staat van de civieltechnische kunstwerken is over het algemeen goed en we verwachten dat het budget voldoende is om het opgestelde uitvoeringsprogramma over 2026 uit te voeren.

Openbaar groen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Openbaar groen
Product Onder het product openbaar groen vallen bomen, heesters, grassen, water en paden/(half)verhardingen
Doel
De aanwezigheid van goed onderhouden openbaar groen, draagt bij aan de leefbaarheid, de vitaliteit en een gevoel van veiligheid voor onze inwoners. De kwaliteit van de openbare ruimte draagt bij aan de aantrekkelijkheid van onze stad. 
Beleid In 2025/2026 wordt het nieuwe Water- en Klimaatadaptatieprogramma vastgesteld.  In dit programma willen we verschillende losse visies op groen bundelen en combineren met het beleid voor blauw (water).
Uitvoering Wij laten beheer- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door de eigen dienst, waarbinnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkzaam zijn. Daarnaast worden werkzaamheden uitgevoerd door derden. Dit gebeurt via aanbestedingen. Daarnaast blijven wij meer inwonerinitiatieven voor (openbaar) groen stimuleren. Hierbij krijgen de inwoners steeds meer een rol in aanleg, beheer en onderhoud.
Kwaliteit Het openbaar groen wordt standaard onderhouden op een CROW-beeldkwaliteit niveau B (Basis), uitgezonderd het stadscentrum en de begraafplaatsen (niveau A). Hiermee wordt de leefbaarheid, de vitaliteit, de veiligheid en de aantrekkelijkheid van de stad op het gewenste niveau gehouden. Ook is het de bedoeling om,  vanuit het nieuwe Water- en Klimaatadaptatieprogramma, uitgangspunten zoals biodiversiteit, duurzaamheid en participatie steeds meer vorm te geven. Waar mogelijk worden groenstructuren aan elkaar gekoppeld. Om het kwaliteitsniveau van het openbaar groen te controleren wordt maandelijks een schouw uitgevoerd. Dat is inclusief onkruid op elementverharding. Deze schouw wordt digitaal verwerkt met ons eigen beheersysteem van Obsurv. Waar nodig wordt direct gestuurd op de uitvoering. Binnen Obsurv is ook een module voor het bomenbestand opgenomen. Hierin worden de controles en de vervolgacties bewaakt. De boominspecties worden uitgevoerd via het programma GRIB 2.0. 
Planning/toekomst Zowel in het dagelijks beheer en onderhoud van het openbaar groen, maar ook bij grootschalige renovatie, wordt er zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de overige aanpassingen in de openbare ruimte, waardoor een zo integraal mogelijke aanpak wordt nagestreefd. De planning hierin wordt in het Meerjaren uitvoeringsprogramma (MJUP) gepresenteerd. De daadwerkelijke realisatie gebeurt middels een uitvoeringsplan. Jaarlijks zal het proces van inspectie, inventarisatie vervolgacties en uitvoering plaatsvinden.
Budget

Het budget voor openbaar groen en bomen  is afgestemd op het overeengekomen onderhoudsniveau en areaal.

Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd.

Confrontatie

Het vergroenen van de  stad wordt de laatste jaren steeds belangrijker. In meerdere visies voor Oldenzaal komt dit ook nadrukkelijk aan de orde. Dit extra vergroenen brengt ook meer beheer en onderhoud met zich mee. We zien daarentegen dat de markt voor groenonderhoud gespannen is. In de tweede helft van 2025 loopt een aanbesteding hiervoor. Op basis hiervan kunnen we een indicatie afgeven voor toekomstige (financiële) effecten.  In het op te stellen Water- en Klimaatadaptatieprogramma worden de gevolgen hiervan in beeld gebracht.

Conclusie

Het openbaar groen voldoet zoveel mogelijk aan het afgesproken onderhoudsniveau en wordt geborgd door periodieke schouw.  

Speelvoorzieningen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Speelvoorzieningen
Product Onder het product speelvoorzieningen vallen speelplekken in de openbare ruimte en speelplekken bij de scholen.
Doel Goed ingerichte en veilige speelplekken die een stimulans zijn voor ontmoeten en spelen.
 Beleid In 2016 is door de gemeenteraad het speelbeleid Oldenzaal 2016 – 2025 vastgesteld. Uitgangspunten in dit plan zijn onder andere meer aandacht voor natuurlijk spelen en ruimte voor buurtparticipatie. Het speelbeleid is in 2020 verder uitgewerkt in het ‘Beheersplan Spelen’. Het aantal speelplekken is terug gebracht van 126 naar 120. Op deze 120 speelplekken zijn in totaal 736 speeltoestellen aanwezig. 
Uitvoering De beheers- en onderhoudswerkzaamheden en de aanschaf van nieuwe speeltoestellen worden door het team Buitenbeheer uitgevoerd.
Kwaliteit De speeltoestellen (ook bij natuurlijk spelen) moeten voldoen aan het warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Hierin is aangegeven hoe om te gaan met onderhoud en vervanging. Minimaal 1x per jaar (scholen 2 x per jaar) worden de speeltoestellen geïnspecteerd en de bevindingen worden vastgelegd in inspectierapporten in het systeem ABS-spelen. Eens per 5 jaar worden er nulmetingen door externen verricht. De data en de logboeken zijn actueel en betrouwbaar. 
Planning/toekomst In 2020 is het beheersplan opgesteld. Dit vormt de basis voor langdurige afspraken over de werkprocessen voor het beheer en het onderhoud van de speeltoestellen in de openbare ruimte en bij de scholen. Uitgangspunt is dat er een kwalitatief goed en veilig speelaanbod is dat duurzaam in stand kan worden gehouden. Daarnaast geeft het beheersplan inzicht in de kosten en de daarvoor benodigde budgetten, kredieten en reserves. Dit beheersplan is basis voor de werkzaamheden in 2026.
Budget

Openbare ruimte
Het opgestelde beheersplan spelen geeft inzicht in de kosten en de daarvoor benodigde budgetten, kredieten en reserves voor de langere termijn.
Voor 2026 is een budget opgenomen van €51.000 voor het uitvoeren van inspecties en herstelwerkzaamheden aan de toestellen in de openbare ruimte. Voor het vervangen van speeltoestellen in de openbare ruimte is voor 2026 een krediet beschikbaar van €109.000. 

Scholen
Voor de speeltoestellen bij basisscholen is een bedrag opgenomen voor onderhoud van €12.250 en €20.750 voor vervanging van speeltoestellen (dekking via de Reserve speeltoestellen scholen).

Confrontatie

Het beschikbare budget is de afgelopen jaren aangewend voor reparatie en onderhoud van de speeltoestellen. Daarnaast zijn er investeringen gedaan voor de aanschaf van nieuwe toestellen. Het in 2020 vastgestelde beheersplan is onder andere opgesteld om de benodigde investeringen in de toekomst te borgen. We verwachten dat het budget in 2026 toereikend is.

Conclusie

De speeltoestellen voldoen aan het Warenwet besluit Attractie en speeltoestellen. Het speelbeleid 2016-2025 wordt uitgevoerd. In 2020 is het beheersplan opgesteld en vormt de basis voor langdurige afspraken over de werkprocessen voor het beheer en het onderhoud van de speeltoestellen in de openbare ruimte en bij de scholen. De gevraagde kredieten in het beheersplan zijn noodzakelijk om een kwalitatief goed en veilig speelaanbod  duurzaam in stand te houden conform het vastgestelde beheersplan.  

 

Riolering

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Riolering

 

Product   Riolering
Doel   Oldenzaal wil de beschikking hebben over een goed functionerend rioolstelsel, waardoor we gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk beperken. Daarnaast heeft riolering een belangrijke rol in het klimaatadaptief maken van Oldenzaal.
Beleid

 

Op 14 december 2021 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 (GRP) vastgesteld voor de periode van 5 jaren.  Dit plan wordt vervangen door een nieuw Water- en Klimaatadaptatieplan (WKP), die begin 2026 in werking moet treden.
Hierin zijn de zorgplichten voor hemel-, grond- en afvalwater opgenomen. Via jaarlijkse voortgangsnotities wordt het bestuur op de hoogte gehouden van actualiteiten binnen de rioleringszorg.
In het nieuwe WKP wordt het bestaande beleid grotendeels voortgezet. Er komt steeds meer aandacht voor de effecten van de klimaatverandering en de manier hoe we daar in Oldenzaal (overheid, inwoner en ondernemer) mee om willen gaan.

Uitvoering   Door projecten uit te voeren, het bewustzijn te vergroten door goede communicatie, de kwaliteit in stand te houden door goed risico gestuurd beheer en onderhoud wordt invulling gegeven aan de visie, doelen en ambities uit het WKP. De werkzaamheden worden door onze eigen teams Projecten en Buitenbeheer uitgevoerd, maar ook door aannemers.
Kwaliteit   Kwaliteitsniveau B Basis is uitgangspunt. Voor de gemeente Oldenzaal is het beeld dat de riolering in redelijke staat verkeert en dat er weinig achterstallig onderhoud is. Wel zien we in recente inspecties dat de kwaliteit van de rioleringen in de  wijk Glinde Hooiland versneld achteruit is gegaan. Hier wordt op  geanticipeerd met rioolvervangingen in o.a. de Primulastraat en de Zeeheldenbuurt. Hiermee worden tegelijkertijd blauw aders met bijbehorende waterbergingen aangelegd.  In dit kader moet ook de toestand van de riolering in Zuid Berghuizen vermeld worden. Inspecties laten zien dat ook hier de toestand van de riolering minder wordt; vooralsnog zetten we hier in op relining en zullen we de toestand de komende jaren goed monitoren. Voor een betere monitoring hebben we inmiddels het programma Rasmariant in gebruik genomen. Met dit systeem kan beter worden geanalyseerd welke riolering welk onderhoud nodig heeft en op welke termijn, ook in het kader van risicogestuurd rioolbeheer.
Planning/toekomst   In de jaarlijkse voortgangsnotitie wordt per situatie omschreven welke doelen we stellen en door middel van welke strategie en maatregelen de gestelde doelen worden verwezenlijkt. Speerpunten daarbij zijn samenwerken in de waterketen, inzet op duurzaamheid en klimaatverandering. Komende jaren ligt de focus op de wijk Glinde-Hooiland. Over een jaar of 5 wordt een wijkgerichte aanpak voor Zuid Berghuizen ontwikkeld. De enorme hoosbuien die plaatshadden in afgelopen zomers met de daaruit voortvloeiende gevallen van wateroverlast noopt ons de komende tijd kritisch te kijken naar de te nemen maatregelen in klimaatadaptatie. 
Budget

 

Structurele lasten voor de uitvoering van het GRP zijn opgenomen in de meerjarenbegroting en worden gedekt uit het rioolrecht. De voor beheer en onderhoud van het huidige stelsel benodigde middelen zijn beschikbaar. 
Het budget voor 2026 bedraagt:
€255.530 Dagelijks onderhoud riolering

€237.760 Rioolaanleg/vervanging (Gem.riol.plan)

Voor investeringen in 2026 is er een krediet van €3.393.000 beschikbaar voor riolering Glinde Hooiland en uitvoering van het (v)GRP. Zie hiervoor ook de bijlage Meerjaren Investeringsplan 2026-2029.

Confrontatie

 

In het GRP is een balans gezocht tussen de ambitie voor goed rioolbeheer en aanpassing aan de klimaatverandering (vernieuwen riolering/blauwe aders) versus het beheersbaar houden van de rioolheffing (toepassen relining).
In de jaren ’50 en ’60 is bijna 50 km nieuwe riolering aangelegd. We voorzien hier een onderhouds-/vervangingspiek voor de komende 10-20 jaar.

Conclusie

 

De riolering voldoet over het algemeen aan het onderhoudsniveau, echter door de noodzaak tot meerdere klimaatadaptieve maatregelen, de eerder te vervangen riolering in delen van de wijk Glinde-Hooiland en de toestand van de riolen in Zuid Berghuizen mag aangenomen worden dat extra geïnvesteerd dient te worden. Dat kan de komende 10-20 jaar extra druk op de rioolheffing leggen.

 

Schoolgebouwen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Schoolgebouwen
Product Onder het product schoolgebouwen vallen de aanvragen voor (ver)nieuwbouw of grootschalige renovatie. Het onderhoud (zowel binnen als buiten) en beheer komt voor rekening van de schoolbesturen. Uitgezonderd scholencomplex De Essen, waarin de basisscholen De Linde en De Esch zijn gehuisvest. Bij dit gebouw komt het  beheer en onderhoud in de huidige situatie voor rekening van de gemeente.
Doel Voldoen aan de gemeentelijke zorgplicht voor adequate onderwijshuisvesting voor het primair en voortgezet onderwijs. Daarbij is het streven naar een efficiënte verdeling over de wijken van Oldenzaal.
Beleid We hebben een zorgplicht voor: (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding, medegebruik, gebruik, terrein, eerste inrichting en schade / constructiefouten, tenzij een gevolg van nalatigheid. Al het onderhoud is voor rekening van de schoolbesturen, waarvoor zij een rechtstreekse vergoeding ontvangen van het Rijk. In 2021 is het IHP vastgesteld en vanaf 2022 werken we met dit plan. In 2025 is dit plan herijkt en zijn de afspraken tegen het licht gehouden. Dat heeft geleid tot bijstelling van het IHP.
Doelstelling van dit plan is om te zorgen voor duurzame en gezonde schoolgebouwen en te komen tot een efficiënte en goede verdeling binnen de wijken van deze onderwijsgebouwen.
Uitvoering Aangezien de onderhoudsverplichting voor de gemeente is komen te vervallen laten we de schoolgebouwen niet meer jaarlijks inspecteren. 
Het schoolgebouw De Essen wordt periodiek door medewerkers van onze eigen dienst geïnspecteerd en waar nodig onderhoud ingepland en uitgevoerd.
Kwaliteit Voor het binnenklimaat is deze binnen het IHP vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van Frisse Scholen klasse B (goed).
Planning/toekomst Overeenkomstig het IHP wordt de (ver)nieuwbouw of grootschalige revitalisatie van scholen ingepland.  In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt de actuele stand van zaken weergegeven.
 Budget Voor de nieuwbouw of grootschalige revitalisatie dient een afzonderlijk krediet te worden aangevraagd. Voor de ver- en nieuwbouw van verscheidene scholen in het primair en voortgezet onderwijs is in het IHP een budget opgenomen. De opgenomen bedragen zijn ramingen. Na het uitvoeren van de haalbaarheidsonderzoeken vindt een verfijning van het krediet plaats inclusief zaken zoals eventueel vrijvallende restantboekwaarde, sloop- en verhuiskosten en tijdelijke huisvestingskosten. Ook wordt hierbij rekening gehouden met het huidige rentepercentage.
 Confrontatie Zie budget
Conclusie Via het IHP zijn de middelen voor de komende planningsperiode veiliggesteld binnen de begroting. Het gaat hierbij om geraamde bedragen. In de kredietaanvraag worden deze bedragen geactualiseerd en aangevuld met overige kosten.

Overige gebouwen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Overige gebouwen
Product Onder het product overige gebouwen vallen alle gebouwen in eigendom van de gemeente, uitgezonderd schoolgebouwen.
 Doel Als eigenaar hebben we de verplichting voor een veilig te gebruiken gebouw en voldoen aan de wettelijke vereisten.
Beleid Het beheer en onderhoud van het maatschappelijk vastgoed (uitgezonderd schoolgebouwen) worden afgestemd op de situatie van het gebouw. Het huidige beleid voor beheer en onderhoud is gericht op een voortdurende instandhouding van ons vastgoedbezit. Wij hebben verplichtingen als eigenaar, verhuurder of exploitant. Gebouwen moeten veilig te gebruiken zijn en voldoen aan de wettelijke vereisten. Wij willen efficiënt met ons vastgoedbezit omgaan en zien vastgoedeigendom niet als een doel op zich. Door te zoeken naar optimalisatie in het gebruik verwachten we dat er de komende jaren gebouwen worden afgestoten of ingevuld worden met een andere functie om maatschappelijke doelstellingen te bereiken. 
 Uitvoering Al deze gebouwen worden jaarlijks geïnspecteerd. Indien nodig wordt daarbij externe expertise ingehuurd. De onderhoudsgegevens worden ingevoerd in een meerjarenprogramma. Uitgangspunt bij het onderhoud van onze gebouwen is ‘sober en doelmatig’. Tijdens de jaarlijkse inspectie wordt de noodzaak van het geplande onderhoud beoordeeld. Daar waar mogelijk worden werkzaamheden doorgeschoven naar volgende jaarschijven. Bewaakt wordt wel dat er geen kapitaalvernietiging optreedt door te laat preventief onderhoud. Vervanging van (installatie-)onderdelen vindt pas plaats als deze niet meer functioneren of als wordt verwacht dat ze op korte termijn gaan uitvallen. In de uitgangspunten van het gemeentelijk vastgoedbeleid is verwoord dat er bij vervanging wordt gekozen voor de meest duurzame en energiezuinige oplossing, mits er sprake is van een reële terugverdientijd. In 2024 is het gebouwenbeheerplan  geactualiseerd. In oktober 2024 is deze vastgesteld.
Kwaliteit De gebouwen worden onderhouden op de afgesproken kwaliteit vallend binnen de termen sober en doelmatigheid.
Planning/toekomst Na vaststelling van het MJOP wordt er jaarlijks geïnspecteerd en gemuteerd. Het MJOP is leidend voor de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, passend binnen de uitgangspunten van het gemeentelijk vastgoedbeleid.
 Budget Met bovengenoemde uitgangspunten voor beheer wordt de Voorziening Gebouwenbeheerplan Overige Gebouwen, met de in deze programmabegroting geraamde dotaties voor de komende 10 jaar, voldoende gevoed. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening bedraagt €568.875. Het saldo van de Voorziening Gebouwenbeheersplan bedraagt per 1 januari 2026  €1.986.000. 
 Confrontatie Zie: budget
Conclusie De overige gebouwen voldoen aan de uitgangspunten zoals opgenomen in het gemeentelijk vastgoedbeleid en het budget is in 2026 voldoende om deze kwaliteit te behouden.

Sportaccommodaties

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Sportaccommodaties
Product Onder het product sportaccommodaties vallen buiten en binnensport accommodaties.
Doel Ons doel is om álle inwoners te laten genieten van sport en beweging. Daarom investeren wij in sportaccommodaties en sportverenigingen
Beleid Wij willen er voor zorgen dat er voldoende en kwalitatief hoogwaardige binnen- en buitensportaccommodaties beschikbaar zijn en blijven voor vitale sportverenigingen. Dit omvat naast beheer ook de verdere ontwikkeling en verbetering van accommodaties. De visie op sport en bewegen is in 2016 vastgesteld. Er is een nieuwe tarievenstructuur vastgesteld. De buitensportverenigingen zijn zelf deels verantwoordelijk voor het uitvoeren van de servicewerkzaamheden. Verdere privatisering van de buitensportaccommodaties is nog niet in ontwikkeling. Naast de gedeeltelijke privatisering van werkzaamheden zijn ook ontwikkelingen in de sport van belang voor het toekomstige beheer van de sportaccommodaties. Zo neemt het meisjesvoetbal nog steeds een vlucht waar de accommodaties niet op ingericht zijn en het veranderen van het zondagvoetbal naar de zaterdag maakt de druk op de zaterdag extra groot op de verschillende accommodaties. Doelstelling is om de gevolgen per vereniging in kaart te brengen en voor te leggen. Synarchis heeft dit vooronderzoek uitgevoerd en in 2025 worden de uitkomsten hiervan verwerkt in een harmonisatieonderzoek.
 Uitvoering Voor het uit te voeren beheer en onderhoud is het “Sportbeheerplan 2013” maatgevend. Dit plan is in 2020 geactualiseerd. De sportvelden (buitensport) worden eenmaal per drie jaar door een externe organisatie uitgebreid kwalitatief beoordeeld. In 2023  is dit beheerplan opnieuw geactualiseerd. In het opgestelde rapport wordt, naast de advisering voor het reguliere beheer en onderhoud, speciale aandacht besteed aan geplande (vervangings-) investeringen in de nabije toekomst.  Deze investeringen zijn opgenomen in de Kadernota 2026. Daarnaast is begin 2025 een nieuwe contract afgesloten met de onderhoudspartij van de sportterreinen voor de komende 4 jaar.
Kwaliteit Voor het onderhoudsniveau van de buitensport accommodaties wordt aansluiting gezocht bij de onderhoudscriteria zoals deze door NOC*NSF, in samenwerking met de sportbonden, zijn geformuleerd 
Planning/toekomst In het jaar voorafgaande aan de investering zal worden beoordeeld of de technische levensduur langer is dan de economische levensduur en afhankelijk daarvan kan de vervangingsinvestering eventueel worden uitgesteld. De integrale afweging van (vervangings-)investeringen in de sport vindt jaarlijks plaats in de programmabegroting.
 Budget In de begroting is voor elke sportaccommodatie afzonderlijk budget opgenomen voor het dagelijks en reguliere beheer en onderhoud alsmede kleine vervangingsinvesteringen.  De budgetten voor de schil (=vastgoed) van de binnen- en buitensportaccommodatie zijn ondergebracht in de Voorziening Gebouwenbeheerplan (zie Overige gebouwen).
Het budget voor onderhoud Binnensportaccommodaties bedraagt €107.985 
Het budget voor onderhoud Buitensportaccommodaties bedraagt €409.178 
Confrontatie In 2023 is het sportbeheerplan geactualiseerd. Dit beheerplan is richtinggevend voor het beheer en onderhoud van onze sportaccommodaties. Aansluitend zal de confrontatie met de beschikbare budgetten inzicht moeten geven of deze voldoende zijn om het beheer en onderhoud op het afgesproken niveau uit te voeren. 
Conclusie Afhankelijk van de verdere uitwerking van het sportbeheerplan en het nieuw aan te besteden buitensportonderhoud is aan te geven of de beschikbare budgetten voor 2026 en verder, voldoende zekerheid bieden. Mocht op dat moment geconstateerd worden dat beschikbaar budget en voorgenomen maatregelen niet met elkaar in overeenstemming zijn, zullen er maatregelen worden getroffen opdat deze overeenstemming alsnog ontstaat.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Bij het weerstandsvermogen gaat het om de relatie tussen weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Het gaat dus om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat direct het beleid gewijzigd moet worden. In de programmabegroting 2026 is gewerkt met een beschrijving van de risico’s en een koppeling met de beschikbare reserves (weerstandscapaciteit). Daarin zijn niet betrokken de verzekerde risico’s en de risico’s waarvoor een voorziening in het leven is geroepen. Bij het gemeentelijk grondbedrijf vindt de risicoberekening in verband met het complexe vakgebied separaat plaats in dit hoofdstuk.

Deze paragraaf heeft vooral als doel om ingeschatte risico’s zo goed mogelijk te kwantificeren en een relatie te leggen tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Op basis hiervan kan een uitspraak worden gedaan in hoeverre de gemeente Oldenzaal in staat is substantiële financiële tegenvallers op te vangen. Dat betekent niet dat er verder geen risico’s zijn. We staan daarnaast stil bij niet financieel kwantificeerbare risico’s en waar mogelijk nemen we maatregelen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken.

Samenvatting

  • Conform de vastgestelde herziening reserves en voorzieningen 2020 inzake de norm van het weerstandsvermogen is het streven een weerstandsratio van 2;
  • De weerstandsratio is een indicator in hoeverre de gemeente Oldenzaal in staat is risico's op te vangen. De weerstandsratio voor 2026 bedraagt 3,2;
  • De berekende benodigde weerstandscapaciteit op de reguliere exploitatie is €4,7 miljoen;.
  • De berekende benodigde ondergrens weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties is €3,3 miljoen;
  • De beschikbare weerstandscapaciteit is ongeveer €25,2 miljoen.

 

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - - Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen of mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om onverwachte, niet-begrote substantiële kosten te dekken. De structurele capaciteit is nodig om onverwachte tegenvallers in de begroting op te kunnen vangen zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. De incidentele capaciteit is nodig om eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen. 

Onderstaande tabel geeft inzicht in de beschikbare reserves ter dekking van kosten uit mogelijke risico's:

Bedragen x €1 miljoen
Reserves
2026
2027
2028
2029
Algemene reserve (algemene dienst)
20.243
19.524
19.332
19.332
Algemene reserve grondexploitatie
4.971
4.971
4.971
4.971
Bestemmingsreserve (algemene dienst)
24.085
23.300
23.492
23.684
Bestemmingsreserve grondexploitatie
11.646
11.646
11.646
11.646
Stand per einde jaar
60.944
59.441
59.441
59.633

Omvang algemene reserve

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit - Omvang algemene reserve

De algemene reserve wordt gevormd door vermogensbestanddelen die nog geen bestemming hebben gekregen en in bedrijfseconomisch opzicht vrij aanwendbaar zijn. De algemene reserve vormt een buffer en is in die zin een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke weerstandscapaciteit.

In de op 25 maart 2020 door uw raad vastgestelde beleidsnotitie reserves en voorzieningen 2020 is het beleid met betrekking tot de gewenste (minimum)omvang van de algemene reserve aangepast. Sinds jaren was de gewenste minimumomvang 6,6% van de begrotingsomvang. Sinds de herziening wordt de norm gekoppeld aan de risico’s en wordt dit inzichtelijk gemaakt met behulp van de weerstandsratio.

Risicoparagraaf

Terug naar navigatie - - Risicoparagraaf

Om een uitspraak te kunnen doen over de hoogte van de aan te houden reserves (de benodigde weerstandscapaciteit) zijn de risico’s geselecteerd, die opgenomen worden in deze paragraaf.  Van alle risico’s is de volgende informatie verzameld en vastgesteld:
•    vaststellen van het risicoprofiel;
•    een inschatting van de kans van optreden;
•    een inschatting van de financiële gevolgen.

Op basis van de informatie uit de inventarisatie zijn de risico’s gekwantificeerd. Hierdoor is een uitspraak gedaan over de gewenste omvang van de algemene reserve die benodigd is ter dekking van de financiële gevolgen van de risico’s. 

In de onderstaande tabel is de omvang van de ingeschatte risico’s weergegeven. Bij kans wordt een inschatting gemaakt van hoe vaak zich dit risico zou kunnen voordoen. Een score van 1 betekent jaarlijks, een score van 0,5 betekent eens per twee jaar. Een score van 0,3 betekent dan 3 keer per 10 jaar en bij een score van 0,8 is de kans groter dan eens per 2 jaar, maar niet jaarlijks. Bij impact wordt een inschatting gemaakt van de financiële impact die het risico met zich mee brengt als het zich voordoet.

Beschrijving van het risico
Kans
Impact
Risico
Mogelijke effecten nieuwe inkoopmodel Jeugdzorg
0,5
€ 750.000
€ 375.000
Hogere kosten Wonen en Verblijf Jeugd
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Risico Informatiebeveiliging waaronder ‘gehackt worden’ (ransom).
0,1
€ 5.000.000
€ 500.000
Afrekening bodemsanering Ootmarsumsestraat met Provincie
0,5
€ 360.000
€ 180.000
Vergrijzingseffecten Wmo – hogere uitgaven
0,5
€ 300.000
€ 150.000
Onvoorspelbaarheid aantallen cliënten en typen zorg WMO & Jeugd
0,3
€ 500.000
€ 150.000
Arbeidsmarkt – PPS beschut werk
0,5
€ 200.000
€ 100.000
Renteontwikkeling
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Inflatieontwikkeling
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Prijsstijgingen realisatie IHP Onderwijs
0,5
€ 2.000.000
€ 1.000.000
Extreme weersomstandigheden
0,5
€ 250.000
€ 125.000
Reablement - kosten zijn hoger dan de baten
0,5
€ 200.000
€ 100.000
Kostprijsstijgingen Wmo begeleiding en dagbesteding
0,5
€ 400.000
€ 200.000
Regeling Specifieke Uitkering Sport (SPUK)
0,5
€ 100.000
€ 50.000
Incidenten bij evenementen
0,1
€ 500.000
€ 50.000
Legesinkomsten
0,5
€ 500.000
€ 250.000
Vastgoedportefeuille leegstand en huurderving
0,2
€ 200.000
€ 40.000
Risico AVG incident waaronder boete bij meldplicht datalekken
0,1
€ 500.000
€ 50.000
Gladheidbestrijding
0,3
€ 60.000
€ 18.000
Verbonden partijen
0,1
€ 100.000
€ 10.000
Nieuwe financieringssystematiek gemeentefonds
0,3
€ 2.000.000
€ 600.000
Stroomuitval
0,1
€ 400.000
€ 40.000
TOTAAL
€ 4.738.000

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risicoparagraaf - Grondexploitaties

De omvang van de algemene risico’s voor het grondbedrijf is afhankelijk van de omvang van het onderhanden werk (hiervan wordt minimaal 1 en maximaal 2% opgenomen in de algemene reserve grondexploitatie) en de algemene risico’s die in de plannen worden gelopen. Het onderhanden werk is hierbij als volgt gedefinieerd:

  1. Positieve boekwaarden van grondexploitaties (negatieve boekwaarden vormen geen risico);
  2. De nog te maken kosten op grond van de vastgestelde grondexploitaties;
  3. De beschikbaar gestelde voorbereidingskredieten onder de MVA’s.

Om risico’s bij de grondexploitatie in beeld te brengen worden alle plannen nagelopen en worden de risico’s zoveel mogelijk gekwantificeerd. Daarnaast wordt gekeken naar de kans dat het risico zich voordoet. Project specifieke risico’s worden afgedekt in de grondexploitaties en algemene risico’s die voor het hele grondbedrijf gelden worden afgedekt in de algemene reserve grondexploitatie.

Beschrijving van het risico
Kans (%)
Impact in €
Risico
Bodemonderzoeken en aanscherpingen bodemeisen
30
€ 2.080.000
€ 624.000
Retrospectieve beoordeling belastingdienst (BTW en BCF)
10
€ 957.000
€ 96.000
Retrospectieve beoordeling belastingdienst (Vpb)
20
€ 4.890.000
€ 978.000
Inbrengwaarde complexen na 2018 (Vpb)
30
€ 21.262.000
€ 6.379.000
Marktrisico’s
10
€ 39.193.000
€ 3.919.000
Conjunctuurrisico/ prijsrisico
10
€ 40.082.000
€ 4.008.000
Wijziging in wet- en regelgeving
5
€ 9.926.000
€ 496.000
Onvermijdelijk onderhoud bij huurcontracten
50
€ 130.000
€ 65.000
TOTAAL
€ 16.565.000

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicoparagraaf - Risicobeheer

Op basis van bovenstaande risico-inschatting wordt een ondergrens en de bovengrens van het risico bepaald.  Van bovenstaande totaal wordt (vermeerderd met een algemene risicobuffer voor de ondergrens van €500.000) 15% tot 30% meegenomen bij de bepaling van de omvang van de algemene reserve grondbedrijf omdat de risico’s zich naar verwachting niet allemaal (gelijktijdig) voor zullen doen. Onder andere de volgende aspecten worden hierbij betrokken: onverwachte bodem- en grondwatersaneringen, nieuwe wet- en regelgeving en prijs- en afzetrisico’s. De gehanteerde percentages zijn opgenomen in de nota grondbeleid.

Dit leidt tot een volgende onder- en bovengrens van de benodigde reserve: 

Ondergrens
Omvang
Percentage
Benodigde reserve
Onderhanden werk
€ 30.431.000
1%
€ 304.000
Risicoparagraaf
€ 16.565.000
15%
€ 2.485.000
Risicobuffer
€ 500.000
Totaal
€ 3.289.000
Bovengrens
Omvang
Percentage
Benodigde reserve
Onderhanden werk
€ 30.431.000
1%
€ 608.000
Risicoparagraaf
€ 16.565.000
30%
€ 4.969.000
Totaal
€ 5.577.000

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - - Benodigde weerstandscapaciteit

Uitgaande van hetgeen bij de risicoparagraaf is berekend is voor het concern (€4,7 miljoen) en voor de minimale omvang van het weerstandsvermogen van het grondbedrijf (€3,3 miljoen) dient Oldenzaal minimaal €16 miljoen beschikbaar te hebben in de algemene reserve en algemene reserve grondexploitatie om te voldoen aan de minimale weerstandsratio van 2, welke bij de herziening in 2020 door de raad is vastgesteld. 

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - - Ratio weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. De weerstandsratio dient minimaal 2 te zijn conform de herziening uit 2020.

De beschikbare weerstandscapaciteit voor 2026 bedraagt €25.214.000. Dit saldo bestaat uit de stand per 1 januari 2026 van de algemene reserve (€20.243.000) en de stand per 1 januari 2026 van de algemene reserve grondexploitaties (€4.971.000).

De benodigde weerstandscapaciteit voor 2026 bedraagt €8.000.000. Dit saldo bestaat uit de geïnventariseerde risico's voor concern (€4,7 miljoen) en de ondergrens van de algemene reserve grondexploitatie (€3,3 miljoen) 

De ratio weerstandsvermogen wordt als volgt berekend: beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit

De ratio weerstandsvermogen 2026 = €25.214.000 / €8.000.000 = 3,2

De ratio is ruim voldoende om te voldoen aan de minimale ratio van 2.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - - Financiële kengetallen

Onderstaand zijn zes financiële kengetallen opgenomen. De kengetallen zeggen iets over de weerbaarheid en wendbaarheid van de begroting. Bij weerbaarheid gaat het om de mate waarin de gemeente financiële tegenvallers kan opvangen. Daarbij is het van belang te weten hoe groot het eigen vermogen is, hoeveel schulden de gemeente heeft en waarvoor deze schulden zijn aangegaan. De kengetallen daarvoor zijn de netto (gecorrigeerde) schuldquote, de solvabiliteit en grondexploitatie.
Wendbaarheid geeft aan hoe snel de begroting kan worden aangepast als zich tegenvallers voordoen. Het is dan van belang te weten of inkomsten op korte termijn kunnen worden verhoogd en of de baten structureel hoger zijn dan de structurele lasten. De kengetallen daarvoor zijn belastingcapaciteit en structurele exploitatieruimte.

Eén afzonderlijk kengetal zegt weinig over de financiële positie van de gemeente. De kengetallen dienen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding te worden bezien. Alleen dan geven ze een goed inzicht in de financiële positie van de gemeente.

 

Kengetallen
2026
2027
2028
2029
Netto schuldquote
43%
52%
69%
70%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
32%
39%
55%
55%
Solvabiliteitsratio
51%
50%
50%
50%
Structurele exploitatieruimte
0%
-17%
16%
0%
Grondexploitatie
2%
2%
2%
2%
Belastingcapaciteit
98%
98%
98%
98%

Toelichting

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen - Toelichting

 

Netto schuldquoteDe netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Voor de quote geldt hoe lager, hoe beter.

Netto schuldquote (gecorrigeerd)De netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen geeft aan of de gemeente in staat is de schulden terug te betalen waarvoor zij volledig zelf aan de lat staat. Ook voor deze quote geldt hoe lager, hoe beter.

Solvabiliteitsratio: Solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Voor deze ratio geldt hoe hoger, hoe beter.

Structurele exploitatieruimteDit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Hiervoor geldt hoe hoger, hoe beter.

GrondexploitatieHet kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.

Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Het maakt daarbij inzichtelijk hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde. Voor dit kengetal geldt hoe lager, hoe beter.

Taakstellingen

Terug naar navigatie - - Taakstellingen

Vanaf de programmabegroting 2021 is er vanwege de financiële positie van de gemeente Oldenzaal een pakket aan bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd en zijn er taakstellingen opgenomen. Hiervoor is een paragraaf Taakstellingen opgenomen in de begroting. Het is een niet verplicht op te nemen paragraaf conform de richtlijnen van de Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).

Bij de begroting 2025 is de algemene taakstelling vastgoed van €150.000 'ingeruild' en vervangen door een nadere specificatie met de voorgenomen verkoop van de panden Paukenlaan, Bentheimerstraat en Hooge Lucht. Per saldo bedraagt de taakstelling vastgoed in 2028 €231.000. 

Bij de programmabegroting 2026 hebben we een actualisatie gemaakt en verwerkt in onderstaande tabel. Daarnaast volgt een toelichting per taakstelling over de voortgang.

Taakstellingen
2026
2027
2028
2029
Taakstelling vastgoed
-178.000
-231.000
-231.000
-231.000
Verkoop pand Paukenlaan
74.000
74.000
74.000
74.000
Verkoop pand Benhtheimerstraat
0
53.000
53.000
53.000
Verkoop pand Hooge Lucht
104.000
104.000
104.000
104.000
Subtotaal
0
0
0
0
Taakstelling verbonden partijen
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
Realisatie
30.000
30.000
30.000
30.000
Subtotaal
0
0
0
0
Taakstelling bedrijfsvoering
-35.000
-35.000
-35.000
-35.000
Realisatie
35.000
35.000
35.000
35.000
Subtotaal
0
0
0
0
Taakstelling cultuur
-12.500
-12.500
-12.500
-12.500
Realisatie
12.500
12.500
12.500
12.500
Subtotaal
0
0
0
0
Taakstelling herijking uitgangspunten IHP
0
0
-100.000
-100.000
Realisatie
0
0
0
0
Subtotaal
0
0
-100.000
-100.000
TOTAAL
0
0
-100.000
-100.000

Taakstelling vastgoed
Bij vaststelling van de Kadernota 2025 is de bestaande algemene taakstelling vastgoed van €150.000 'ingeruild' en vervangen door een nadere specificatie met de voorgenomen verkoop van de panden Paukenlaan, Bentheimerstraat en Hooge Lucht. In 2025 is invulling gegeven aan het realisatie van deze taakstelling waardoor hij vanaf 2026 niet meer aanwezig is. 

Taakstelling Verbonden partijen
In 2021 is er een taakstelling ingeboekt voor verbonden partijen er grootte van €30.000. Inmiddels is gebleken dat de taakstelling is gerealiseerd waardoor hij vanaf 2026 komt te vervallen.

Taakstelling bedrijfsvoering
Bij de Ambities en Middelen in balans is binnen spoor 3 een taakstelling voor bedrijfsvoering ingeboekt ter grootte van €35.000. Door de extra middelen bij de voorjaarsnota 2025 van het Rijk is deze taakstelling gerealiseerd. De taakstelling komt hiermee te vervallen vanaf 2026.

Taakstelling cultuur
Bij de Ambities en Middelen in balans is binnen spoor 3 een taakstelling voor cultuur ingeboekt ter grootte van €12.500. Door de extra middelen bij de voorjaarsnota 2025 van het Rijk is deze taakstelling gerealiseerd. De taakstelling komt hiermee te vervallen vanaf 2026.

Taakstelling herijking uitgangspunten IHP
Bij de Ambities en Middelen in balans is binnen spoor 3 een taakstelling voor herijking uitgangspunten IHP ingeboekt ter grootte van €100.000. Deze taakstelling  gaat in  vanaf 2028.