Financiële algemene dekkingsmiddelen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Onder dit programma vallen de volgende taakvelden: 

  • OZB woningen en niet woningen 
  • Vennootschapsbelasting 
  • Belastingen overig 
  • Overhead 
  • Beheer overige gebouwen en gronden 
  • Treasury 
  • Algemene uitkering en gemeentefonds 
  • Mutaties reserves en voorzieningen 
  • Overige baten en lasten 

Dit, volgens de BBV tot het programmaplan behorende onderdeel, geeft inzicht in de baten en lasten die niet als zodanig in de verschillende programma’s zijn opgenomen. Ook worden hier nieuwe beleidsvoornemens en heroverwegingen opgenomen die (vooralsnog) niet rechtstreeks aan een concreet programma toebedeeld kunnen worden. Daarvoor worden dezelfde tabellen gebruikt die u ook aantreft in de verschillende programma’s. De algemene doelstelling, met betrekking tot de financiële positie van de gemeente, is het jaarlijkse streven naar een structureel en reëel evenwicht van onze (meerjarige) begroting. 

Welke beleidsindicatoren gebruiken we?

Terug naar navigatie - Welke beleidsindicatoren gebruiken we?

 

Betrokkenheid verbonden partijen

Terug naar navigatie - Betrokkenheid verbonden partijen
Verbonden partij Toelichting
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBTwente) Het GBTwente voert, in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de gemeente, de aanslagoplegging, heffing en invordering uit van de in dit programma genoemde lokale heffingen en belastingen.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Budget per programma
Realisatie
Begroting
Meerjarenbegroting
Bedragen x € 1.000
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Lasten
Aanvaard beleid
16.467
18.709
16.415
15.072
15.909
15.734
Aanvullend beleid
28
27
27
Nieuw beleid
796
699
624
623
Totaal lasten
16.467
18.709
17.211
15.799
16.560
16.384
Baten
Aanvaard beleid
-83.713
-87.111
-93.815
-88.837
-89.167
-88.843
Aanvullend beleid
Nieuw beleid
-40
-15
-15
-15
Totaal baten
-83.713
-87.111
-93.855
-88.852
-89.182
-88.858
Saldo
vóór bestemming
-67.246
-68.402
-76.644
-73.053
-72.622
-72.474
Dotaties aan reserves
5.783
254
241
188
167
167
Onttrekking reserves
-6.673
-899
-2.551
-495
-5
-5
Saldo
na bestemming
-68.136
-69.047
-78.954
-73.360
-72.460
-72.312

Resultaatbestemming

Terug naar navigatie - Resultaatbestemming
Budget per programma
Realisatie
Begroting
Meerjarenbegroting
Bedragen x € 1.000
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Lasten
Aanvaard beleid
118.754
130.374
118.275
115.595
114.540
114.168
Aanvullend beleid
3.216
3.545
2.102
3.424
Nieuw beleid
0
0
1.279
1.162
2.011
2.035
Totaal lasten
118.754
130.374
122.770
120.302
118.653
119.627
Baten
Aanvaard beleid
-121.297
-124.129
-119.765
-119.106
-116.830
-116.505
Aanvullend beleid
0
0
-2.506
-2.850
-1.076
-1.192
Nieuw beleid
-240
-215
-375
-375
Totaal baten
-121.297
-124.129
-122.511
-122.171
-118.281
-118.072
Saldo
vóór bestemming
-2.543
6.245
259
-1.869
372
1.555
Dotaties aan reserves
11.400
2.052
3.717
-1.726
267
267
Onttrekking reserves
-13.906
-7.390
-4.803
3.375
-455
-452
Saldo
na bestemming
-5.049
907
-827
-220
184
1.370

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
2025
2026
2027
2028
Lokale middelen waarvan de besteding niet gebonden is
-11.675
-11.823
-11.873
-11.923
Gemeentefonds
-77.693
-73.269
-73.609
-73.234
Dividend
-1.329
-549
-493
-493
Saldo van de financieringsfunctie
-562
-462
69
64
Overige algemene dekkingsmiddelen
-1.976
-2.131
-2.131
-2.131
Totaal
-93.235
-88.234
-88.037
-87.717

Overzicht overhead

Terug naar navigatie - Overzicht overhead

Na aanpassing van het BBV in 2016 moet in de begroting in het programmaplan een apart overzicht worden opgenomen van de kosten van overhead. De definitie van overhead luidt in dit verband: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Door die definitie te gebruiken kan een eenduidig inzicht worden gegeven in de kosten die direct zijn toe te rekenen aan bepaalde taakvelden.

In de programma’s worden alleen de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces. Het centraal begroten van de kosten van overhead betekent dat het niet langer mogelijk is om uit de taakvelden (voorheen de producten) alle tarieven te bepalen. Onderstaand is opgenomen hoe de overhead is vastgesteld en op welke wijze deze overhead is toegerekend aan de taakvelden/producten.

De gehanteerde uitgangspunten bij de bepaling van de kosten zijn:
•    Directe kosten zoveel mogelijk toerekenen aan de desbetreffende taakvelden
•    Ondersteunende taken zijn niet direct dienstbaar aan de externe klant of het externe product en behoren daarom tot de overhead. Wanneer deze ondersteunende taken worden uitbesteed, behoren de uitbestedingskosten tot de overhead. 
•    Sturende taken, vervuld door hiërarchisch leidinggevenden, behoren tot de overhead. De bijbehorende loonkosten behoren ondeelbaar tot de overhead. 
•    De positionering van een functie binnen de organisatie heeft geen invloed op de beoordeling of er sprake is van overhead. In deze lijn is bijvoorbeeld managementondersteuning in de lijn beoordeeld als overhead.

Op basis van de bovenstaande uitgangspunten zijn de totale kosten verdeeld naar de taakvelden. Voor wat betreft de verdeling van de loonkosten is er gebruik gemaakt van de bezettingslijst per augustus 2024. 

Bij het eindtotaal van de overhead worden correctieboekingen toegepast voor de grondexploitatie en investeringsprojecten. Deze correcties zijn gebaseerd op de overheadlasten die specifiek hiervoor worden gemaakt en zijn geheel toe te rekenen aan het betreffende project. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan projectcontrollers of andere overheadfuncties die alleen ten behoeve van specifieke investeringsprojecten werkzaam zijn. Over de dan nog resterende overhead is een algemene verdeelsleutel toegepast op basis van personeelslasten. Deze methode van verrekenen zal een relatief groter bedrag toerekenen aan arbeidsintensieve taken, dus meer aan de dienstverlening (leges) en minder aan de investeringen (rioolheffing). De rechtvaardiging hiervoor is dat de ondersteuning en de leiding voornamelijk zijn gericht op de mensen die de taken uitvoeren.

In de paragraaf Lokale heffingen wordt ingegaan op de overhead welke extracomptabel wordt toegerekend aan de diverse heffingen en de wijze van berekening hiervan. De berekening wordt aangevuld met een inhoudelijke toelichting over de totstandkoming van de tarieven en de beleidskeuzes die daaraan ten grondslag liggen.

Specificatie Overhead 2025
Overhead personeel € 7.540.204
Overhead middelen (excl. kapitaallasten)  € 5.047.883
Kapitaallasten €   764.446
Totaal Overhead (04) € 13.352.483
   
Overhead naar GREX € -/-376.412
Overhead naar Projecten € -/-1.141.482
Totaal om te slaan naar taakvelden € 11.834.589
   
Directe personeelslasten naar taakvelden € 19.428.316

 

Overheadpercentage
Het overheadpercentage geeft de verhouding van de totale overhead (taakveld 04) ten opzichte van het begrotingstotaal weer. De totale lasten in de gemeente Oldenzaal voor 2025 worden begroot op afgerond 122 miljoen euro. Het aandeel overhead (taakveld 04) daarin is circa 13,3 miljoen. De overhead maakt dus 10,9% van de begroting uit.

Opslagpercentage
Voor het berekenen van de kostendekkendheid van leges en tarieven en de toerekening van indirecte kosten aan grondexploitaties (GREX) en kapitaalwerken wordt een opslagpercentage gehanteerd. Dit opslagpercentage moet niet worden verward met ons overheadpercentage. Het opslagpercentage drukt de kosten van de onverdeelde overhead (Taakveld 04) uit in een percentage van de verdeelde directe (personeels-)lasten naar de taakvelden. Dit levert voor de programmabegroting 2025 een opslagpercentage op van 61% (€ 11.834.589 / € 19.428.316). 

Venootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Venootschapsbelasting
Bedragen x € 1.000 2025 2026 2027 2028
Vennootschapsbelasting 27 27 27 27

Onvoorzien

Terug naar navigatie - Onvoorzien
Bedragen x € 1.000 2025 2026 2027 2028
Onvoorzien 0 0 0 0

De post onvoorzien is bedoeld als dekking voor (een schatting van) uitgaven die niet zijn voorzien in de begroting. Het is wettelijk voorgeschreven dat er een post onvoorzien wordt opgenomen in de gemeentebegroting. Dit bedrag mag echter ook op nihil worden gesteld. In het kader van het traject 'ambities en middelen in balans' is hiertoe met ingang van 2025 besloten.