3.1 Weerstandsvermogen en risicomanagement
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingBij het weerstandsvermogen gaat het om de relatie tussen weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Het gaat dus om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat direct het beleid gewijzigd moet worden. In de programmabegroting 2024 wordt gewerkt met een beschrijving van de risico’s en een koppeling met de beschikbare reserves (weerstandscapaciteit). Daarin zijn niet betrokken de verzekerde risico’s en de risico’s waarvoor een voorziening in het leven is geroepen. Bij het gemeentelijk grondbedrijf vindt de risicoberekening in verband met het complexe vakgebied separaat plaats in paragraaf 3.6.
Deze paragraaf heeft vooral als doel om ingeschatte risico’s zo goed mogelijk te kwantificeren en een relatie te leggen tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Op basis hiervan kan een uitspraak worden gedaan in hoeverre de gemeente Oldenzaal in staat is substantiële financiële tegenvallers op te vangen. Dat betekent niet dat er verder geen risico’s zijn. We staan daarnaast stil bij niet financieel kwantificeerbare risico’s en waar mogelijk nemen we maatregelen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken.
Incidentele componenten weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Incidentele componenten weerstandscapaciteitVan de reserves, waarmee invulling wordt gegeven aan de incidentele component van het weerstandsvermogen, kan op basis van de huidige informatie (t/m voorstellen aanvullend beleid uit deze begroting. In onderstaande paragraaf 3.1.3 is deze info voor wat betreft de algemene reserve geactualiseerd) het volgende overzicht worden gemaakt:
Bedragen x € 1.000 |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving/Jaren |
1-1-2023 |
1-1-2024 |
1-1-2025 |
1-1-2026 |
1-1-2027 |
Algemene reserve Alg.dienst |
14.168 |
18.002 |
17.452 |
16.951 |
16.501 |
Algemene reserve Grondexploitatie |
3.684 |
3.684 |
3.684 |
3.684 |
3.684 |
Bestemmingsreserves Alg.dienst |
15.073 |
17.878 |
17.581 |
17.284 |
16.987 |
Bestemmingsreserves Grondexploitatie |
10.197 |
10.197 |
10.197 |
10.197 |
10.197 |
Totaal reserves |
43.123 |
49.761 |
48.914 |
48.116 |
47.369 |
De stand per 1-1-2023 sluit aan bij de stand van de reserves per 31-12-2022, conform de jaarrekening 2022. |
Omvang algemene reserve
Terug naar navigatie - Omvang algemene reserveDe algemene reserve wordt gevormd door vermogensbestanddelen die nog geen bestemming hebben gekregen en in bedrijfseconomisch opzicht vrij aanwendbaar zijn. Daarom vormt de algemene reserve ook de buffer van de gemeente en is in die zin ook een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke weerstandscapaciteit. In de op 25 maart 2020 door uw raad vastgestelde beleidsnotitie reserves en voorzieningen 2020 is het beleid met betrekking tot de gewenste (minimum)omvang van de algemene reserve aangepast. Sinds jaren was de gewenste minimumomvang 6,6% van de begrotingsomvang. Sinds de herziening wordt de norm gekoppeld aan de risico’s en wordt dit inzichtelijk gemaakt met behulp van de weerstandsratio. De weerstandsratio wordt berekend door de som van de algemene reserves algemene dienst per 1-1-2024 (€ 18 mln. rekening houdend met het rekeningsaldo 2022) en grondexploitatie (€ 3,7 mln.) te delen door de som van de geïnventariseerde risico’s in deze paragraaf (€ 4,3 mln.) en de ondergrens van de algemene reserve grondexploitatie (€ 2,5 mln.). Concreet betekent dit voor 2024 een verwachte weerstandsratio van 3,2. Bij genoemde herziening is besloten de weerstandsratio in Oldenzaal vast te stellen op 2. Dus naar verwachting komen we het komende begrotingsjaar uit boven de door ons zelf bepaalde norm. Bij een begrotingsuitvoering conform de nu bekende informatie, en dus rekening houdend met de taakstelling wat betreft ombuigingen, is er de komende planperiode, sprake van positief begrotingsresultaten. Met het toevoegen van dit resultaat aan de algemene reserve, verwachten we de weerstandsratio op orde te kunnen houden.
Resultaten
Terug naar navigatie - ResultatenOm een uitspraak te kunnen doen over de hoogte van de aan te houden reserves (de benodigde weerstandscapaciteit) zijn de risico’s geselecteerd, die opgenomen worden in deze paragraaf. De inventarisatie en bepaling van risico’s heeft plaatsgevonden met behulp van diverse ambtelijke collega’s en bespreking in het managementteam.
De geselecteerde risico’s zijn het uitgangspunt geweest voor de bespreking in het managementteam van de gemeente Oldenzaal. Van alle risico’s is de volgende informatie verzameld en vastgesteld:
• vaststellen van het risicoprofiel;
• een inschatting van de kans van optreden;
• een inschatting van de financiële gevolgen.
Op basis van de informatie uit de inventarisatie zijn de risico’s gekwantificeerd. Hierdoor is een uitspraak gedaan over de gewenste omvang van de algemene reserve die benodigd is ter dekking van de financiële gevolgen van de risico’s.
In de onderstaande tabel is de omvang van de ingeschatte risico’s weergegeven. Bij kans wordt een inschatting gemaakt van hoe vaak zich dit risico zou kunnen voordoen. Een score van 1 betekent jaarlijks, een score van 0,5 betekent eens per twee jaar. Een score van 0,3 betekent dan 3 keer per 10 jaar en bij een score van 0,8 is de kans groter dan eens per 2 jaar, maar niet jaarlijks. Bij impact wordt een inschatting gemaakt van de financiële impact die het risico met zich mee brengt als het zich voordoet.
Beschrijving van het risico |
Kans |
Impact |
Risico |
---|---|---|---|
aantal / jaar |
Schatting € |
||
Effecten nieuw Twents inkoopmodel WMO en Jeugdzorg vallen tegen |
0,5 |
€ 500.000 |
€ 250.000 |
Risico Informatiebeveiliging waaronder ‘gehackt worden’ (ransom). |
0,1 |
€ 2.000.000 |
€ 200.000 |
Afrekening bodemsanering Ootmarsumsestraat met Provincie |
0,5 |
€ 360.000 |
€ 180.000 |
Aanzuigende werking verlaging Eigen Bijdrage WMO |
0,5 |
€ 300.000 |
€ 150.000 |
Onvoorspelbaarheid aantallen cliënten en typen zorg WMO & Jeugd |
0,3 |
€ 500.000 |
€ 150.000 |
Doelstellingen uitvoering WSW blijken niet haalbaar |
0,5 |
€ 300.000 |
€ 150.000 |
Renteontwikkeling |
0,5 |
€ 1.000.000 |
€ 500.000 |
Inflatieontwikkeling |
0,5 |
€ 500.000 |
€ 250.000 |
Prijsstijgingen realisatie IHP Onderwijs |
0,5 |
€ 2.000.000 |
€ 1.000.000 |
Extreme weersomstandigheden |
0,5 |
€ 250.000 |
€ 125.000 |
Stijging afvalkosten door afkeuring pmd (plastic) |
0,3 |
€ 200.000 |
€ 60.000 |
Meer cliënten vanuit het gedwongen kader c.q. rechtstreeks doorverwezen dan verwacht |
0,3 |
€ 300.000 |
€ 90.000 |
Prijsstijgingen ten gevolge van AMvB Reële prijs Wmo 2015 |
0,5 |
€ 150.000 |
€ 75.000 |
Regeling Specifieke Uitkering Sport (SPUK) |
0,5 |
€ 100.000 |
€ 50.000 |
Incidenten bij evenementen |
0,1 |
€ 500.000 |
€ 50.000 |
Legesinkomsten |
0,5 |
€ 200.000 |
€ 100.000 |
Vastgoedportefeuille leegstand en huurderving |
0,2 |
€ 200.000 |
€ 40.000 |
Risico AVG incident waaronder boete bij meldplicht datalekken |
0,1 |
€ 200.000 |
€ 20.000 |
Gladheidbestrijding |
0,3 |
€ 60.000 |
€ 18.000 |
Verbonden partijen |
0,1 |
€ 100.000 |
€ 10.000 |
Noodzakelijke intensivering onderhoud wegen |
0,1 |
€ 2.500.000 |
€ 250.000 |
Nieuwe financieringssystematiek gemeentefonds |
0,3 |
€ 2.000.000 |
€ 600.000 |
TOTAAL |
€ 4.318.000 |
Op basis van de output in deze fase kan een gefundeerde keuze gemaakt worden betreffende de aan te houden reserves in relatie tot de geïdentificeerde risico’s uit het risicoprofiel. Hierbij dient een koppeling te worden gelegd met de beschikbare, vrij aanwendbare reserves.
Grondexploitaties
Terug naar navigatie - GrondexploitatiesDe omvang van de algemene risico’s voor het grondbedrijf is afhankelijk van de omvang van het onder-handen werk (hiervan wordt minimaal 1 en maximaal 2% opgenomen in de algemene reserve grondexploi-tatie) en de algemene risico’s die in de plannen worden gelopen. Het onderhanden werk is hierbij als volgt gedefinieerd:
• Positieve boekwaarden van grondexploitaties (negatieve boekwaarden vormen geen risico);
• De nog te maken kosten op grond van de vastgestelde grondexploitaties;
• De beschikbaar gestelde voorbereidingskredieten onder de MVA’s.
Om risico’s bij de grondexploitatie in beeld te brengen worden alle plannen nagelopen en worden de risico’s zoveel mogelijk gekwantificeerd. Daarnaast wordt gekeken naar de kans dat het risico zich voor-doet. Project specifieke risico’s worden afgedekt in de grondexploitaties en algemene risico’s die voor het hele grondbedrijf gelden worden afgedekt in de algemene reserve grondexploitatie.
Van deze omvang wordt 15% (vermeerderd met een algemene risicobuffer voor de ondergrens van € 500.000) tot 30% meegenomen bij de bepaling van de omvang van de algemene reserve grondbedrijf omdat de risico’s zich niet allemaal (gelijktijdig) voor zullen doen.
Ondergrens |
|||
---|---|---|---|
Omvang |
Percentage |
Saldo t.b.v. reserve |
|
Onderhanden werk |
24.490.304 |
1% |
245.000 |
Risicoparagraaf |
11.524.054 |
15% |
1.729.000 |
Risicobuffer |
500.000 |
||
Totaal |
2.474.000 |
||
Bovengrens |
|||
Omvang |
Percentage |
Saldo t.b.v. reserve |
|
Onderhanden werk |
24.490.304 |
2% |
490.000 |
Risicoparagraaf |
11.524.054 |
30% |
3.457.000 |
Totaal |
3.947.000 |
Uitgaande van risico’s van in totaal € 3,9 mln. voor het concern en de minimale omvang van het weer-standsvermogen van het grondbedrijf van € 2,1 moet de gemeente minimaal € 12 miljoen beschikbaar hebben in de algemene reserve en de algemene reserve grondexploitatie om te voldoen aan de vastge-stelde weerstandsratio.
De stand van de algemene reserve grondbedrijf bedroeg ultimo 2023 € 2,4 mln., de algemene reserve voor het concern bedroeg afgerond € 15,1 mln.; samen € 17,5 mln. Daarmee bevindt de algemene reser-ve van het grondbedrijf zich boven de bovengrens. Bij de jaarrekening draagt de algemene reserve van het grondbedrijf € 1,5 mln. af aan het concern. De algemene reserve van het concern bevindt zich boven de bovengrens. De omvang van deze reserves is dus voldoende voor afdekking van de mogelijke risi-co’s.
Verplichte kengetallen BBV
Terug naar navigatie - Verplichte kengetallen BBVConform de voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) worden in deze paragraaf een aantal verplichte kengetallen opgenomen. Deze kengetallen maken het gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van een gemeente en, omdat de definities zijn vastgelegd in het BBV, zijn deze ook tussen gemeenten vergelijkbaar.